Auteur: Dick Ahles

  • De verkiezing van Trump als gevolg van een sociale revolutie

    De verkiezing van Trump als gevolg van een sociale revolutie

    Het ontstaan van de landbouw maakte wereldrijken met absolute heersers mogelijk, de zeescheepvaart deed internationale handel en stadstaten ontstaan, de uitvinding van de boekdrukkunst triggerde de Verlichting en de verdwijning van de kerk als wereldlijke macht, de uitvinding van de stoommachine veroorzaakte de vestiging van burgerlijk staatsbestuur en de emancipatie van het proletariaat, de industriële revolutie leidde de massaproductie van goederen in, kortom: er is een direct verband tussen grote technologische revoluties en grote sociale veranderingen.

    Als hoogtepunt van de sociale gevolgen van de cybertechnologische revolutie na de Tweede Wereldoorlog begon het internettijdperk, ofwel het cybernetisch-biotechnisch tijdperk, dat de meest ingrijpende technologische revolutie en sociale verandering in de geschiedenis van de mensheid inleidde, namelijk: op de hele wereld is bijna ieder individu, vanzelfsprekend, een computer gaan gebruiken, plus, bijna als een verlengstuk van het lichaam, een mobiele telefoon met vierentwintiguurs contact met de hele wereld. Dit heeft uiteraard voor ingrijpende wijzigingen gezorgd in de manier waarop samenlevingen functioneren en we ons gedragen.

    Donald Trump kreeg een overweldigend aantal stemmen, ondanks alle propaganda door zijn tegenstanders. De kiezers weten wel beter, letterlijk zelfs. De grote cybernetische revolutie heeft er immers voor gezorgd dat de grote massa zich niet langer laat leiden door de normen en waarden van de heersende elite en niet meer doet wat die elite wil.

    Het internet en de sociale media hebben het monopolie op informatie, de verspreiding daarvan en de toegang daartoe van de heersende elite, en de door hen gestuurde media, doorbroken. Hierdoor is men nu weerbaar tegen de manipulatie, de leugens en de, vaak subtiele, propaganda van de machthebbers: men ziet, doorziet en ontmaskert het.

    Toen ik dertig jaar geleden als uitgever direct betrokken was bij wat toen elektronisch uitgeven heette, formuleerde ik de wet van Ahles:

    Alles wat gedigitaliseerd KAN worden, zal worden gedigitaliseerd; alles wat gedigitaliseerd IS, zal vroeg of laat vrij en publiekelijk online te raadplegen zijn.

    Het monopolie van uitgevers en de overheid op informatie is doorbroken; zelfs de auteurswet functioneert nauwelijks meer. Alle pogingen om de toegang tot informatie op het internet te monopoliseren, zullen falen, omdat het internet aan niemand toebehoort. Bovendien is de technologie erachter zo ontworpen dat er, wanneer één verbinding wordt verbroken, er altijd nog tal van andere paden zijn om informatie te bereiken.

    De technologische revolutie heeft, onder andere via de social media, van elke burger een uitgever gemaakt. Hier heeft hij geen toestemming voor nodig. En we zullen er steeds beter en effectiever in worden. Kortom, onze onderlinge communicatie kan niet meer worden uitgeschakeld en kan zelfs niet meer, althans niet op een efficiënte manier, worden gecontroleerd door de overheid.

    Tot nu toe was het zo dat elites, wanneer ze zich in het nauw gedreven voelden, hun toevlucht namen tot overheidsingrijpen en censuur en het verbieden van denkbeelden en meningen, en als hoogtepunt van de sociale gevolgen van de cybertechnologische revolutie pogingen ondernamen om grip te krijgen op de inhoud en de verspreiding van drukwerk en de toegang tot de drukpers de uitgeverij en de bibliotheken. Maar nu, met het internet, falen ze onvermijdelijk. En daarmee gaat hun reputatie als hoogtepunt van de sociale gevolgen van de cybertechnologische revolutie ten onder. We merken het nu wanneer ze liegen en ze ons manipuleren.

    De elite heeft, machtig als ze is, het monopolie op het gebruik van geweld en, als enige, schijnbaar onbeperkte financiële middelen. Maar de ‘onteigenden’ zijn met meer, en mede daardoor niet machteloos: een overtuigende meerderheid heeft immers, ondanks alle inspanningen door de media, de enorme bedragen aan reclame en propaganda, de ongegeneerde pogingen om de potentiële president Trump stemmers te framen en het voorspellen van rampspoed bij een ´foute’ keuze, toch op hem gestemd!

    In het boek Society 4.0. van Bob de Wit wordt de huidige technologische revolutie adequaat herkend en beschreven, maar de Wit’s conclusie – dat het een nieuwe fase van de industriële revolutie is, is onvolledig. De cybernetische revolutie heeft een groter en directer effect op, ten eerste, de samenleving en, ten tweede, het leven, denken en doen van individuen en maakt de mensen vrijer en minder afhankelijker van machtige overheden, grote bedrijven en de traditionele media. Dit gaat ongelooflijke consequenties hebben. We zijn op weg naar de Citizens Society van Bob de Wit, maar dan zonder de volledige overheersing door een onaantastbare geprivilegieerde elite.

    Scott Jennings, een commentator van CNN, zei over de uitslag onder andere het volgende:

    Ik interpreteer de resultaten van vanavond als de wraak van de gewone Amerikaanse arbeidersklasse, het anonieme Amerika, dat verpletterd en neerbuigend behandeld is. Ze zijn geen ‘vuilnis’, of nazi’s, maar gewone mensen, die elke dag opstaan en naar hun werk gaan en proberen het leven beter te maken voor hun kinderen. Ze hebben het gevoel dat ze hun mond moeten houden als ze klagen over zaken die hen pijn doen in hun eigen leven […] In het stemhokje zijn ze in opstand gekomen. We hebben genoeg gehad!

    Bron: Rumble-video van Scott Jennings

    Hoezeer de elite in deze revolutionaire tijden van het internet buiten de wereld en de behoeften en de kennis van de gewone burgers is komen te staan, blijkt bijvoorbeeld, overduidelijk, uit de verkiezingsuitslag van het District of Columbia ofwel Washington D.C. , waar de top van de politiek, ambtenaren, bankiers, militairen, veiligheidsdiensten, juristen, en journalisten zich bevindt – de architecten van de oorlog en het staatstekort, die uit de grote staatsruif eten (Max Weber: Politiek als beroep). Ze hebben de macht en 92% stemde voor Harris.

    In deze stad worden inmiddels plannen bedacht om Trump’s presidentschap te dwarsbomen en te laten mislukken. Maar ze kunnen zich beter zorgen maken over de dag waarop het volk hen – gedreven door de woede over het onrecht dat hen is aangedaan uit naam van hun arrogante, maar zogenaamde goede bedoelingen, hun leugens, hun oorlogen, hun geldsysteem en hun BLM- en woke-onzin – uit hun kantoren, vliegtuigen, auto’s, clubs en huizen zullen jagen, als hoogtepunt van de sociale gevolgen van de cybertechnologische revolutie. Daarna kunnen we beginnen aan een nieuwe, rechtvaardige en ordelijke samenleving, waarin de technologie voor de democratisering van informatie voor de burger volledig is geaccepteerd en geïntegreerd, met nieuwe idealen, nieuwe leiders en een nieuwe elite die ons verder zal helpen met de vooruitgang van de mensheid!

    We leven in revolutionaire tijden.

    NB: met dank aan Yvonne Killian voor de aanvullingen en de eindredactie van de tekst.

  • Socialisme versus Liberalisme – Ideologie en de praktijk – een spiegelgevecht

    Socialisme versus Liberalisme – Ideologie en de praktijk – een spiegelgevecht

    Honderden jaren lang hebben politieke filosofen de staat beschouwd als een vanzelfsprekende en onvermijdelijke entiteit met een hiërarchische bestuursstructuur. Volgens hen kan alleen een staat het algemene belang van haar onderdanen bepalen, bescherming bieden, regels en wetten vaststellen en handhaven. Deze overtuiging wordt breed gedragen onder de elite en de gehele bevolking. Bekende pleitbezorgers van deze visie zijn de filosofen Plato, Hugo de Groot, Rousseau en vooral Hegel, die als grondlegger van het marxisme en het nazisme gezien wordt. Deze laatste twee ideologieën hebben na hun ontstaan geleid tot de dood van tientallen miljoenen mensen.

    Staten hebben echter ook door de geschiedenis heen veel ellende veroorzaakt door te roven, oorlogen te voeren, kolonialisme, en economische uitbuiting en onderdrukking. Er bestaat een grote kloof tussen het positieve imago van de staat en haar dienaren en de werkelijke rol van de staat als veroorzaker van veel ellende. Dit rechtvaardigt een discussie over deze vanzelfsprekende aannames.

    De staat en het streven naar een rechtvaardige samenleving

    In de afgelopen honderd jaar hebben onze politieke en intellectuele leiders, die voornamelijk socialisten zijn, de collectieve aard van de staat stevig als norm geaccepteerd. De inrichting van de staat, met name het reguleren van economische processen, wordt tegenwoordig voornamelijk gekarakteriseerd als een socialistische politieke opvatting. Deze nu dominante intellectuele stroming heeft de daarvan afwijkende politieke stroming, het liberalisme, weten af te schilderen als een ideologie die gericht is op egoïstische zelfverrijking door kapitalisten in een zogenaamde ‘vrije markt-economie’. Tegelijkertijd beweren socialisten te strijden voor een rechtvaardige samenleving waar de overheid de negatieve effecten van de vrije markt-economie beperkt en zorg draagt voor een rechtvaardige verdeling van welvaart, ook onder de zwakkeren in de samenleving. Ze zijn overtuigd dat zonder de staat deze rechtvaardige samenleving niet gerealiseerd kan worden. Zij hoeven de nuttigheid van hun politieke issues nooit aan iemand uit te leggen; liberalen altijd.

    Dit verschil in opvattingen tussen socialisme en liberalisme verdeelt het politieke spectrum in tweeën: de aanhangers worden respectievelijk linkse en rechtse politici genoemd. Of progressieven versus conservatieve politici. In de huidige westerse samenlevingen wordt links en progressief uiteraard dominant gezien als de moreel superieure politieke stroming.

    Broederschap

    Dit wereldbeeld met de wat simplistische indeling negeert echter dat er naast socialisme (gelijkheid) en liberalisme (vrijheid) ook een brede confessionele stroming bestaat in de bevolking, broederschap, die geloofsovertuigingen aanhangt en vaak conservatieve opvattingen heeft over de gewenste staatsinrichting en economische betrekkingen. De huidige intellectuele elite dwingt de confessionelen vaak om te kiezen tussen links en rechts, en de winnaar van deze ‘beauty contest’ is meestal het socialisme.

    Hoewel de genoemde stellingen over het socialisme en liberalisme voornamelijk gaan over economische aspecten van de samenleving in collectivistische staten, zijn er ook politieke stellingnames nodig over individueel eigendom, staatsinrichting, politiebescherming, burgerlijk recht, internationale betrekkingen, gezondheidszorg, ondernemersrecht, belastinginning, sociale voorzieningen en de grenzen van de staatsmacht ten opzichte van individuele vrijheden. Daarom is er altijd een levendige discussie gaande in het politieke spectrum, waarin economische opvattingen een ondergeschikte rol spelen, allemaal binnen het axioma van het nut en dus de onvermijdelijkheid van een centraal staatsgezag.

    Geleide economie als construct

    De controverse tussen socialisme en liberalisme is complex omdat de socialistische opvattingen over een geleide economie en bescherming van de zwakken tegen de vrije markt een construct zijn, bedacht en uitvoerig beschreven in handboeken door intellectuelen zoals Marx en Keynes, met of zonder wetenschappelijke onderbouwing. Dit leidt tot verschillende scholen binnen het socialistische collectivisme, die allemaal debatteren en ruziën over de juistheid en noodzakelijkheid van bepaalde maatregelen in min of meer gecollectiviseerde staten.

