Hoeveel postzegels tellen we in een catalogus?

nvph NL speciaal catalogus postzegelsIk denk dat tot en met de zestiger-jaren van  de vorige eeuw het uitgeven van postzegels een zeer overzichtelijke bezigheid was. Natuurlijk hadden overheden en hun postzegel-uitgevende post-diensten al snel door dat de steeds sterker wordende verzamelwoede rond postzegels een lucratieve handel kon zijn. Men wist dat van alle uitgeven en gedrukte postzegels een deel verdwijnt in de albums van verzamelaars zonder dat de postzegel dienst heeft gedaan waarvoor hij was uitgevonden: een brief/poststuk tegen betaling verplaatsen van verzender naar ontvanger! Dat geld kon men natuurlijk in zijn zak steken en verleidde steeds meer staatspost bedrijven tot het uitgeven en verkopen van speciaal op de verzamelaar gerichte uitgaven. Meestal in de vorm van herdenkingsvelletjes en kleine blokjes en verzamelwaardige mooie series. Maar nogmaals, tot de zestiger jaren waren  dat incidenten. Wel kwam opeens in de veertiger/vijftiger jaren het verschijnsel van de Eerste-Dag-Enveloppen op: ook een slimme manier van de postbedrijven en de postzegelhandelaren geld uit de zakken van de verzamelaar te kloppen.

Postzegels waren bedoeld en werden daarvoor ook massaal gebuikt, om op een brief geplakt te worden. En voor het gemak en voor de optimalisatie van het drukproces werden de postzegels in grote vellen gedrukt, naar de postkantoren vervoerd, en vanuit dikke boeken met alle beschikbare vellen werden bij het loket op het postkantoor postzegel-voor-postzegel afgeschuurd en verkocht.

postzegelvel julina en profileOp een enkele decadente postzegelverzamelaar na, werden die grote vellen niet verzameld: te kostbaar en ook erg onpraktisch. Omdat mijn vader een boek-en kantoorboekwinkel had in Amsterdam waar ook veel ansichtkaarten en wenskaarten werden verkocht – met een postzegel – heb ik vele malen in het postkantoortje aan de BosboomToussantstraat hele vellen van 4 cent en 12 cent gehaald. Ik denk dat op één samengevouwen vel wel 200 postzegels zaten!

Hoe je het ook wendt of keert, als je wilt weten hoeveel postzegels er in een bepaald land waren/zijn uitgegeven dat tel je het aantal verschillende uitgegeven individuele postzegels (emissies). De drukvorm (vel en grootte van dat vel) is daarbij van geen betekenis.

Dat is wat de samenstellers van postzegelcatalogi ook doen, waarbij de uitgegeven postzegels in chronologische volgorde worden gepresenteerd en genummerd.

Dat lijkt eenduidig, eenvoudig en gemakkelijk te realiseren. In de praktijk van de catalogi-makers toch iets om veel over te struikelen. En als het zo eenvoudig was zouden de nummering van onze Nederlands handelaren in de NVPH en die in de catalogi van Michel, Yvert-Tellier en Stanley-Gibson gelijk moeten lopen. Dat doet het niet, zeer tegen het ergerlijke been van de verzamelaar. Wat zijn daarbij de problemen en de beren op de weg.

Laten we eerst eens een poging doen een begrijpelijke definitie te geven van een postzegel:

Een postzegel is een klein, vaak gekarteld, gedrukt (waarde)papiertje (zegel) voorzien van een unieke voorstelling, over het algemeen  gegomd en met een waarde-aanduiding; welke door de bezitter gebruikt kan worden voor het per (officiële) post verzenden van een brief, kaart of pakketje, door het daarop te plakken (frankeren) en ter verzending aan te bieden, waarbij tijdens welke verzending de postzegel(s) worden ontwaard door middel van een stempel. Aan bepaalde postzegels kan de postdienst beperkingen voor doel en aard van de verzending opgelegd, zoals bijvoorbeeld: pakketzegels, aangetekende verzendingen, verzekerde verzending, spoedbestellingen, luchtvervoer, toeslagzegels, overheidsdienstpost, portzegels, e.d.

Wat is dus kenmerkend voor een postzegel: het is een klein stukje waarde papier met waarde aanduiding en je mag/kunt hem op een brief/kaart of pakkertje plakken ter verzending naar geadresseerde. Basis is dus: vooraf betalen via waardezegels voor de (officiële) dienst van postverzending.

