De introductie van GPT-5 was, zoals vaak bij grote softwarelanceringen, een mengeling van triomf en teleurstelling. Technisch gezien is het nieuwe model indrukwekkend: langere context, beter programmeren, minder hallucinaties, sneller en consistenter. Precies de verbeteringen waar gebruikers om vroegen.
Toch leek de publieke discussie na de release vooral te draaien om wat er níét goed ging. Reddit en X stonden vol met klachten: het model voelt “anders” aan, mist de “vibes” van GPT-4o, maakt soms domme fouten zoals de inmiddels beruchte blueberry-test, en lijkt af en toe de verkeerde “expert” in te schakelen door gebrekkige routering.
Het bekende patroon
Wie vaker grote software-upgrades heeft meegemaakt, herkent dit scenario. Je levert vijftig verbeterpunten, maar vijf dingen werken opeens anders dan mensen gewend waren of gaan inderdaad fout — en dús gaat alle aandacht naar die vijf zwakheden. De 50 belangrijke verbeteringen worden nauwelijks besproken, de afwijkingen daarentegen dagenlang uitvergroot.
De felste kritiek komt opvallend vaak van zelfverklaarde ‘power users’ die de vorige versie door en door kenden. Hun kritiek gaat minder over objectieve achteruitgang dan over het verlies van vertrouwde routines. Psychologen noemen dit loss aversion: verlies weegt zwaarder dan winst. In het geval van AI speelt nog iets mee: modellen hebben een soort persoonlijkheid. Als die verandert, voelt het voor veel gebruikers alsof ze een vaste collega/vriend kwijt zijn.
Waarom GPT-5 nu onder vuur ligt
Bij GPT-5 is er een extra factor: OpenAI heeft verschillende modellen samengebracht onder één “dak” en laat een router bepalen welke variant het best past bij je vraag. Dat klinkt handig, maar in de praktijk voelt het soms alsof je in plaats van de beloofde PhD-expert ineens geholpen wordt door de stagiair. Een technisch probleem dat oplosbaar is, maar in de perceptie van gebruikers meteen een gevoel oproept van “vroeger was het beter”.
Maar er is ook een ander proces: afgezien van de ‘power-users’ die hun weg weten te vinden op de incrowd sociale media, zijn waarschijnlijk 90% van de (lichte) gebruikers, zich helemaal niet bewust dat er een grote update is uitgevoerd. Het systeem zal in bijna alle gevallen doen zoals ze gewend waren in hun verwachtingen, en zij lezen de AI-blogs nooit. De kritiek van de power-users is daarmee ook wel een vorm van spierballentaal om te laten zien dat je meetelt in de wereld van AI.
En tenslotte moet je bedenken dat los van – natuurlijk best relevante – kritiek van de power users de concurrenten van CHP-5 met hun blogposts graag de kritiek willen uitvergroten en ridiculiseren: “Axes of Evil: ChartCrimeGPT“, en “OpenAI’s GPT-5 was supposed to ring in a new step up the ladder, but instead, a botched rollout has users grabbing pitchforks and demanding the old models back.”.
Tijd heelt ook hier de wonden
Wie naar de geschiedenis kijkt, weet hoe dit afloopt. Nieuwe en de ‘lichte’ gebruikers gebruikers leren GPT-5 kennen als de standaard en missen de oude modellen niet. Oude gebruikers wennen, zeker zodra de kinderziektes eruit zijn. De meest geliefde oudere versies blijven nog even beschikbaar, maar het zwaartepunt schuift onvermijdelijk naar de nieuwe generatie.
En voor de geïnteresseerden: hier een wat zakelijker artikel over wat er met CHAT-5 nieuw is: “GPT-5 vs GPT-4: Here’s what’s different (and what’s not) in ChatGPT’s latest upgrade¨. Oordeel zelf.
Tot die tijd blijft het vertrouwde upgrade-ritueel zich afspelen: een storm van kritiek, aangejaagd door de luidste ontevredenen, terwijl de stille meerderheid gewoon doorwerkt met de nieuwe mogelijkheden. En over een jaar? Dan is de discussie vergeten — tot de volgende grote release.