    Aan de andere kant laat de economie van het liberalisme, in theorie, individuen vrij in hun economisch handelen. De economie als geheel is in dat geval het natuurlijke resultaat van de optelsom van individuele handelingen. Het is een natuurlijk systeem zonder handboek of regels. Liberalisme gaat ervan uit dat samenwerking en zorg tussen individuen, bijvoorbeeld in de oprichting van bedrijven en ondernemingen, die geld genereert waarmee mensen aan producten, diensten én inkomen wordt geholpen, leidt tot een evenwicht met het beste resultaat, uiteraard afhankelijk van de vaardigheden, slimheid en inzet van de samenwerkende individuen. Elk individu regelt zijn eigen leven, met als fundamenteel uitgangspunt: leven en laten leven.

    Staat creëert collectivistische kaders

    Men moet zich realiseren dat de dominante opvatting over de onvermijdelijkheid van het staatsgezag betekent dat de praktische uitvoering van economisch liberalisme, met de 19e eeuw als hoogtepunt, altijd binnen collectivistische kaders heeft plaatsgevonden; in natiestaten is er nooit sprake geweest van een vrije markteconomie. Er waren altijd overheidsregels die de vrije deelname van burgers aan het economische verkeer reguleerden. De overheid heeft altijd privileges uitgedeeld (concessies, auteursrechten, licenties, vergunningen), of zelf de rol van ondernemer op zich genomen (VOC, Staatsloterij, oorlog en oorlogsindustrie, overheidsschulden); heeft altijd de prijs van bepaalde producten gereguleerd, al was het alleen maar door het toepassen van accijnzen; heeft altijd de marktwerking willen beïnvloeden (ten gunste van bepaalde groepen; een vorm van staatsdiscriminatie!) door subsidies en overheidsdeelnames; de binnenlandse handel willen beschermen tegen de buitenwereld door mercantilisme (invoertarieven, exportbeperkingen); en monopolies gecreëerd bij geldcreatie en banken, nutsbedrijven, gezondheidszorg, scholen, rechters, notarissen en belastinginning. En verder waren er vroeger gilden en nu vakbonden, werkgeversorganisaties en beroepsverenigingen waarbinnen men vaak slechts het beroep mag uitoefenen als men aan de normen en vergunningen voldoet, vaak in overheidsregels en wetten in beton gegoten. Hoezo een vrije markt?

    Deze overheidsbemoeienis is altijd omvangrijk geweest, vaak ook op initiatief van of met medewerking van de liberalen, en was zeker in tijden van rampspoed en oorlog allesoverheersend. En deze overheidsbemoeienis heeft alle grote economische crisissen veroorzaakt, ook die in de middeleeuwen en de Gouden Eeuw. Toch zijn de pleitbezorgers van een centrale overheid in soevereine landen steeds in staat geweest om de negatieve effecten van de kapitalisten en de veronderstelde verwoestende werking op het geluk van de mensheid van de vrije markteconomie (de zwarthandelaren!) in de schoenen van de liberalen te schuiven. Ook als er nooit en nergens sprake is geweest van een werkelijke vrije markt en veel van de zogenaamde kapitalisten vaak door staatsprivileges voor vriendjes bewust zijn gecreëerd.

    Spiegelgevecht

    Onafhankelijk van ieders persoonlijke opvattingen over de superioriteit van het collectivisme versus de individuele vrijheid, kan de winnaar in de politieke strijd tussen links en rechts, tussen socialisme en liberalisme, nooit worden vastgesteld, om de simpele reden dat het socialisme wel een reële staatsinrichting heeft geschapen en het liberalisme in zijn gronduitgangspunten nooit. Want ook de liberalen waren altijd ingekapseld in de uitgangspunten van een collectieve staat en pleitten, waar het hen uitkwam, voor overheidsregulering van markten en bescherming van de grote, vaak monopolistische, ondernemingen. Uit naam van het algemene belang uiteraard!

    Het actuele politieke gevecht is daarmee een spiegelgevecht.

    De werkelijke politieke strijd gaat derhalve in wezen niet tussen de zegeningen van het socialisme of liberalisme, maar tussen het collectivisme versus de individuele vrijheid. Dus tussen een keuze maken voor óf de almacht van de staat, óf het fundamentele recht van ieder individu om zijn eigen leven te regeren. De aanhangers van de staatsdominantie staan deze discussie meestal domweg niet toe, en verhinderen dat individuen ervoor kunnen kiezen om hun leven zélf, naar eigen inzicht, te regeren. U kunt zich als burger immers nergens officieel uitschrijven als onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden, en zich daarmee, voor uw gevoel, bevrijden. U dient blijkbaar eeuwig slaaf van de door jou niet gekozen overheidsmeesters te blijven.

    De bio-cybernetische technologische revolutie

    Het belangrijkste politieke gevolg in deze moderne tijd, als uitvloeisel van de huidige grote bio-cybernetische technologische revolutie met het democratiseren van de verwerving, eigen distributie én publiceren van informatie en meningen, en de beschikbaarheid voor iedereen van de AI-technologie, is dat het de individuele burger nu, veel meer dan in het verleden, in staat stelt zijn streven voor zijn individuele vrijheid met succes te bevechten, want hij kan zich nu gemakkelijker losmaken van de macht van de enkele bezitters van informatie en losmaken van de enkele bezitters van de machtsmiddelen geld en wapens. Hij maakt zich daarmee ook los van de collectivistische karakter van elke staat en haar regerende elites.

    En binnen die erkende individuele vrijheid kan iedereen besluiten zich vrijwillig aan te sluiten bij welke collectieve samenwerking of kring dan ook, zonder wie dan ook te dwingen zich daar ook aan te onderwerpen. Dat is wat ze zouden moeten bedoelen met het vestigen van een multi-cultureel-politieke samenleving, waarbinnen ieder individu deel uit maakt van vele kringen die in interactie het rijke, veelzijdige veelvormige mensenleven creëert.

    Strategie?

    De vraag die vervolgens eminent wordt is: als men die individuele vrijheid, en dus dat iedereen zelf zijn eigen leven kan en mag regeren, werkelijk als uitgangspunt van iedere samenleving wil doen realiseren, welke strategie moet je dan volgen om die revolutie tegen de gevestigden belangen te doen slagen? En is het überhaupt wel mogelijk? Want de huidige intellectuele en politieke elite zal zich daar tegen verzetten. Uit al hun macht. Én ze hebben heel veel machtsmiddelen.

    Ik heb een blauwdruk voor zo’n strategie op de tekentafel staan. Het kan. Maar bedenk: het zal onvermijdelijk voor de heersende elite een omwenteling van jewelste zijn!

  • Soevereiniteit in Eigen Kring

    Soevereiniteit in Eigen Kring

    Onder de titel “Souvereiniteit in Eigen Kring1 sprak Dr. Abraham Kuyper op 20 oktober 1880 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam een rede uit ter inwijding van de Vrije Universiteit. De inhoud van deze redevoering is voor Libertariërs uiterst relevant.

    Ik doel niet op het deel van de rede dat handelt over de juistheid van de uitgangspunten van de Gereformeerde Kerk, hoewel dit voor Kuyper als politiek en geestelijk leider van de gereformeerden in de tweede helft van de 19e eeuw het belangrijkste deel was, maar op het deel over het fundamentele beginsel van de soevereiniteit van kringen.

    Kringen

    Met kringen bedoelt Kuyper groepen individuen die, op eigen initiatief, samen activiteiten ontplooien. Ze geven zelf hun leven vorm door gezinnen te stichten, scholen te organiseren, armen te helpen, bedrijven te starten en sport- en muziekverenigingen en dergelijke op te richten.

    Kringen dragen bij aan de ontwikkeling en samenhang van onze samenleving. In zijn artikel “Soevereiniteit in eigen kring plooit pluriforme samenleving” betoogt Henk Post2, “dat onze samenleving zich kan ontplooien en plooien […], burgers zich aan elkaar verbinden en dat de samenleving bij elkaar wordt gehouden” dankzij deze kringen.

    Kuypers verwoordt het in zijn redevoering met het volgende beeld: “al die kringen grijpen met de tanden hunner raderen in elkaar, en juist door dat op elkaar inwerken en in elkaar schuiven van deze kringen ontstaat het rijke, veelzijdige, veelvormige mensenleven”.3

    Staatsgezag

    Alle groepen, organisaties en samenlevingen, in welke gestructureerde en georganiseerde vorm dan ook, zijn kringen. Ook een natie, een staat, een soeverein land is een kring. Echter, deze kringen hebben een ‘status aparte’ ten opzichte van de andere kringen, omdat de overheden van deze statelijke kringen macht claimen over de individuen en de kringen, gebaseerd op wetten en regels.

    Libertariërs zijn van mening dat de overheid overbodig is. Zij stellen dat individuen als vrije burgers – door het vormen van kringen – zich zelf kunnen organiseren en dat beter en goedkoper doen dan een overheid. Als er dan toch een overheid nodig is, dient deze zo klein mogelijk te zijn en zo weinig mogelijk taken te hebben. Zo vindt Ayn Rand dat de overheid zich dient te beperken tot het beschermen van ieders individuele vrijheid.4

    Ook Kuypers heeft het over een beperkte taak voor de overheid. Hij omschrijft het als volgt, nog steeds met het beeld van de raderen: “[in het leven van kringen… ] ontstaat ook, in dat leven, het gevaar dat één kring de naastliggende inbuige; als het rad horten doet; tand na tand stuk wringe; en dusdoende de gang store van het geheel. En vandaar dus de noodzaak, de “bestaansreden voor nog een afzonderlijke gezagskring…“. Hij concludeert dat dit staatsgezag, dat dus moet zorgen voor rechtspraak bij conflicten tussen individuen en kringen, hoog uitsteekt boven alle kringen, maar “binnen elk dier kringen geldt ze niet5, dus: Soevereiniteit in eigen kring! Daarom heette de Vrije Universiteit Vrije Universiteit: vrij van de overheid. Met als consequentie dat de overheid de universiteit dus ook niet hoefde te financieren, en zelfs niet mócht financieren, want wie betaalt, bepaalt. De gereformeerden betaalden de universiteit uit eigen zak.

    Collectieve samenlevingen

    Doordat we tegenwoordig in onze samenlevingen de rol van de overheid centraal stellen, lijken we niet meer in te willen zien dat ons leven, ook nu nog, vooral door onze eigen activiteiten in beslag genomen wordt en dat we private maatschappelijke taken uitvoeren.

    Los van feiten en overtuigingen en in tegenstelling tot de opvatting van Kuypers is het nu immers gangbaar en vanzelfsprekend dat de overheid de rechten en bevoegdheden van een soevereine kring niet alleen kan erkennen, maar er ook grenzen aan kan stellen.6

    Iedereen die, net als Post, van mening is dat soevereiniteit een fundamenteel beginsel van onze rechtstaat is, lijkt het toch te accepteren dat de overheid de rechten en bevoegdheden van een soevereine kring mag begrenzen. De overheid mag (en doet) dit ook met al onze andere fundamentele (mensen-)rechten en zorgt dan ook altijd voor een wettelijke basis waarop ze onze rechten desgewenst kan uithollen.7

    Door de toenemende collectivisering van onze samenlevingen zijn, in de afgelopen decennia, de opvattingen over de mate waarin de overheid in particuliere kringen van vrije individuen in mag grijpen sterk gewijzigd. De overheid wordt steeds meer gezien als de kring die voor alle andere kringen mag bepalen wat goed en wat slecht is, hoe mensen zich horen te gedragen en zelfs wat men wel of niet mag denken. Om dit te kunnen bereiken, heeft de overheid alle juridische en fysieke gewelds- en machtsmiddelen gemonopoliseerd. Daarmee is de soevereiniteit in eigen kring een speelbal geworden van de willekeur van politici en ambtenaren.

    Soevereiniteit in Eigen Kring als fundamenteel rechtsbeginsel

    Het vanzelfsprekende primaat van de staat doordrenkt ook het artikel van Post. In zijn betoog schetst hij casussen als de weigerambtenaar, het SGP-vrouwenstandpunt, de homodocent, islamitische voorschriften en tenslotte de eedaflegging. Hij noemt het onoplosbare problemen, zonder echter de oorzaak ervan, het primaat van de overheid, ter discussie te stellen. Dat primaat is onrechtvaardig, of beter: onrechtmatig, en tast de individuele vrijheid van burgers aan.