Strip van 5, paar en 2 losse ex. = 90 cent frankering naar Batavia
Strip van 5, paar en 2 losse ex. = 90 cent frankering naar Batavia

Portzegels zijn een grensgeval omdat ze niet bedoeld zijn om vooraf te betalen voor het verzenden, maar worden gebruikt voor achteraf boete betalen voor het niet en/of onvoldoende frankeren van de postverzending. Voor de systematiek worden echter portzegels algemeen beschouwd te zijn een vorm van een postzegel en dat zou ik ook willen volgen.

portzegels nederland

In principe proberen overheden en hun aangewezen postdiensten de gedrukte postzegels een stabiele gelijkvormige kwaliteit te geven. Maar die post-diensten geven steeds nieuwe, andere postzegels uit met verschillende waarden, steeds andere voorstellingen en gedrukt in een variëteit van kleuren. Vraag is nu wanneer is er sprake van een nieuwe uitgave van een postzegel in plaats van een (iets gewijzigde) herdruk van een eerder uitgegeven zegel?

Mijn definitie zou zijn:

Een nieuwe uitgave is een (post)zegel die door het post-bedrijf is uitgegeven en opzettelijk is bedoeld om een andere – qua vormgeving, voorstelling, kleur, waarde – postzegel aan haar klanten aan te bieden.

Een nieuwe zegel is dus een zegel die de gebruiker ook zal herkennen als een andere, nieuwe zegel.  En zullen verschillen in watermerken, perforatie, fosfor, drukprocedé, kleine kleurverschillen door de doorsnee burger niet gezien worden en zeker niet erkend als “we hebben een nieuwe postzegel”.

roltanding kinderzegels 1925  gewone tanding kinderzegels 1925.jpg

En we hebben het hier nog steeds niet over de drukvorm (vellen, strookje, blokje, boekje) want dat kan voor dezelfde postzegel wel degelijk anders zijn en meestal is dat anders om de verzamelaar meer te laten kopen. Maar ook die verschillen zijn betekenisloos als de zegel als een enkele zegel is afgescheurd en op de brief is geplakt.

Maar, en daar begint de ellende voor de catalogi makers, als de postdienst niet de intentie heeft om een nieuwe zegel te ontwerpen en op de markt te brengen, maar door een andere wijze van produceren, andere drukkerij, andere inkt, andere perforatiemachines, andere gom, ontstaan er wel variëteiten die voor een verzamelaar interessant is om te verzamelen.

lichtrgevende postzegels gouga 1962
Deze als test in Gouda (1962) als fluoriserende postzegels uitgegeven zegels is van niets te onderscheiden van de oorspronkelijke zegels. Toch in NVHP catalogus niet als variant maar met een eigen hoofdnummer (774-776) gecatalogiseerd.

 

En dus wil de catalogusmaker deze variëteiten noemen en categoriseren. In mijn systematiek zijn variëteiten ook wat het is: variatie op de oorspronkelijke unieke postzegels en moeten in catalogi ook zo worden behandeld. Van doorslaggevende kenmerk is of de gebruiker die variëteiten (op het blote oog, en zonder hulpmiddelen), ook zou herkennen én erkennen als een nieuwe zegel. Soms zal de gebruiker misschien denken “er is iets anders” maar over het algemeen zal het hem of haar dezelfde zegel zijn. Dat moet het criterium zijn.

Variëteiten van dezelfde unieke postzegel zijn verschillen in papier, druk(procedé), soort en dichtheid perforatie (getand, ongetand, gedeeltelijk getand), inkt en dus kleine kleurverschillen, watermerken in het papier, en fosforisatie of fluorisatie van inkt en papier. Onder variëteiten worden ook geschaard dezelfde afbeeldingen op de zegel maar met verschillende (zeer klein gedrukte) jaartallen van productie, naam drukkerij en/of ontwerper, die op het oog zonder loep nauwelijks opvallen. Tevens zijn alle zogenaamde drukfouten en plaatfouten onbedoelde variaties.

Deze variëteiten dienen mijns inziens in een catalogus niet van een nieuw uniek (volgnummer) te worden voorzien, maar door een toevoeging aan het oorspronkelijke catalogus-nummer van een volgaanduiding a,b,c,… wordt voorzien. Over het algemeen gebeurd dat ook, maar niet consequent en in alle gevallen.

Er is sprake van een nieuwe uitgave indien met opzet:

  • dezelfde postzegel in een andere waarde wordt gedrukt
  • dezelfde postzegel in een andere kleur wordt gedrukt
  • dezelfde postzegel in een ander (opvallend) formaat wordt uitgegeven
  • dezelfde postzegel in een zelfklevende ( en dan vaak met golven perforatie) wordt uitgegeven
  • dezelfde zegel van een opdruk (tekst en/of waardeverandering) wordt voorzien.

