“Beoordeel politici niet op wat zij zeggen, maar op wat zij doen;
woorden kunnen liegen, daden niet.”
De politici overleven door te liegen, te rationaliseren en hun ware intenties te verhullen achter slogans. Wie echt wil weten waar een leider voor staat, moet kijken naar wat hij doet, niet naar wat hij zegt.
Dat geldt in alle samenlevingen en voor alle leidende leden van de elite. Vaak zijn dat politici, maar ook hoge ambtenaren, rechters, universitaire docenten en invloedrijke journalisten maken deel uit van deze bestuurlijke bovenlaag. In iedere samenleving is hun gedrag uiteindelijk gericht op het consolideren van de eigen positie. Dat is geen kwestie van kwaadaardige intenties, maar een onvermijdelijk menselijk patroon: het beschermen van het eigen belang.
Binnen die elite verschillen individuen in hoe zij dat doen. De doorslaggevende factor is hun persoonlijkheidsstructuur — met name de balans tussen egocentrisme en zorgzaamheid. Een zorgzamer elite lid zal eerder rekening houden met de belangen van onderdanen, maar ook dan blijft zelfbehoud de dominante drijfveer. Alleen wie zijn eigen positie beschermt, beschikt over de middelen om zorgzaam te kúnnen zijn.
Persoonlijkheidskenmerken maken deel uit van ieders individuele civilisatie. Omdat samenlevingen altijd worden gevormd rond gedeelde elementen uit die persoonlijke civilisaties, kan ook het collectieve waardestelsel — de civilisatie — worden getypeerd als meer egocentrisch of meer zorgzaam. Een verlichte vorst kan bijvoorbeeld een zorgzame houding tot kern van zijn civilisatie maken, en die via opvoeding, instituties en symbolen doorgeven aan de bevolking, die dan ook daadwerkelijk de mening zal aanhangen dat die vorst voor hem zal zorgen!
Dit sluit aan bij wat Norbert Elias beschreef: het proces waarbij onderdanen het waardestelsel, gedragingen en opvattingen van hun leiders overnemen. Zo ontstaat samenhang en broederschap in iedere samenleving, en de acceptatie van de elite als leidinggevende groep.
Maar civilisatie gaat niet alleen over gedrag; het omvat ook hoe mensen horen te denken. Die twee hoeven niet synchroon te lopen. Een elite kan in handelen agressief zijn, maar zichzelf in taal neerzetten als vredelievend. Via onderwijs, rituelen en propaganda wordt dat zelfbeeld bij onderdanen ingeprent, zodat zij hun leiders oprecht als vredelievend zien.
Het instrument om deze kloof te overbruggen is steeds hetzelfde: liegen en rationaliseren.
- Liegen: bewust een beeld scheppen dat niet strookt met de werkelijkheid, maar daardoor opeens wel een een bewijs zijn voor de ‘waarheid’ die men graag als politiek leider wil – voor het welzijn van het volk – wil promoten. Dus een leugentje om bestwil uiteraard
- Rationaliseren: handelingen voorzien van verklaringen die ze laten passen in het officiële narratief, vaak verpakt in slogans
Politieke geschiedenis staat vol van zulke rationalisaties. “Wij, de vrije landen van het Westen” zegt niets over de feitelijke vrijheid in die landen, maar wordt als axioma eindeloos herhaald. Of: “Als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog” — een rechtvaardiging van oorlogszuchtig beleid, verpakt als oprechte vredeswil. Vaak komt daar nog de geruststellende toevoeging bij: “Wij moeten dit doen om u, de burgers, te beschermen”. Het is een beproefd narratief: het presenteert agressief of expansief handelen als een noodzakelijke daad van zorg, waardoor het in de collectieve verbeelding een moreel legitieme plaats krijgt.
In het proces van civilisatie hebben zulke rationalisaties een bijzondere kracht. Ze worden niet slechts herhaald in speeches of krantenkoppen, maar verankerd in onderwijs, rituelen, nationale feestdagen en symbolen. Een slogan kan zo overgaan van tijdelijke politieke rechtvaardiging naar een onbetwiste “waarheid” in het collectieve bewustzijn. Generaties later kan de oorspronkelijke context vergeten zijn, terwijl de leus zelf — en de ermee verbonden morele lading — onaangetast voortleeft.
Uit de aard der zaak vinden wij onze eigen waardestelsel, verankerd in onze civilisatie, vanzelfsprekend superieur aan die van andere groepen en samenlevingen. Precies daarom hangen we ze ook aan. Over die verschillen kan — en moet — discussie worden gevoerd, zowel over de moraliteit als over de juistheid van uiteenlopende civilisaties, binnen en tussen samenlevingen. Daar gáát politiek uiteindelijk over. Alleen in samenlevingen waar zo’n debat niet alleen is toegestaan, maar actief wordt aangemoedigd, kan sprake zijn van een open samenleving waarin individuen uiteindelijk zelf hun lot bepalen.
Maar zelfs in open samenlevingen is men niet immuun voor de werking van politieke rationalisaties. Juist de normen en waarden die wij als superieur beschouwen, kunnen door elites worden gebruikt als fundament voor slogans en narratieven die hun positie versterken. Wanneer deze verhalen vaak genoeg worden herhaald en ingebed in onderwijs, rituelen en symbolen, ontstaan overtuigingen die niet langer als opinie worden ervaren, maar als onbetwiste waarheid bij grote delen van de burgers.
Daarmee worden deze rationalisaties onderdeel van de gedeelde mentale infrastructuur van een samenleving: een civiel axioma dat zelden ter discussie staat. Juist omdat het is ingebed in de taal, in het zelfbeeld van de natie en in de morele code van het collectief, wordt het moeilijk om gedrag van de elite nog te toetsen aan de feitelijke werkelijkheid. Wat ooit begon als een strategische rechtvaardiging voor een concreet besluit, transformeert tot een permanent ankerpunt in de civilisatie.
En precies daar ligt het gevaar: wie de woorden van de elite als vanzelfsprekend aanneemt, verliest het zicht op de daden waar die woorden zich toe verhouden. Daarom is de enige betrouwbare maatstaf voor politieke beoordeling — toen en nu — om elites en politici te beoordelen op wat ze daadwerkelijk doen, ontdaan van de verhalen die zij eromheen weven.
De vraag blijft dan: hoeveel van wat wij vandaag als vanzelfsprekend aannemen, is in werkelijkheid slechts het overblijfsel van een oude rationalisatie? En hoeveel van ons beeld van “onze” leiders is gevormd door wat zij ons hebben laten denken, in plaats van door wat zij werkelijk deden? Misschien is het tijd om dat verschil scherper te zien — en zo ongewenste maatschappelijke doelstellingen beter te bestrijden.
En bedenk dat, als u succesvol bent in het bestrijden van die ongewenste doelstellingen en zelf deel gaat uitmaken van de nieuwe elite — mogelijk zelfs als haar politieke vertegenwoordiging — u óók uw belangen zult beschermen en het nieuwe narratief zult laten beklijven, desnoods door te liegen en uw daden te rationaliseren