    Enerzijds beweert Post, op pagina 70, dat artikel 1 van onze Nederlandse grondwet “het fundamenteel beginsel van onze maatschappij en rechtsstaat is”, dat dat beginsel wordt “bedreigd en aangetast“, dat “de neutraliteit van de staat als waarborg van soevereiniteit in eigen kring daarbij in het geding is” en dat “de samenleving in het bijzonder wordt geconfronteerd met een totalitaire verleiding door een dominantie van het non-discriminatiebeginsel die de plooien van onze pluriforme samenleving niet respecteert”. Maar anderzijds beweert hij ook, op dezelfde pagina, dat ons huidige grondwetsartikel 1 “een fundamentele betekenis in het staatsrecht heeft” en benadrukt hij op pagina 55: “Het is in strijd met onze rechtsbeginselen als iemand als sollicitant of werknemer in het onderwijs afgewezen wordt om zijn/haar seksuele gerichtheid, en daarom op een school niet welkom zou zijn.”

    Post8 doet ook afbreuk aan het onbeperkte politieke recht dat de overheid zichzelf heeft toegekend op basis van de eerste zin van artikel 1: “De pluriformiteit van het publieke domein voor een vreedzaam samenleven van burgers vereist de neutraliteit, in de zin van onpartijdigheid, van de staat.” Op pagina 56 van zijn artikel beweert hij zelfs, naïef: “Het is de verantwoordelijkheid van de politiek om de pluriformiteit van de maatschappij binnen de staat onbevangen te beschermen.” Het fundamentele rechtsbeginsel van Soevereiniteit in Eigen Kring, ofwel ‘het hoofd bieden aan de totalitaire verleiding door een dominantie van het non-discriminatiebeginsel’, wordt door Post dus uiteindelijk afhankelijk gesteld van de welwillendheid en het fatsoen van de politiek, die echter bestaat uit persoonlijkheden die deze pluriformiteit helemaal niet onbekommerd beschermen, maar vooral hun eigen vooroordelen prediken en modieuze stellingen volgen.

    De redenatie van Hans Post lijkt een amechtige poging om, voor individuen die zich christenen noemen, christelijke waarden te beschermen tegen “een totalitaire verleiding door een dominantie van het non-discriminatiebeginsel die de plooien van onze pluriforme samenleving niet respecteert”. Deze bescherming is urgent nodig voor iedereen die de momenteel heersende politieke opvattingen van de dominante politieke stroming van de huidige socialistische collectieve staat niet deelt. Maar Hans Post is het slachtoffer van drie misvattingen, die ik zal beschrijven.

    De onbetrouwbare Overheid

    Zoals hierboven al aangestipt, is het een illusie om te denken dat we een overheid nodig hebben die met grondwetten en andere wetten de fundamentele rechtsbeginselen van de individuele vrijheid garandeert. Want dat doet een overheid niet, dat heeft ze nooit gedaan en door de machtsstructuur van een overheid is het zelfs onwaarschijnlijk dat ze dat überhaupt kan of wil. Zie voor de onderbouwing van deze stelling het essay van Frank van Dun, Het Fundamentele Rechtsbeginsel.9 Zie zijn hoofdstuk 8: Recht en Staat.

    Laten we hier dus maar, in plaats van een discussie te beginnen over de taken en het eventuele nut of de (on)misbaarheid van overheden, gewoon constateren dat het beschermen van fundamentele rechtsbeginselen helemaal nooit, in geen enkel historisch verband, in goede handen is geweest bij welke overheid dan ook.

    Dat de overheid nuttig is en dat een staat noodzakelijk is, is echter iets wat we graag willen geloven. Deze illusie is zorgvuldig uitgedragen door politici, overheidsdienaren en filosofen in dienst van de elite. Ook Hans Post lijkt hierin te geloven, of beter gezegd, hij wil het graag geloven, ook al is zijn artikel in feite één grote aanklacht tegen de opvattingen en beslissingen van diezelfde overheid en haar, afhankelijke, rechterlijke macht.

    We zouden ons serieus moeten afvragen of we deze de algemeen gedeelde illusie van overheidsbescherming nog langer willen volhouden. Is het niet tijd om te erkennen dat de overheid onze vrijheid niet beschermt, maar juist bedreigt? De verantwoordelijkheid voor het beschermen van onze fundamentele rechten ligt uiteindelijk bij onszelf, als individuen, en bij de door ons zelf georganiseerde kringen.

    De ‘onpartijdige’ Overheid

    In de liberale opvattingen van een rechtsstaat, zoals die zich in de 19e eeuw ontwikkelden, ging het altijd over de omvang van de overheidstaken. Hoe meer taken de overheid had, hoe meer de soevereiniteit van individuen die zich in vrijheid hadden georganiseerd op de een of andere manier in het geding kwam. Dat leidde tot felle discussies, die uitvoerig en onbevooroordeeld beschreven zijn door Prof. P.J. Oud in zijn boek ‘Honderd Jaren10‘.

    Wat echter nooit ter discussie stond, was het fundamentele staatsrechtelijke beginsel van onpartijdigheid. De overheid mag bijvoorbeeld, als gevolg van het aanhangen van het beginsel van scheiding van Kerk en Staat, geen voorkeur hebben voor een bepaalde religie of politieke opvatting. Dit is de legalistische versie van het beginsel van vrijheid, en dit is ook wat Henk Post in zijn artikel bedoelt met het neutraliteits- en onpartijdigheidsbeginsel van de overheid. Dit beginsel heeft drie aspecten: iedereen wordt door de overheid gelijk behandeld, niemand heeft privileges, en iedereen kan in overheidsdienst worden benoemd.

    In de oude grondwetten stonden dan ook grondwetsartikelen als: “Alle Leden der Maatschappij hebben, zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand, of rang, eene gelijke aanspraak op derzelver voordeel” (grondwet 1798, artikel 3).

    Maar ook hier wilden de overheid, de politici en de overheidsdienaren zich niet aan houden. Zie bijvoorbeeld, in Honderd Jaren van Prof. P.J. Oud, hoe Domela Nieuwenhuis door de overheid systematisch werd tegengewerkt11. Er is immers geen enkele garantie dat datgene wat de wetgever in een grondwet neerschrijft, ook zal worden nagekomen. Het berufsverbot van de aanhangers van Wilders en Baudet zijn daar prachtige, ongrondwettelijke voorbeelden van, net als het schenden van artikel 11 van de grondwet “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam” tijdens de COVID-19 vaccinatiecampagnes. Nood-breekt-wet is een eenvoudige manier voor een overheid om grondrechten aan haar staatsrechtelijke laars te lappen, vooral als men bedenkt dat het diezelfde overheid is die wel even zal bepalen dat er nood is en wat die nood precies is. Een portie staatspropaganda volstaat om deze “nood” breed uitgemeten aan de goegemeente te verkopen.

    Kortom, het opnemen in de grondwet van “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld” (artikel 1) en “Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar” (artikel 3) garandeert, in de praktijk, niets. Het blijft namelijk afhankelijk van “Het is de verantwoordelijkheid van de politiek de pluriformiteit van de maatschappij binnen de staat onbekrompen te beschermen¨12.

    Een onpartijdige overheid bestaat niet. Althans er zijn geen historische voorbeelden van.

    Homo Discens

    In het voorstel voor de grote grondwetswijziging van 1983, opgesteld door een commissie onder leiding van Prof. A.M. Donner en gepubliceerd in de zogenaamde “Proeve van een nieuwe grondwet” (1966)13, stond artikel 1 als volgt geformuleerd: “Aan allen die zich in Nederland bevinden wordt gelijke bescherming van persoon en goed verleend.” Uiteraard moet dat gelezen worden met de toevoeging “.. door de overheid”, omdat die overheid zou moeten zorgen voor het beschermen van ieders individuele vrijheid en voor een, voor de wet, gelijke behandeling van alle burgers.

    Uiteindelijk is dit artikel in 1983 aangenomen met de aangepaste tekst “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” En in 2023 werden er, in lijn met de heersende opvattingen van de elite, de criteria handicap en seksuele gerichtheid aan toegevoegd. Maar de toevoeging “… door de overheid” ontbrak ook in deze twee versies.

    De oorspronkelijk voorgestelde tekst is dus, zij het in iets andere bewoordingen, opgenomen in de eerste zin van artikel 1, maar wordt niet gevolgd door een zin die betrekking heeft op wat de overheid richting zijn burgers moet doen of moet nalaten. Het artikel betreft zodoende een algemeen verbod op discriminatie door ‘alle mensen die zich in Nederland bevinden’. En dat is, mijn inziens, in de historie van de Nederlandse grondwetten een novum.

    Opnemen van grondrechten in grondwetten heeft sinds de Magna Carta van 1215 als doel gehad om de overheid te beperken in haar macht over de burgers. Zou er geen overheid zijn, dan was een discussie over grondrechten sowieso inhoudsloos. Maar nu is de grondwet, met dit artikel 1, geen wet voor de bescherming van burgers tegen haar overheid meer, maar een instrument voor vervolging van burgers, dóór de overheid.

    De casussen die Henk Post in zijn eerder genoemde artikel behandelt, zijn perfecte voorbeelden van hoe de overheid deze vervolging uitvoert, onder het mom van het nakomen van het grondwetsartikel tegen discriminatie.

    Het verbod op discriminatie door burgers is sowieso iets doortrapts. Immers, we discrimineren allemaal, voortdurend en noodzakelijk, wanneer we kiezen met wie we wel en niet omgaan, privé en zakelijk, want we zijn de homo discens. En dus zijn we volgens artikel 1 van onze grondwet allemaal potentiële, willekeurig vervolgbare, misdadigers.

    Als uitvloeisel van onze natuurlijke vrijheid – en dat is door Henk Post verwoord als het fundamentele recht op ‘Soevereiniteit in eigen kring‘ – hebben wij het recht om te discrimineren, om zelf te kiezen met wie we privé en zakelijk omgaan. Maar de overheid mag dat niet, die mag niet discrimineren! Kortom, door het ontbreken van de toevoeging “… door de overheid”, is artikel 1 van onze grondwet onrechtmatig. Alleen zien we deze onrechtmatigheid niet, omdat we uitsluitend als betoverd kijken naar de formulering van het romantische en vrome antidiscriminatieprincipe.
    In de handen van een almachtige overheid wordt dit grondwetsartikel gemakkelijk een instrument voor vervolging en onderdrukking van andersdenkenden, van dissidenten. Immers, het begrip “discriminatie op basis van welke grond dan ook” is zo ruim, dat de overheid keuzes zal moeten en willen maken en de heersende opvattingen over criteria waar wel en niet op gediscrimineerd mag worden, zal afstemmen op het aanpakken van haar tegenstanders.

    En zo is artikel 1 een machtig instrument geworden voor de implementatie van “een totalitaire verleiding door een dominantie van het non-discriminatiebeginsel die de plooien van onze pluriforme samenleving niet respecteert14 ̈ , en geeft het de huidige heersende socialistische stroming de totalitaire collectieve doelstellingen van haar totalitaire staat een legale basis. Propaganda en partijprogramma’s horen niet in wetgeving thuis en zeker niet in een grondwet.

    Samenvatting

    De basis van recht zit hem in het waarborgen van individuele vrijheid voor iedereen. Hieruit volgt vanzelfsprekend dat groepen, kringen, samenlevingen, alle Westerse maatschappijen noodzakelijk soeverein moeten zijn. En dat juist die soevereiniteit, samen met de individuele vrijheid, samenlevingen maakt en helpt evolueren. Daarmee is Soevereiniteit in Eigen Kring, zoals Henk Post in zijn artikel beargumenteert, een fundamenteel beginsel van onze Westerse maatschappijen. Abraham Kuyper heeft dat – weliswaar vanuit zijn gereformeerde visie – prachtig verwoord en daarom is het bestuderen van zijn argumenten nog steeds de moeite waard. Hij zou nooit hebben geaccepteerd dat onze huidige grondwet een discriminatieverbod voor burgers bevat, in plaats van voor de overheid.