Ook hier is er een grensgebied, met name die van de zelfklevende variant van dezelfde voorstelling. Meestal zien deze er zo anders uit (en voelen vaak ook dikker aan) dat de gebruikers het zullen zien als een nieuwe zegel. Ik kies hier voor een ‘nieuwe’ uitgave, maar als we afspreken dat het een variant is, zijn daar ook goede argumenten voor.

Nu kunnen we per land (of beter per UPC uitgave gebied) de unieke uitgegeven postzegels eenduidig gaan tellen en nummeren. De procedure daarvoor zou dan moeten zijn:

  1. de nummering volgt strikt de chronologie van de uitgave datum van een nieuwe (unieke) individuele zegel welke officiële wordt uitgegeven door het postdienst van een land
  2. in de chronologische volgnummering worden opgenomen de verschillende vormen van postzegels met (beperkte) doel en gebruik, inclusief portzegels
  3. al dan niet opzettelijke variëteiten van de oorspronkelijke unieke individuele postzegels worden niet als zelfstandig volgnummer opgenomen. Zelfklevende variant wordt als een nieuwe unieke zelfstandige postzegel aangemerkt
  4. bepaalde drukvormen (vellen, velletjes, blokken, stroken e.d.) worden niet als aparte unieke zegels opgenomen.

Per land/uitgave gebied ontstaat dan een eenduidige nummering en telling die de individuele postzegel ook een uniek, voor iedereen te gebruiken nummer geeft. Ik pleit er voor dat de postzegelverzamelaars samen met de postdiensten verenigd in de UPC een dergelijk “Universal Stamp Indentification numberUSID gaan opzetten  en uitgeven. De uitgevers van gedrukte en online postzegel-catalogi kunnen dan hierop hun eigen en onderscheidende systematiek bouwen.

Wat voegt de uitgever dan toe aan deze USID-nummering? Veel en dat ligt natuurlijk juist niet in hun inconsistente, en bewust niet vrij te gebruiken, nummering.

Ten eerste natuurlijk de ordening van de zegels in soort zegels (pakketzegels, aangetekende verzendingen, verzekerde verzending, spoedbestellingen, luchtvervoer, toeslagzegels, overheidsdienstpost, portzegels): daar zijn vele varianten in mogelijk. Michel zet de luchtpostzegels in de chronologie van de basis-postzegels. Yvert-Tellier doet dat niet.

Nederlandse luchtpost ftankeer zegel no 1162 michel catalogus.jpg

Het ordenen van de zegels (vaak buiten de strikte chronologie) in series. Dat is voor de verzamelaar heel plezierig. Voor de eerste honderd jaar doen de uitgevers dat als vanzelfsprekend en pasten hun nummering dus aan aan de serievorming in plaats van de. Nu is het vrijwel alleen de chronologie (met vak hulplijstje van alle leden van een serie achter in de catalogus).

lijst van elisabeth zegels in Michel Catalogus Groot-Britannië.jpg

Het categoriseren van voor verzamelaars interessant drukvormen: velletjes, stroken, postzegelboekjes, samenhangende zegels, siervelden, blokken e.d. Kan op vele manieren en daar is uniformering wat minder belangrijk omdat uiteindelijk ieder blok, vel, boekje wel is te identificeren met de USID-nummers uit dat blokje , enz.

Uiteraard de weergave van de (handels)prijzen voor verzamelaars. Een van de belangrijkste taken van de uitgever.

Het geven van informatie over de postzegel (ontwerper, drukkerij, oplage, aantal drukken, e.d.)

Verder het ordenen naar bijvoorbeeld onderwerpen, voorstellingen, ontwerpers, doel e.d. Dit zal noodzakelijker wijze steeds mer online gaan en niet in print.

Uitgevers kunnen nu gewoon doorgaan met eigen nummering, ook voor speciale ad-hoc ordeningen, en door de verwijzing naar het USID-nummer het toch voor de gehele postzegel verzamelende gemeenschap ondubbelzinnig houden over welke postzegel we het nu hebben.

In en apart artikel zal ik ingaan op de verschillende inconsistenties in de bestaande catalogi.

Ten slotte om een indruk te geven hoe  de nummer van de Nederlandse Postzegels uiteenloopt hier de nummer (en dus het aantal postzegels in Nederland uitgegeven!?) van de eerste postzegel van 2000 (Het Kwartje):

postzegel nvph 1876 het kwartrje

NVPH: no. 1876

Michel: no. 1773

Stampworld.nl: 1770