Menu Close

AI in a Bubble?

Wat Meta’s pauze in AI-werving ons vertelt over hype en realiteit

Een bericht op RT zette me aan het denken:

Meta puts brakes on AI hiring – Some analysts say the pause could signal trouble in the sector, warning it may be in a bubble.

Het woord “bubble” duikt de laatste tijd vaker op in gesprekken over kunstmatige intelligentie. Een financieel expert zei mij laatst: “AI is een bubbel!” en mijn gevoel zei toen “volgens mij niet”. Maar waarom? Waarschijnlijk hadden we het over andere aspecten van AI.

Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst scherp krijgen wat een bubbel eigenlijk is. Het woord wordt vaak gebruikt als synoniem voor hype of overschatting, maar historisch gezien gaat het om een specifiek verschijnsel: prijzen en verwachtingen die losraken van de werkelijke waarde van een product. Soms gaat het om pure speculatie, zoals in de zeventiende eeuw met de tulpenbollen. De bloemen waren geliefd en bleven dat ook, maar de handel eromheen dreef de prijzen tot absurde hoogtes. Toen de zeepbel knapte, bleven de tulpen bestaan – alleen de lucht in de prijs verdween. Kenmerk is bijna altijd dat het een soort van piramidespel is. De manie was de mode component!

Want in andere gevallen draait de bubbel niet om speculatie, maar om modegevoeligheid. Iedereen wil opeens hetzelfde product, van spinners tot sneakers, second live (kent u het nog) en de markt zwelt aan tot groteske proporties. Dan, net zo plotseling, verdwijnt de vraag en blijft er niets over. Hier is het niet de prijs, maar de belangstelling die een kunstmatig opgeblazen karakter heeft.

En dan is er nog de door overheden en kredietinstellingen aangewakkerde bubbel. Denk aan de huizenmarkt: regelgeving en subsidies maken het aanbod kunstmatig schaars, banken houden de kredietkraan wijd open, en zo drijven prijzen jarenlang verder omhoog dan gezond is. Tot de draagkracht van kopers simpelweg op is. Geld ook voor prijs-fixaties door de overheid, welke altijd tot verdere schaarste leidt, want het marktevenwicht wordt verstoord, en onvermijdelijk zwarte markten doet ontstaan, waarop de bubbel goed gedijt en de overheid zich geroepen voelt nog meer in te grijpen en de bubbel verder versterkt.

Als we langs die drie lijnen naar AI kijken, zien we m.i. een gemengd beeld.

Nee, AI is geen hype die morgen weer uit de mode is. De toepassingen zijn te breed en te structureel: van zoekmachines tot logistiek, van medische analyse tot softwareontwikkeling.

Ook is er (nog) geen sprake van een overheidsgedreven bubbel zoals bij huizen.

Wel zien we iets van de tulpenmanie terug: de waarderingen van bedrijven, de miljarden die naar start-ups stromen, de koortsachtige vraag naar Nvidia-chips. Daar zit speculatie in, en de geschiedenis leert dat zulke koorts vroeg of laat afkoelt.

De conclusie is dus tweeslachtig. Kunstmatige intelligentie als technologie is geen bubbel: het is een blijvende innovatie, te vergelijken met elektriciteit of internet. Maar de manier waarop financiële markten erop reageren, wél. De kans is groot dat de lucht die nu in koersen en waarderingen zit, ooit moet ontsnappen. En misschien is de pauze bij Meta een eerste teken dat het besef begint door te dringen: want ook AI is niet immuun voor de wetmatigheden van bubbels.