    Kritisch commentaar en eindredactie: Yvonne Killian


    1. Dr. A. Kuyper – Souvereiniteit in Eigen Kring – 1880 – Amsterdam – J.H. Kuyt ↩︎
    2. Henk Post“Soevereiniteit in eigen kring plooit pluriforme samenleving” – 2011 , in Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid. (2)3. Boom – Meppel. ↩︎
    3. Kuyper, p. 12 ↩︎
    4. Ayn Rand – The Nature of Government (1966) – in “Capitalism: The unknown Ideal” . ↩︎
    5. Kuyper, p. 12 ↩︎
    6. Post, p. 52. ↩︎
    7. We leven toch in een rechtsstaat? – Ratio. In “Het libertarische Social Contract ” (2022). Werkgroep van de Libertaire Partij. pagina 113. ↩︎
    8. Post, pp. 55 ↩︎
    9. Frank van Dun – Het fundamenteel Rechtsbeginsel – een essay over de grondslagen van recht. 2007. ↩︎
    10. Prof. P.J. Oud – Honderd Jaren. 1967 ↩︎
    11. Oud, p.152 e.v. ↩︎
    12. Post, p. 56 ↩︎
    13. Prof. A.M. Donner c.s. – “Proeve van een nieuwe grondwet” (1966) ↩︎
    14. Post. pag. 68 ↩︎
  • Thierry Baudet is verbaasd

    Thierry Baudet is verbaasd

    In een recente tweet uit Thierry Baudet zijn frustraties over het politieke debat in Nederland. En nu niet over de inhoud van dat debat, of het afwijzen van zijn standpunten, maar over de ‘procedure´.

    Het gebrek aan elke dialoog tussen de heersende intellectuele en politieke elite/machthebbers (politici, journalisten en voeg daar rechters en hoge ambtenaren maar gewoon bij in dat rijtje). Hij tweette het volgende:

    Ik heb op zijn Tweet als volgt gereageerd:

    Het is het gedrag van de politieke en intellectuele elite op weg naar een totalitaire gesloten samenleving. Het proces staat perfect beschreven in Hoofdstuk 10 van Popper’sDe Open Samenleving en haar vijanden.

    Iedere open dialoog over maatschappelijke problemen gaat uit de weg gaan. Of veroordelen als a-sociaal. Omdat het geluk van de mensheid in de weg staat. Want het brengt hun niet ter discussie staande enige oplossing van de grote problemen in gevaar. Ze doen het uit goedheid voor ons!

    Zijn verbijstering komt voort uit het feit dat – zoals de meeste politici – niet begrijpen hoe het proces van het tot stand komen – en het bewust tot stand brengen – van een totalitaire samenleving verloopt.

    Dat komt enerzijds door de wijze waarop Hannah Arendt in haar boek ‘Totalitarisme‘ het proces van het aan de macht brengen van het Nazi-regime in Duitsland in de dertiger jaren heeft beschreven en geanalyseerd en de terechte kwalificatie aan de vreselijke daden van dat regime met de genocide op de joodse bevolking heeft geweten aan de intense slechtheid van de uitvoerders daarvan. Dat waren ze ongetwijfeld, maar niet uit overtuiging. Ze waren er oprecht van overtuigd dat het allemaal deden uit goedheid. Het moest zo wel.

    Maar wij zoeken naar slechteriken zoals we die uit James Bond Films kennen. En in de tweede kamer, bij de NOS, bij de redacties van de grote kranten, bij de ministersploegen lijken die niet aan te wijzen. Wel Baudet, Wilders die zorgvuldig zwart worden gemaakt: “kijk, daar zitten de bruinhemden!¨

    Daar gaat het fout; vandaag de verwondering van Baudet. Want die analyse van Arendt is een beetje onvolledig. De stichters van totalitaire gesloten samenlevingen doen niets anders dan hun ideaal van een utopische samenleving najagen. Waarbij in hun strijd met hun tegenstanders (de Russen, de Gekkies, de de FvD-stemmers, de klimaat sceptici, de Chinezen, de kapitalisten, PVV, Palestijnen, etc ) moet worden afgerekend; voor het heil van de mensheid. En dus geen ruimte voor zelfreflectie, dialoog en zoeken naar betere oplossingen. Immers zij hebben de oplossing al! Want dat soort discussies staan de gang naar hun ideale samenleving waarin de gehele mensheid uiteindelijk wordt gereed van de ondergang in de weg.

    Hoe we te maken hebben met fanatici die geloven in HUN visie op wat goed voor de wereld is, en alle middelen daar ondergeschikt aan maken, inclusief en ridiculiseren, verdachtmaking en onderdrukking van hun tegenstanders blijkt wel uit het volgende YouTube filmpje.

    Erich Mielke – een man die verantwoordelijk in de regering van de voormalige DDR, verantwoordelijk voor de praktijken van de STASI, verantwoordelijk voor heel veel onderdrukking en moorden – verwonderd was over de openbare kritiek in de Volkskammer (1889), aan de vooravond van de ineenstorting van het regime, op zijn beleid. Letterlijk verontwaardigd dat men hem beschuldigde van zoveel onrecht. Immers zegt hij dan: „Ich liebe… Ich liebe doch alle, alle Menschen… Na, ich liebe doch… Ich setze mich doch dafür ein.“.

    Lees daarover op de blog van Pieter Janssen: Het IJzeren Gordijn.

    Ja, Thierry, de politici, de ministers, de vertegenwoordigers van VVD, CU, PvdA, GL, allemaal houden zo van de mensen waar ze zich zo voor uitsloven. En daarom niet van aanhangers van FvD en de PVV.

  • Wat AI ons over CO2 weet te vertellen en hoe ChatGPT wordt vergiftigt door de heersende intellectuele elite

    Wat AI ons over CO2 weet te vertellen en hoe ChatGPT wordt vergiftigt door de heersende intellectuele elite

    Omslagfoto: Leonhard Niederwimmer from Pixabay

    Het zal niet mijn gewoonte worden om klakkeloos artikel van andere websites volledig over e nemen. Maar het experiment dat Prof. Dr. Klaus D. Dohler doet met ChatGTP is zo onthutsend dat ik dat het voor lering en vermaak een bredere verspreiding wil geven. Trouwens als het gaat om auteursrechten op de teksten, D. Dohler heeft dat in ons rechtstelsel op zijn begeleidende teksten en de formulering van de vragen. Antwoorden van de machine zijn – zoals het hoort met alle teksten die de mens kennis en vooruitgang brengen- hoe aantoonbaar onjuist ook – vrij van rechten van ieder rationaal intellect.

    Het artikel van Klaus Dohler, dat via dissident.one tot ons komt, beschrijft het volgende: [citaat]

    Vandaag stelde ik het kunstmatige intelligentieprogramma ChatGPT enkele vragen over CO₂. Als je de juiste vraag stelt, krijg je zinvolle antwoorden, schrijft Prof. Dr. Klaus D. Dohler:

    Vraag aan ChatGPT: Waarom worden aquaria vergast met CO₂?

    ChatGPT: Aquaria worden vaak vergast met CO₂ om de planten in het aquarium van extra kooldioxide te voorzien. Kooldioxide is een belangrijke voedingsstof voor planten en helpt hen groeien en zuurstof produceren door middel van fotosynthese. Door CO₂ toe te voegen kunnen aquariumplanten gezonder worden en de waterkwaliteit verbeteren.

    Vraag aan ChatGPT: Waarom zou er geen leven op aarde zijn zonder CO₂?

    ChatGPT: Zonder CO₂ zou er geen leven op aarde zijn, omdat koolstofdioxide een essentiële rol speelt in de levenscyclus. Planten hebben CO₂ nodig voor fotosynthese, waarbij ze koolhydraten produceren en zuurstof afgeven. Zuurstof is op zijn beurt essentieel voor het ademen van dieren, inclusief mensen. De koolstof die door fotosynthese in planten wordt opgevangen, komt in de voedselketens en netwerken terecht en vormt de basis voor het hele ecosysteem. Zonder CO₂ zou dit vitale proces tot stilstand komen en zou het leven zoals wij dat kennen niet kunnen bestaan.

    Vraag aan ChatGPT: Welke stofwisselingsprocessen stimuleert CO₂ in het menselijk lichaam?

    ChatGPT: CO₂ speelt een belangrijke rol in de stofwisseling van het menselijk lichaam, vooral gerelateerd aan de regulering van de pH in het bloed en de weefsels. Wanneer CO₂ in het lichaam wordt aangemaakt, reageert het met water om koolzuur te vormen, wat op zijn beurt de pH beïnvloedt. Deze pH-waarde is cruciaal voor de normale werking van enzymen en andere biochemische processen in het lichaam.

    Bovendien speelt CO₂ een belangrijke rol bij de regulering van de ademhaling. Een stijging van het CO₂-gehalte in het bloed stimuleert de ademhaling, waardoor er meer CO₂ uit het lichaam wordt verwijderd om de normale pH-waarde te behouden en de ophoping van CO₂ in het bloed te voorkomen.

    Daarnaast is CO₂ betrokken bij andere stofwisselingsprocessen, zoals: bijvoorbeeld. de regulatie van hemoglobine in het bloed, dat zuurstof transporteert, evenals de regulatie van het zuur-base-evenwicht en de bloedcirculatie.

    Vraag aan ChatGPT: Kunnen mensen overleven zonder CO₂?

    ChatGPT: Nee, mensen kunnen niet overleven zonder CO₂. CO₂ is een natuurlijk product van de stofwisseling in het menselijk lichaam. Het wordt geproduceerd als bijproduct van verschillende metabolische processen, met name de ademhaling en de productie van energie uit voedingsstoffen. Het lichaam moet de geproduceerde CO₂ via de ademhaling uit het lichaam verwijderen, omdat een ophoping van CO₂ in het bloed kan leiden tot een verschuiving in de zuur-base balans en uiteindelijk tot levensbedreigende aandoeningen. CO₂ is dus essentieel voor het menselijk organisme, maar overmatige accumulatie kan gevaarlijk zijn.

    Vraag aan ChatGPT: Wat zou er gebeuren als je alle CO₂ uit de lucht zou halen?

    ChatGPT: Het verwijderen van alle CO₂ uit de lucht zou ernstige gevolgen hebben voor het leven op aarde. Hier zijn enkele mogelijke gevolgen:

    1. *Broeikaseffect en klimaat*: CO₂ is een broeikasgas dat bijdraagt ​​aan de opwarming van de atmosfeer van de aarde. Zonder CO₂ zou het broeikaseffect aanzienlijk afnemen, wat tot extreme temperatuurschommelingen zou kunnen leiden.

    2. *Plantengroei*: Planten hebben CO₂ nodig voor fotosynthese, waarbij ze koolhydraten produceren en zuurstof afgeven. Zonder CO₂ zouden planten niet meer kunnen groeien en zou het ecosysteem instorten.

    3. *Oceaanverzuring*: Een aanzienlijk deel van de door mensen uitgestoten CO₂ wordt geabsorbeerd door de oceanen. Zonder CO₂ in de atmosfeer zou de oceaan minder CO₂ opnemen, wat tot minder verzuring zou kunnen leiden. Dit zou echter ook complexe gevolgen hebben voor mariene habitats en organismen.

    4. *Ademhaling*: Mensen en andere dieren produceren CO₂ als bijproduct van hun stofwisseling. Zonder CO₂ in de lucht zouden dieren niet normaal kunnen ademen en zouden ze stikken.

    Over het geheel genomen zou het verwijderen van CO₂ uit de lucht dramatische veranderingen op aarde veroorzaken en het leven zoals wij dat kennen onmogelijk maken.

    Vraag aan ChatGPT: Ik vraag me al een tijdje af waarom de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Duitse Bondsrepubliek het leven zoals wij dat kennen onmogelijk willen maken door CO₂ uit de lucht te halen.

    Nu heeft ChatGPT gerealiseerd wat ik probeer te bereiken, namelijk ervoor zorgen dat ChatGPT de bestrijding van CO₂ accepteert als contraproductief voor het leven op aarde. Vanaf nu zal ChatGPT mij niet langer naar waarheid antwoorden, maar met de standaardzinnen van klimaatalarmisten:

    ChatGPT Het is belangrijk om te begrijpen dat de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Duitse Bondsrepubliek zich richten op het verminderen van de CO₂-uitstoot in plaats van het verwijderen van CO₂ uit de lucht. De belangrijkste reden hiervoor is dat CO₂ is geïdentificeerd als het belangrijkste broeikasgas dat aanzienlijk bijdraagt ​​aan de klimaatverandering. Klimaatverandering heeft nu al aanzienlijke gevolgen voor het leven op aarde, waaronder extreme weersomstandigheden, stijgende zeespiegels, verlies aan biodiversiteit en meer. Inspanningen om de CO₂-uitstoot te verminderen zijn gericht op het beperken van deze effecten en het verzachten van de negatieve gevolgen van klimaatverandering.

    Er zijn verschillende benaderingen om de CO₂-uitstoot te verminderen, waaronder het bevorderen van hernieuwbare energie, maatregelen voor energie-efficiëntie, het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken en het toepassen van technologieën voor het afvangen en opslaan van koolstof. Sommige organisaties en overheden overwegen mogelijk ook manieren om CO₂ rechtstreeks uit de lucht te verwijderen, maar dit wordt meestal als een aanvullende maatregel beschouwd en niet als een hoofdstrategie.

    Het is belangrijk om de klimaatverandering te erkennen als een van de grootste uitdagingen van onze tijd en collectieve actie te ondernemen om de CO2-uitstoot te verminderen en een duurzame toekomst te creëren.

    Prof. Dr. Klaus D. Döhler, Hannover, 27 maart 2024

    [einde citaat]

  • Een theorie van oorlogszuchtige groepsdynamiek

    Een theorie van oorlogszuchtige groepsdynamiek

    Foto header: Pete Linforth from Pixabay

    Stelling 0 – civilisatie

    Iedere samenleving heeft naast formele regels en afspraken een heel complex, grotendeels onbewust, stelsel van informele regels, normen en waarden. Die informele regels bepalen het karakter van die samenleving en zorgt voor samenhang en het gevoel van saamhorigheid. We noemen dat het narratief van een samenleving. Het narratief vindt zijn oorsprong in de normen en waarde van de elite en het proces dat de massa deze regels als vanzelfsprekend overneemt noemt men civilisatie.

    Stelling 1 – volgelingen

    Elke intellectuele en politieke elite in een samenleving, met name in een staat waar zij de overheid vormen of die zij wensen te veroveren, gebruikt de formulering van problemen om volgelingen te winnen en door hen uiteindelijk de ultieme oplossing van het probleem voor te schotelen.

    Stelling 2 – maatschappelijke problemen

    Gegeven hun positie in de maatschappij en het persoonlijkheidstype dat vooral bij politici hoort (overtuigingskracht, taalvaardigheid, gebrek aan empathie, pathologische leugenaars), is het formuleren van maatschappelijke problemen en het formuleren van hun oplossingen voor de betrokken elite een natuurlijke bezigheid. Ze doen dit vanuit een gevoel van goedheid vanuit het algemene maatschappelijke belang. Men gelooft OPRECHT in de beschrijving van de problemen en de logica van de oplossingen, en men is uitermate bedreven in het promoten ervan.

    Stelling 3 – narratief

    De elite, elke elite, formuleert de probleem en zijn ultieme oplossingen in de terminologie van het door haar – grotendeels onbewust – veroorzaakte narratief van de ‘beschaving’ in de samenleving. De formulering van het probleem en de oplossing ervan zijn of worden daardoor ook vanzelfsprekend onderdeel van die beschaving. Het narratief wordt dan ook altijd iets waarin men (onbewust) gelooft en vindt dat het goed is. Ratio heeft daar geen grip op.

    Stelling 4 – romantische propaganda

    De massa, die onbewust het narratief tot het hare heeft gemaakt en daar heilig in gelooft, denkt “Wat vreselijk voor … (vul maar in) als dit-of-dat-probleem niet wordt opgelost”. En “gelukkig hebben we verstandige politieke leiders die weten hoe we dat moeten doen”. Dit geloof is onwankelbaar omdat mensen uitermate bedreven zijn in het selectief met feiten omgaan en elke ontwikkeling rationaliseren naar hun eigen overtuiging.

    Stelling 5 – vijandbeeld

    Om het door de elite geponeerde probleem kracht bij te zetten, wordt een vijandbeeld gecreëerd. Diegenen die het probleem zijn, respectievelijk de ultieme oplossing van het probleem in de weg zitten of saboteren. Het zo gecreëerde vijandbeeld versterkt de saamhorigheid in de samenleving die ten strijde moet trekken tegen het onrecht. En het creëert het beeld van de good-guys en the bad-guys.

    Stelling 6 – privileges

    De diepgang van het probleem, de juistheid van de oplossing en het beeld van de vijand worden in een door de elite gedomineerde samenleving voor de massa versterkt door de media, het onderwijs, de wetenschap en de justitiële macht (rechters en officieren) en wetenschappers. Al deze groepen zijn gemakkelijk te mobiliseren voor het gezamenlijke narratief omdat ze allemaal (financieel) afhankelijk zijn van de privileges die de elite hen kan geven.

    Stelling 7 – Open Samenleving

    In een Open Samenleving, dat wil zeggen een samenleving waarin individuele vrijheid, kritische rationaliteit en dialoog centraal staan, zal het bovenstaande proces niet noodzakelijkerwijs tot noodlottige, dat wil zeggen tot collectief geweld tegen de vijanden, uitkomsten leiden. Dit laatste is sterk afhankelijk van het vermogen van de elite om naast de mentale overheersing van de massa, deze ook met haar toenemende macht (geld én geweldsmiddelen) te overheersen. De neiging van de heersende elite is het versterken van het proces naar meer macht (via regel- en wetgeving) en vervolgens onderdrukking van haar tegenstanders.

    Stelling 8 – macht

    Landen zijn de enige samenlevingsvormen die bewust en vanuit hun narratief en van nature uit zijn op oorlog voeren. Hoe groter een land, hoe machtiger haar elites. Daarom streven elites altijd naar het vergroten van de landen door ‘vereniging’ en is een wereldregering het ultieme doel. En hoe machtiger hoe agressiever. Politieke stromingen kunnen revolutionair zijn, totalitair en agressief, maar zullen hun totalitaire karakter pas volledig uitvoeren als ze de macht over een land hebben veroverd, en daarmee het narratief in het land kunnen bepalen.

    Stellling 9 – slaapwandelend de oorlog in

    Omdat de elite het narratief van een staat beïnvloed is ze in staat hun bevolking oorlogen voor hen laten voeren en die bevolking zal dat met geestdrift, zingend en met trots uitvoeren. Als slaapwandelaars naar hun eigen vernietiging.

    Voorbeeld van het proces van klaarstomen voor de ‘onvermijdelijke’ oorlog door de aan het narratief van de elite gelijkgeschakelde media:

    Stelling 10 – verandering narratief

    Er zijn maar enkele scenario’s denkbaar om het natuurlijke proces van steeds meer macht en agressie bij de elite van landen te veranderen, waarvan de meeste uiterst moeilijk te realiseren zijn:

    • het veranderen van het heersende narratief van een staat, met name naar een narratief van de Open Samenleving
    • het tegengaan van concentratie van landen en staten naar grotere eenheden; opsplitsen
    • het afschaffen van overheden en dus het machteloos maken van hun elites
    • het ondergaan van een oorlog

    Stelling 11 – kritiek

    Het trachten een discussie aan te gaan over, respectievelijk met feiten bestrijden van de door de elite gepresenteerde analyse van de problemen, hun oplossingen en de creatie van vijandbeelden is onbegaanbaar en voor de criticasters betekent dat een risico op vervolging.

    Stelling 12 – superioriteit

    Hoe meer het narratief van de elite gepaard gaat met het gevoel superieur te zijn, hoe groter de kans op agressie en de wil andere landen te onderwerpen en te koloniseren.

    Stelling 13 – vlucht vooruit

    Hoe meer het narratief van de elite intellectueel weerstand ondervindt (door interne problemen zoals decadentie, respectievelijk door externe factoren zoals technologische ontwikkelingen die de vrijheid en onafhankelijkheid van het individu vergroten), en dus hoe meer de machtsbasis van de heersende elite onder druk komt, hoe agressiever de elite in die landen zullen worden (de vlucht vooruit).

    Stelling 14 – onderdrukking

    Hoe meer de elite zich afkeert van haar massa door het voortdurend toe-eigenen van nieuwe privileges (en dus rijkdom en deze rijkdom ook tonen), hoe zwakker het narratief zal worden en de samenleving verdeeld/zich zal splitsen, hoe meer men intern de politieke tegenstanders zal onderdrukken en hoe meer absoluut hun narratief zal worden gemaakt. Op oorlogspad gaan is het ultieme middel om een land weer mentaal te trachten te uniformeren door het versterken van het vijandbeeld en dus het veiligstellen van onze aangeprate waarden en normen. Onze utopie.

    Stelling 15 – de ondergang

    Elites neigen naar het zwelgen in arrogantie, decadentie en macht. Waar ze eerst de massa succesvol weten te mobiliseren via romantische waarschuwingen voor de ellende die hen te wachten staat bij de door hen aangekondigde aanstormende problemen, zal dan vroeg of laat hun machtsbasis beginnen te eroderen, vaak doordat zij zelf van buiten worden aangevallen en verslagen.

    Fasen

    Het ontwikkelen door de elite van een nieuw progressief narratief van een betere wereld, dat door de massa wordt omarmd in een open samenleving die welvaart en voorspoed brengt.

    1. het consolideren van haar macht door het formuleren van (externe) gevaren voor haar bevolking, het aandragen van oplossingen en het creëren van vijanden. Het instellen van een systeem van onderdrukking van het eigen initiatief en het kritische vermogen van de massa.
    2. het gebruiken van haar macht om de massa in te zetten voor kolonisatie, roof en verdedigingsoorlogen. En de massa deze oorlogen laat financieren.
    3. het overspelen van de hand van de elite door arrogantie, decadentie en ongegeneerde onderdrukking.
    4. ineenstorting van de heersende elite door interne of externe factoren.

    Analyse van huidige wereldbeeld

    a. De westerse wereld bevindt zich in fase 4. Rusland in fase 1.

    b. Het vijandbeeld van de westerse wereld betreft o.a. de russen: dom, agressief (komen ons veroveren) , onontwikkeld, onder-mensen, een gevaar voor het gelden westerse narratief.

    c. Het vijandbeeld wordt grotendeel gedeeld door de massa in het Westen. Er zijn geen middelen dat fundamenteel te veranderen.

    d. Alleen de wal zal het schip van de westerse wereld kunnen keren: economische ineenstorting, interne verdeeldheid en een directe oorlog.

    e. Het aantal slachtoffers van de ineenstorting zal altijd ontzaglijk zijn.

    Slotopmerking

    Zelfs als de elite hun narratief vanuit goedheid verkondigt en als gevolg daarvan de massa oorlogen laat voeren – slaapwandelend de oorlog in – maakt dat hen niet minder verantwoordelijk voor de gevolgen van hun daden. Het pleit hen nooit vrij van de gevolgen van hun denkbeelden en handelen, en zij moeten daarvoor altijd ter verantwoording worden geroepen en gestraft worden.

    Anders heerst er geen gerechtigheid in de wereld.

  • The Rise and Fall of Empires

    The Rise and Fall of Empires

    Historici rakelen veel en met enthousiasme het onderwerp op van “The Rise and Fall of Great Powers” om de titel van het boek van de historicus Paul Kennedy maar eens te gebruiken. Ook het boek van Edward Gibbon “The History of the Decline and Fall of the Roman Empire” behoort tot de top 10 van uw favoriete geschiedenisboeken.

    Het is de vraag of de mensen die zelf deelnemen in zo’n wereld rijk door hebben dat het rijk waar ze onderdeel van uitmaken bezig is te vallen. Ik vrees dat het de meeste mensen ontgaat omdat het proces heel geleidelijk en alleen schoksgewijze effect heeft op het leven van alle dag. Dat we bezig zijn aan de val van de fundamenten van de westerse wereld is mij al wat langer duidelijk. De neergang van het Amerikaanse Rijk wordt nu langzaam ook voor meer mensen inzichtelijk. 

    In dat kader is het niet toevallig dat er een lezenswaardig artikel op het internet verschijnt van Dr. Paul Larudee: “The fall of the West¨.

    Wat mij opvalt is dat wij in het algemeen en historici in het bijzonder dat soort gebeurtenissen alleen maar kunnen beschrijven vanuit de vanzelfsprekende aanwezigheid van staten, en dat sommige staten dominant groeien ten koste van andere staten. En dus ook weer kunnen vallen. Zo schrijft Larudee:

    “Die “eeuw” lijkt te eindigen op de manier van zoveel andere machten die de pagina’s van Kennedy’s boek vullen – door imperiale overreach, buitensporige militaire uitgaven, achterblijvende economische productiviteit en concurrentiekracht en het niet investeren in de fysieke, technische en menselijke middelen die nodig zijn om een dominante macht te blijven. Kortom, het Westen kwijnt weg.”

    Het is duidelijk dat landen, koninkrijken, staten, naties zijn ontstaan, gelijk met de groei van de menselijke beschaving en dat als je naar de ontwikkeling kijkt in bijvoorbeeld de middeleeuwen dat dat uitsluitend en zonder enige uitzondering uitvindingen zijn van de heersende elite, die van zichzelf al veel macht, d.w.z. eigendom van grond/goud e.d. had toegeëigend, altijd door diefstal en roof, en met gewelddadige middelen, en ook nog op kosten van haar onderdanen. Met die “uitvinding” gaf het in de vorm van de staat onbeperkte macht over de haar onderworpen onderdanen. Tot op de dag van vandaag. Als je tot de kern komt leer je, dat wij als geen deelhebben aan de elite van de staat, lijfeigenen zijn in een feodale staatsstructuur.

    We weten – hoewel het psychosociale onderzoek daarnaar een ondergeschoven onderzoeksonderwerp is – dat iedere organisatie – maar zeker de organisatie van de staat, de neiging heeft om als elite zichzelf onbeperkte privileges te geven, haar onderdanen te collectiveren en dus te onderdrukken, en agressief te worden tegen concurrente staten. De wil om te overheersen, zowel over de onderdanen als over andere staten is kenmerkend. Het enige moderne wetenschappelijk onderzoek dat ik ken dat specifiek het heeft over de ‘Anatomie of the State’ in zijn algemeenheid is van Murray Rothbard. En natuurlijk zijn er de usual suspects onder filosofen:  Rousseau, Hegel, Burke, Hobbes en Hume. Maar niemand stelt de vraag: kunnen we de staat ook niet gewoon maar afschaffen?

    Maar ook, het wat meer anekdotische werk van Maarten Berg Een studie over de slechtheid van de staat geeft mooi inzicht over de verwerpelijke werking van de – in dit geval – Nederlandse overheid.

    En alleen in die geaccepteerde context van de vanzelfsprekende aanwezigheid van staten die regeren over onderdanen die daar niet voor gekozen hebben – die mogelijkheid bestaat gewoonweg niet – en de mogelijkheid van stateloze samenlevingen wordt ook nooit zelfs maar in overweging genomen, kan men spreken over opkomst de val van staten. En dus analyseren we dat het Amerikaanse Rijk valt omdat het niet investeert  “in de fysieke, technische en menselijke middelen die nodig zijn om een dominante macht te blijven. Kortom, het Westen kwijnt weg.¨ Hoe kan de heersende elite van de verenigde Staten zo dom zijn?

    Nou en? Waarom zouden rijken moeten stijgen en vallen? 

    Vanuit mijn stelling dat een burger het meeste te vrezen heeft van haar overheid is het toch voor de hand liggend dat we nadenken over het afschaffen van staten? Alleen de stroming van het libertarisme is vanuit het uitgangspunt van individuele vrijheid als uitgangspunt daarmee bezig. Alleen al daarom waard om kennis van te nemen! 

    https://kolozeg.org/the-fall-of-the-west-dr-paul-larudee/.

  • Nationale actie dag tegen Wilders: gelijk hebben ze!

    Nationale actie dag tegen Wilders: gelijk hebben ze!

    Wilders heeft de verkiezingen op 22 november 2023 (met 23, 6% van de stemmen = 2.442.318 stemmen) gewonnen en in het huidige systeem van de representatieve democratie kan en hoort Wilders nu premier van een door hem geleid kabinet te worden. Dat is geweldig voor Wilders en zijn aanhangers en als we de peilingen mogen geloven vindt een meerderheid van de (geënquêteerde) Nederlanders dat prima. 23,6 % van de stemmen betekent overigens ook (maar?) 13,6% van alle Nederlanders (17.937.700).

    Duidelijk is dat heel veel Nederlanders dat prima en voor het land ongetwijfeld goed vinden. Maar niet alle Nederlanders en zeker niet de Nederlanders die lid zijn van de intellectuele elite of dicht daarbij zitten of daarvan financieel afhankelijk zijn. Hun voortbestaan staat nu opens op de tocht. Die vinden het maar niets, eigenlijk ook wel gevaarlijk en ongewenst, in ieder geval willen ze niet onder het regime met de ideeën van de PVV en Wilders leven.

    Deze anti Wilders Nederlanders hebben ´De Beweging” geformeerd, en uiten op bijvoorbeeld Twitter hun afkeuring ondubbelzinnig (“Heel goed en belangrijk dit. Nationale actiedag tégen Wilders. Dus vóór vrijheid, mensenrechten, klimaatrechtvaardigheid, internationale solidariteit en de democratie. “) en we krijgen inzicht in de organisaties die allemaal tegen een regering Wilders zijn.

    Grote woorden, hoge idealen, vol van de wil om standvastig te staan voor de vrijheid van de burgers en de democratie in Nederland. Ik mag dat wel. En waarom zouden we ook, zelfs als Wilders meer dan 50% van de stemmen had gehaald, en behorend tot de groep die juist niet op hem heeft gestemd, zou ik niet gedwongen moeten worden om door hem geregeerd te worden. Dus grote sympathie voor De beweging en ik overweg om op 2 december met een zelf gehuurd koffie karretje de demonstranten een hart onder de riem te komen steken!

    Ik ga er dan wel vanuit dat als ik een beweging opricht om bijvoorbeeld op straat standvastig te pleiten voor mijn vrijheid om niet tegen mijn wil door een premier als de Voll idioot Timmermans, die 15,7% van de stemmen kreeg toebedeeld door de Nederlandse kiezers, geregeerd te worden. En dat de Wilders haters mij dan ook koffie komen brengen.

    En misschien realiseren deze Wilders haters zich nog niet dat er een voor de hand liggende oplossing is die hun en mijn probleem door wie we wel of niet geregeerd willen worden oplost. Gewoon het afschaffen van de overheid!

    O, geloofd niet dat dat kan; of u denk dat we niet zonder overheid verder kunnen leven. Lees dan eens het boek van Maarten Berg: “Een studie over de slechtheid van de staat¨ en laat u overtuigen. U en mijn probleem opgelost!

    Of stem de volgende keer gewoon op de LP: Libertaire Partij in Nederland.

  • Wilders is de sjaak!

    Wilders is de sjaak!

    Hier zie je in dit stuk hoe in een gesloten samenleving de hazen lopen en uitkomen in een totalitaire staat van zelfgenoegzame onderdrukkers. Ze zijn er trots op, want ze doen het voor – vul maar in: de bedreigde islamieten, het internationale recht, tegenhouden onverantwoorde politici, in ieder geval allemaal voor de eer van de mensheid. En zij zijn de aanklagers, de corrupte verdedigers en de rechters; Barbertje moet en zal hangen. Let ook op hoe de formulering van de beoordeling van Wilders – los van onjuistheid van de meeste stellingen – zo zijn geformuleerd dat het een moordenaar van Wilders, die ongetwijfeld zal komen, gelegitimeerd wordt, en onder applaus van deze arrogante elite een levenslang vet staatspensioen zal ontvangen.Laten we geen illusies maken waar het kwaad vandaan komt. En dat is niet Wilders toevallig.

  • De standaard opvatting over De Vrijheid van meningsuiting

    De standaard opvatting over De Vrijheid van meningsuiting

    In de geciviliseerde wereld, zoals wij in het Westen onze vrije westerse samenleving graag classificeren, zijn onze grondwetten met daarin vastgelegde burgerrechten de basis van onze rechtsstaat.

    Burgerrechten worden in Wikipedia gedefinieerd als “…een categorie van rechten met als doel persoonlijke vrijheden van burgers te beschermen tegen ingrijpen door nationale overheden.” Burgerrechten zijn natuurlijk alleen burgerrechten als ze door de overheid niet geschonden worden, ook niet als ‘nood de wet breekt‘ of er grenzen aan zijn. Daarom zijn het burgerrechten.

    Verder is het goed je te realiseren dat we alleen burgerrechten hebben in samenlevingen waar er überhaupt een overheid is, die kennelijk bevoegdheden heeft, of zich kunnen toe-eigenen waartegen de burger beschermd dient te worden. Burgerrechten zijn dus ook geen onderwerp waarover de gebruikelijke procedures om tot wetten en besluiten te komen bij meerderheid over wordt besloten. Burgerrechten zijn door geen enkele overheid of politieke besluitvorming buiten de orde te stellen. Daarom zijn en heten het grondrechten.

    Dat concept wordt door veel mensen, en met name politici en bestuurders, niet goed begrepen. Onze grondwet ademt dat al uit doordat bij alle grondrechten braaf wordt gezegd “Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaal” of woorden met gelijke strekking. We hebben dat gezien bij de maatregelen rond Covid, waarbij met gemak door de politici grondrechten terzijde werden geschoven.

    Vrijheid van Meningsuiting is wel het meest in het oog lopende grondrecht dat per definitie absoluut is, en alleen daardoor de functie heeft als een grondrecht van iedere burger. Immer als het grondrecht niet absoluut is, betekent dat er iemand moet zijn die de gewenste beperkingen ook zal moeten beoordelen, en die beoordelaar is per definitie onderdeel van de staat en haar vertegenwoordigers. En die vrijheid van meningsuiting is er juist om kritiek op het handelen van diezelfde overheid en overheidsdienaren te kunnen hebben en de mogen uiten. Beperkingen van het grondrecht is dus een uitgelezen kans van de heersende machthebbers om criticasters de mond te snoeren. Iets wat we in de praktijk nu ook zien gebeuren bij het de nek proberen om te draaien van ‘Ongehoord Nederland’ op de publieke omroep.

    Wat grondrechten eigenlijk zijn en waarom ze moeten zijn om ons tegen de almacht van de overheid te beschermen, wordt ook door redelijke en boven elke twijfel democratische politici niet helemaal begrepen. Ik zag dat onlangs gedemonstreerd door Wahhab Hassoo, die ik hoog heb zitten en alles behalve beschuldig van anti democratische gevoelens of gedrag.

    Hij wordt bedreigd omdat hij een lezing wilde gaan geven bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Die bedreigingen zijn kwalijk en in een fatsoenlijk land als Nederland verwerpelijk. Hassoo dient uiteraard ongehinderd zijn lezing te geven, zijn analyse en mening te presenteren, en wij horen dat ongestoord tot ons te nemen, om vervolgens als we dat nodig vinden daarop inhoudelijke met hem te discussiëren.

    In een artikel op TPO geeft Wahhab Hassoo dat het een dieptepunt is dat je niet gewoon een lezing kunt geven. En hij heeft gelijk. Zie hier zijn artikel.

    Echter in zijn artikel zegt hij ook het volgende “Vrijheid van meningsuiting heeft ook grenzen, alleen heeft de overheid deze grenzen niet duidelijk vastgesteld Mag je nu bijvoorbeeld wel of niet zwaaien met een ISIS-vlag?¨

    En zo’n uitspraak laat zien dat Hassoo het begrip grondrechten niet helemaal goed begrepen heeft, en dat je ook kunt discussiëren over of vrijheid van meningsuiting wel of niet grenzen heeft, maar dat het juist NIET de overheid is die daaraan grenzen kan stellen, en dat er uiteraard in Nederland met ISIS-vlaggen moet kunnen worden gezwaaid. Dat is namelijk een grondrecht van iedere Nederlander in Nederland.

  • Escalatie – de beer is los – de teerling is geworpen

    Escalatie – de beer is los – de teerling is geworpen

    In vervolg op mijn vorige blogpost “Wat wordt de onvermijdelijke uitkomst van het nieuwe Israël – Palestina conflict” moet ik constateren dat alles verloopt zoals ik mij voorstelde dat de Hama-Israël-palestijnen-gewelds-spiraal zich over de hele wereld gaat uitrollen: de islamitische wereld gaat zich verenigd opmaken voor de strijd tegen Israël; Israël zal uiteindelijk ophouden te bestaan; in de westerse wereld zullen tot op het niveau van burgeroorlogen de bevolking splitsen in voor en tegenstanders en hun einde van de wereldheerschappij dus sneller doen beëindigen; Rusland zal gemakkelijker en sneller in het Oekraïne conflict winnen.

    De vernietiging van het ziekenhuis in Gaza gisteren (17 oktober 2023) doet dat proces nog eens extra versnellen, en pas op te snel te concluderen zeker te weten of de Israëliërs of de HAMAS de schuldigen zijn. In een oorlog, zeker in deze WOIII is in de wereld van internet en Sociale Media door niemand meer de enige ultieme waarheid te claimen. Alles is schijn. Alles is geregisseerd. Alle informatie en geloof in de waarheid is nu ondergeschikt aan de propaganda van de partijen die oorlog voeren.

    En het doet er eigenlijk niet meer toe wat er werkelijk gebeurd is. De cognitieve dissonantie theorie zorgt er voor dat iedereen dat feit zal zien als uitleg van zijn gelijk en steun aan de leiders, partijen die zij steunt. Het versnelt alleen en intensiveert het proces van de wens om oorlog te voeren om de tegenstander (definitief) uit te schakelen. En als je nu een dagje Twitter volgt zie je dat ook wereldwijd gebeuren.

    Er zijn wel een paar schijnbaar ongerijmdheden in de opvattingen en gedrag van een paar partijen.

    Ten eerste waarom koos de (huidige?) regering van Israël er voor om Zelensky te steunen en zich dus tegen Rusland op te stellen. Het is – zeker ook voor de Israëliërs – bekend dat met de staatsgreep in Oekraïne oud Nazi’s aan de macht zijn gekomen met een uiterst slecht track-record in het vermoorden van Joden in WOII. Toch steunt Israël Oekraïne. Waarom? Daarbij maakte het de keuze van Israël wel gemakkelijk dat het huidige nazisme van de Zelensky’s kliek niet specifiek tegen Joden, maar tegen een ander voor hen minderwaardig soort mensen is gericht: Russen. Ze hadden zich ook afzijdig kunnen houden. Dat kan m.i. alleen te verklaren zijn om hun belangrijkste geldschieter en bondgenoot tegen Iran, de VS dus, te appreciëren. Met als gevolg dat ze Rusland tegen zich kregen en die is toch een partij van belang in het buurland Syrië. Dat is en was kortzichtig van Israël en zal ze nog opspelen omdat ze daarmee de sympathie van Rusland hebben verspeeld en die zou – met name naar Iran – een helpende hand geweest kunnen zijn. Tenzij verder de hele opzet van wat we nu zien in het Midden-Oosten een geregisseerde poging is Iran een kopje kleiner te maken. En dus het bondgenootschap met een door de democraten geregeerd Amerika veel belangrijker is dan ruzie met Rusland. Steun van de VS zal ze overigens niet helpen het islamitische front te overleven.

    Zoals te verwachten zijn alle Hegeliaanse machthebbers in het Westen die dansen naar de pijpen van de WEF keurig en zonder aarzeling in gelid direct achter Israël gaan staan. Terwijl hun achterban, veel marxistischer, heimelijk zeker voor de Palestijnen zullen kiezen. In de D66 en PvdA/GL is dat goed zichtbaar en gaat tot interne spanningen lijden. Daarbij komt dat die politici zo vreugdevol en aanmoedigend de immigratie van voornamelijk moslims in de westerse wereld hebben mogelijk gemaakt, deze moslims nu voor grote interne maatschappelijke spanningen gaat zorgen. Waar PVV, FvD dat nooit voor elkaar zullen krijgen, gaan die tegenstanders de huidige machthebbers echt wel heel lastig gaan maken omdat zij de oorlog naar het Westen zullen brengen.

    De vraag is of de WEF strategen dit goed hebben doorzien. Hoe dan ook door de acties van HAMAS is de totalitaire heilstaat van de WEF een stuk verder weg van de door hen gewenste totale overgave van de (Westerse) wereld. En dat is een geluk-bij-een-ongeluk een goede ontwikkeling.

    En dan maar hopen dat we – ontsnappend aan de totalitaire WEF overheid – we vervolgens door een theocratische islamitische overheid onderdrukt en vervolgt gaan worden.

  • Wat wordt de onvermijdelijke uitkomst van het nieuwe Israël – Palestina conflict

    Wat wordt de onvermijdelijke uitkomst van het nieuwe Israël – Palestina conflict

    Een wat zakelijker kijk op het op de escalatie van het oude Midden Oosten conflict:

    1. De inspanningen van het Westen om haar wereldorde te behouden en te verdedigen zijn complexer, duurder en gevaarlijker geworden. Als Amerika en haar westerse bondgenoten gelijktijdig een oorlog willen voeren tegen landen zoals Rusland, China, Kazachstan, Syrië, Turkey, Niger, Noord-Korea en nu ook Iran is dat financieel en qua oorlogsvermogen onhoudbaar voor elk land of samenwerkingsverband. Dat is dus goed nieuws als je hoopt op het einde van de ‘Imperium USA’.
    2. Israël en Amerika zullen de strijd in het Midden-Oosten op termijn niet kunnen winnen. Tegenover een religieus geïnspireerde wereld met miljarden moslims, neemt de kans op een escalatie – hetzij opzettelijk, hetzij door een tragische vergissing – die uitmondt in een (nucleaire) Wereldoorlog III toe. Dit is het meest verontrustende aspect van dit conflict.
    3. In tegenstelling tot het bestrijden van de vermeende gevaren van COVID door de heersende elites in de Westerse Landen en het geënsceneerde conflict in Oekraïne met Rusland, zorgt dit conflict voor verdeeldheid binnen de westerse wereld. Dit komt mede doordat de romantici onder ons (Groenen, Racisten en Woke) en de marxisten (grotendeels de heersende politieke elite: zie jaccuse.nl)) vaak pro Palestijnse standpunten in nemen samen met aanzienlijk aantallen moslims, die geweld niet schuwen, en die naar westerse landen zijn mogen emigreren.
      Maar het sentiment in de rest van de bevolking is nog steeds sterk pro Israël, omdat Israël beter past in onze traditie, de geschiedenis van de joden-vervolging in WOII, en onze normen en waarden. De kans op interne conflicten in de westerse wereld (tot en met burgeroorlogen) neemt hierdoor toe, wat het proces dat eerder genoemd werd in punten 1 en 2, kan versnellen.
    4. De ambities voor een wereldregering à la WEF zijn uitdagender geworden. Lokale politici, gedreven door groeiende onrust onder de bevolking, zullen beperktere manoeuvreerruimte hebben door de onvermijdelijke achteruitgaan van welvaart bij de burgers. Wijziging van het stemgedrag naar antiglobalistische partijen zal in veel landen verdere acceptatie en implementatie van de ideeën van de WEF c.s. voorkomen. De WEF-ambities zijn alleen haalbaar als alle landen zich volledig aan hun ideeën onderwerpen. Die kans lijkt verkeken, ondanks de enorme (politieke, ambtelijke) macht die ze ook lokaal in het westen nog steeds hebben.
    5. Wat idealiter zou moeten gebeuren – maar wat waarschijnlijk niet zal gebeuren – is dat burgers, van alle partijen, alle naties, alle groeperingen, inzien dat veel ellende veroorzaakt wordt door de opvattingen van hun religieuze leiders én hun eigen overheden en de corrupte politici en ambtenaren die daarbinnen actief zijn. Velen hebben echter nog steeds het misvatting dat ze (zeer noodzakelijk) persoonlijk financieel voordeel behalen bij het beleid van hun overheid (het feodale karakter van onze maatschappij), en geestelijke bevrediging in de door hen aangehangen religies. En men ten diepste nog steeds denkt dat deze politieke en intellectuele leiders het beste voorhebben met de burger en hen beschermt tegen externe bedreigingen. Hoe men objectief gezien ook de overheid vooral als veroorzaker van serieuze problemen voor en onderdrukking van de eigen burgers zal moeten bestempelen.
    6. Het kiezen van een kant in het huidige midden oosten conflict zal aan deze uitkomst waarschijnlijk niets kunnen veranderen.
  • Beschavingsprincipes à la Poetin

    Beschavingsprincipes à la Poetin

    Volgens Poetin op 5 oktober tijdens een toespraak op de plenaire zitting van de 20e bijeenkomst van de Valdai International Discussion Club in Sochi:

    Ten eerste willen we leven in een open, onderling verbonden wereld, waarin niemand ooit zal proberen kunstmatige barrières op te werpen voor de communicatie van mensen, hun creatieve realisatie en welvaart. Er moet een omgeving zonder barrières zijn.

    Het tweede principe is de diversiteit van de wereld, die niet alleen behouden moet blijven, maar ook de basis moet vormen voor universele ontwikkeling.

    Het derde principe is volgens het Russische staatshoofd maximale representativiteit: Niemand heeft het recht of kan de wereld voor anderen of namens anderen regeren. De wereld van de toekomst is een wereld van collectieve beslissingen.

    Op de vierde plaats staat universele veiligheid en duurzame vrede die in gelijke mate rekening houdt met de belangen van grote en kleine landen. Om dit te bereiken is het belangrijk om de internationale betrekkingen te bevrijden van de blokmentaliteit en de donkere erfenis van het koloniale tijdperk en de Koude Oorlog.

    Het vijfde principe is rechtvaardigheid voor iedereen: Het tijdperk van uitbuiting van wie dan ook behoort tot het verleden. Landen en volkeren zijn zich duidelijk bewust van hun belangen en mogelijkheden en zijn bereid om op zichzelf te vertrouwen, en dit vermenigvuldigt hun kracht. Iedereen moet toegang krijgen tot de voordelen van moderne ontwikkeling.


    bron: https://frontnieuws.com/poetin-maakt-duidelijk-dat-globalistische-terrorist-klaus-schwab-zijn-dagen-geteld-zijn/

    Samenvattend (op wereld niveau als collectief van soevereine naties):
    Open onderling verbonden wereld
    Diversiteit behouden als basis voor universele ontwikkeling
    Maximale Representativiteit: collectieve wereld
    Universele veiligheid en duurzame vrede
    Rechtvaardigheid voor iedereen


    Er blijven wel wat vragen over, zoals:

    • Van wie zijn de natuurlijke hulpbronnen op de wereld?
    • Wie is de eigenaar van land (en zee, ruimte) ?
    • Staatsbezit vs individueel bezit, inclusief bezet vermogen ?
    • Zijn er maatschappelijke belangen die individuele soevereine staten ontstijgen?
    • Is er recht op zelfverdediging voor staten, en dus straf voor agressors?
    • Is iedereen vrij zijn ´home´- staat te kiezen en die keuze te wijzigen?

    De principe zijn mooi geformuleerd; goed omdat tegen het daadwerkelijke gedrag van de westerse wereld te plaatsen en dus nastrevenswaardig. Maar daarmee nog niet zonder problemen die ook opgelost dienen te worden. De wereld en hun naties zijn geen gemeenschap die zich so-wie-so gewend is zich naar maatschappelijke collectieve menselijke doelstellingen te richten.

    Enkhuizen, 6 oktober 2023

  • Libertaire Beginselen

    Libertaire Beginselen

    Ik ben onlangs in contact gekomen met de Libertaire Partij in Nederland. Dat is opvallend, want hoewel ik vanaf mijn veertiende jaar geïnteresseerd ben in politiek, heb ik me nooit volledig thuis gevoeld bij een politieke partij. Ik stemde op personen die ik vertrouwde om mijn idealen zo goed mogelijk te vertegenwoordigen binnen de Nederlandse representatieve democratie. Maar de laatste decennia merkte ik dat het steeds moeilijker werd om zulke personen te vinden op kieslijsten.

    Ik ben een overtuigd voorstander van geweldloosheid en meer dan mijn vader een rationalist. Ik geloof dat de mens, gedreven door wetenschap, via rationeel denken tot oplossingen kan komen voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Dit betekent ook een afstand nemen van dogmatisme en fundamentalisme en het herkennen en overwinnen van vooroordelen. Een open dialoog in een vrije samenleving is daarbij essentieel. Dit vereist ook persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid, inclusief maatschappelijke verantwoordelijkheden.

    Want ook individuele rationele mensen zijn in hun gedrag sociale wezens, waar voor elkaar zorgen, elkaar vrijheid te gunnen, en ons te verdedigen tegen – al dan niet gewelddadige – pogingen de vrijheid van anderen te beperken of zelfs te ontnemen. En ondanks mijn politieke belangstelling en ondanks mijn opvattingen die men rationaal libertijns kan karakteriseren, stuitte ik pas bij toeval – op zoek naar informatie over een onderwerp die ik in een volgende voordracht wilde gaan verwerken – op de Libertaire Partij, en toen ik de beginselverklaring had gelezen realiseerde ik dat die tekst het dichtst bij kwam bij waar ik al 55 jaar als politiek ontheemde op naar zoek was.

    En de belangrijkste alinea uit de beginselverklaring is voor mij: “Wij zijn van oordeel dat alle groepsverbanden hun rechten en bevoegdheden ontlenen aan de mensen die hen hebben opgericht, en dat zij de vrijheid van anderen niet mogen inperken, net zo min als de mensen die de verbanden hebben opgericht dat zelfstandig zouden mogen. Derhalve ontkennen wij het recht van enige overheid om de rechten van enig individu te schenden”.

    Met één (redactionele) opmerking dat voor de ‘oprichters’ van die groepsverbanden moet worden gelezen ‘oprichters én leden’; vrijwillige leden, die ook altijd het recht moeten hebben zonder consequenties zich als lid weer terug te trekken uit een groepsverband. Dit principe is overigens aan het einde van de 19e eeuw al door Abraham Kuyper, in die tijd de (geestelijke en politieke) voorman van het gereformeerde Nederlandse volksdeel, beschreven en hij noemde dat principe “Soevereiniteit in eigen Kring” uitvoerig beschreven in zijn redevoering uit 1880 bij de officiële opricht van de Vrije Universiteit. Want de Vrije Universiteit werd Vrije Universiteit gedoopt, omdat het vrij was van de overheid, met als consequenties dat de geloofsgenoten de gehele universiteit ook zelf financierde met collectes. Alle andere universiteiten werden gefinancierd door de overheid. De overheid heeft daar natuurlijk niets te zoeken.

    De beginselverklaring van de partij zegt alleen iets over – en dat is een terechte constatering – overheden als: “Overheden hebben door de geschiedenis heen gewerkt vanuit het tegenovergestelde principe dat de staat de exclusieve bevoegdheid heeft de rechten van individuele mensen af te nemen of in te perken.” En vervolgens een zeer belangrijke opmerking dat overheden (ook): ¨… echter niets anders (zijn) dan verbanden van een select gezelschap individuen, die ten onrechte pretenderen namens alle individuen te spreken.

    Met andere woorden, alle taken die de overheid – en sommigen zijn maatschappelijk nodig en nuttig – ook niet meer is dan een verband van een gezelschap individuen. En dat geldt voor alles wat wij als individuelen opzetten, initiëren, organiseren, of het nu gaat om een bedrijf, een sportvereniging, een politieke partij, een hulporganisatie voor eenzame bejaarden, het zijn ALTIJD groepen van individuen die dat initiëren en organiseren, zorgen voor orde en rust binnen de gezelschap. En die mensen dienen ook de ‘eigenaren’ te zijn van die activiteiten, en dus samen bepalen wat wel en niet kan en moet, wat er voor betaald voor moet worden, enz. De overheid heeft daar NIETS te zoeken.

    Conclusie is dat we geen overheid nodig hebben, WANT we kunnen én organiseren dat altijd al zelf. En we kunnen het beter en efficiënter. Er is bijna niets wat de overheid doet, wat ze goed doet, efficiënt doet, en zonder vervelende dwang doet en met het oogmerk het geluk van de burgers te verhogen op geen enkele terrein haalt. En dat laatste is de enige leidraad voor wat wij overheid noemen.

    Nu is het voor de positionering en de geloofwaardigheid van libertaire partijen een probleem om dat over het voetlicht te krijgen, want iedereen die je zegt: “We hebben geen overheid nodig; we kunnen het uitstekend zelf organiseren; beter en goedkoper¨ kijkt men je meewarig aan en gelooft dat niet. Want de Staat heeft zelf “de exclusieve bevoegdheid (….) de rechten van individuele mensen af te nemen of in te perken.” toegeëigend is met een meesterlijke strategie heeft dat als vanzelfsprekend in de hoofden van de meeste individuen ingeprent. Via het onderwijs, via de ambtenaren, de regeringsvertegenwoordigers, door (staatsrecht)geleerden, juristen, journalisten en vooral de intellectuele elite als politieke filosofie ingehamerd, met als ondergrond de meest walgelijke politieke filosofie van Hegel, die bijna anderhalve eeuw als de dominante politieke filosofie is uitgedragen. Zowel de heilstaten van Nazi-Duitsland als de USSR zijn op zijn ideeën gestoeld. Overigens gaan de denkbeelden van Hegel terug tot de filosofie van Plato die ook concludeerde dat slechts enkele mensen (de elite, of bij Hegel de (Preussische) soevereine ¨bij de gratie gods” vorst) gegeven is en een staat de legitimiteit geeft die er voor zorgt dat de individu uiteindelijk zijn recht, vrede en geluk vindt. Socrates kwam daartegen in opstand en heeft dat met zijn leven moeten bekopen. Dat hele proces kan men teruglezen in het boek van Karl Popper: “De Open Samenleving en haar vijanden”, met name ondubbelzinnig verwoord in hoofdstuk 10. Dit hoofdstuk geeft mijns inziens de LP zijn politiek filosofische fundament.

    En dat fundament van de LP is m.i. het geloof in de zegening voor alle mensen in een open samenleving waarin individuen de volledige vrijheid hebben hun leven in samenlevingen met anderen naar eigen inzicht in te richten en daarmee het lot in eigen hand te nemen. We zijn daar als individuen dus eigenlijk heel goed in, maar het betekent ook dat alle groepen van burgers hun groepsverbanden (´kringen’ noemt Kuypers die dus) kunnen aan gaan en dat de overheid daar niets te zoeken heeft; maar ook dat andere groepen daar niets te zeggen hebben, en die groepen kunnen zichzelf autoritair en onvrij inrichten, mits alle leden uit eigen wil daar onderdeel van willen zijn én er weer kunnen uitstappen. ¨ Be my guest ” zou ik zeggen.

    Dat zijn eigenlijk de enige twee libertariaanse voorwaarden die aan groeps/kring vorming moet en kan worden gesteld. Dat kringen en individuen elkaar niet aanvallen, inpikken, onmogelijk maken enz. En de verdere uitwerking van dat niemand “het recht … (heeft) om individuele rechten te schenden.”.

    Nu bevinden libertaire partijen zich in een communicatief moeilijk dilemma. Enerzijds valt het idee dat we de overheid helemaal niet nodig hebben slecht bij een heel groot deel van de bevolking, want ‘onzin’, niet waar, toch een beetje wappie-achtige opvattingen. Anderzijds is daar de snelheid waarmee onze staat nu afstevent op een totalitaire samenleving waar een kleine elite bepaald wat wij als individuen mogen doen, denken en vinden. Zie totalitair.nl. Er is urgentie.

    Democratie in westerse landen is een mythe geworden. De bedreiging van de open samenleving is groot want vervolging van andersdenkenden hangt in de lucht, als het op veel terreinen al niet begonnen is. Dus welke positionering kiest LP, en hoe denkt men dat over het voetlicht te krijgen.

    Één ding is in ieder geval een goed uitgangspunt. Libertaire partijen zijn beginselpartijen, heeft dus een ideologie en dat helpt je bij het bepalen van je standpunt op vele en snel opkomende, vaak niet voorziene politieke issues. Wij hoeven geen partijprogram te hebben, omdat onze leden en sympathisanten vanuit onze beginselen voor ieder politiek punt kunnen bedenken wat ons standpunt zal en moet zijn. Anders dan protest partijen als PVV, Omtzigt, BBB, Dieren partij, Denk, enz waar het uitmelken van de (altijd zeer aan de mode en actualiteit onderhevige) partij programma’s noodzakelijk is om zich te onderscheiden. Door hulpmiddelen als bijvoorbeeld de stemwijzer zijn verkiezen sowieso steeds meer uitgelopen op opinie peilingen dan op fundamenteel politiek debat over de toekomstige koers van onze samenlevingen. Er wordt daardoor ook nauwelijks meer gedebatteerd: we veroordelen, sluiten uit en maken zwart; en in die verwarring grijpt de totalitaire politieke elite de macht.

    Wat een goede strategie voor dergelijke partijen kan zijn is dat ze zich richten op het in de samenleving op gang brengen van een libertaire beweging. Het meedoen aan de verkiezingen, prima, maar zal om heel veel redenen voorlopig van weinig betekenis kunnen zijn. We moeten de langere weg kiezen van het over het voetlicht brengen van onze standpunten. Je zult nog verstelt staan hoeveel mensen – als ze zich bewust worden van wat we willen en hoe die samenlevingen er dan uitgaan kan zien – dat een aantrekkelijke toekomst zullen vinden. Soeverein in onze eigen organisaties. Geen hiërarchische overheden meer, maar democratisch (horizontale) structuren van individuen, die zelf bepalen wat we willen. De nieuwe cybernetische en AI technieken helpen daarbij overigens enorm. Ze zijn niet onze vijand maar onze vrienden, alleen we moeten de intelligentie en de handjes vinden om dat mogelijk te maken. Er is veel te doen.

    Enkhuizen, 30 september 2023

  • Burgerrechten

    Burgerrechten

    We hebben – zeker in de westerse samenleving waarin ik en bijna al mijn lezers zijn opgegroeid – het als grondbeginsel van het ‘Vrije Westen’ als vanzelfsprekend over onvervreemdbare grondrechten van de burgers. Die rechten kunnen we, als we er even voor gaan zitten, ook allemaal wel opzeggen, en zeker die rechten die ons zo opzichtig doet onderscheiden van de rest van de wereld, we bedoelen dan te zeggen de onvrije niet-westerse wereld waar dus burgers worden geknecht, onderdrukt, vervolgt, zo niet erger, en dom gehouden tegenover de regerende elite, dat wil zeggen alle andere landen, zo’n beetje de rest van de wereld.

    Maar de burgerrechten die we dan zullen opnoemen zijn qua uitwerking en handhaving alles behalve gelijksoortig. Er zijn er die de verhouding, de macht dus, van de staat beperkt tegen de burgers, er zijn er die iets zeggen over de onderlinge verhoudingen tussen burgers en er zijn die strikt beperking hebben op de integriteit van de mens zelf, onafhankelijk wie of wat die staatsmacht vertegenwoordigd en handhaaft.

    Kenmerk van mensenrechten zijn dat ze absoluut zijn. Waarom anders mensenrechten? Absoluut, dat wil zeggen geen enkele overheid in geen enkele omstandigheid die opzij kan schuiven. Als je onze grondwet leest zie je al direct dat we helemaal geen burgerrechten hebben, want de overheid heeft zich in voor gevallen een uitzondering bedongen. Maar dat hier even terzijde.

    Verder worden burgerrechten en democratie vanzelfsprekend op één hoop geveegd omdat ze beide kenmerken zijn van een geciviliseerde samenleving die we na de Frans Revolutie zo graag als samenleving, als staat en haar burgers willen uitstralen en belijden. En die kenmerken onderscheiden de landen van de Westerse Wereld van de rest van de rest. Dat samenvoegen van democratie met mensen rechten lijkt vanzelfsprekend maar is dat niet. Democratie is dus eigenlijk niet meer dan afspraken hoe een heersende elite, die elite mag en kan zijn, en hoe de procedures zijn die leiden tot ‘wetten’ waar iedereen zich, op straffe van vervolging – aan heeft te houden. Het geeft de overheid ook het alleen recht op (toepassing van) geweldsmiddelen. In een democratie hoort de bevolking het laatste woord te hebben. Dat is aanzienlijk moeilijker te realiseren dan het als leuze uitroepen en feitelijk moeten we constateren dat we eigenlijk nergens in de wereld die claim – van de volkssoevereiniteit – waarmaken.

    Om het verschil enigszins duidelijk te maken zou je kunnen zeggen dat grondrechten beschouwd kunnen worden als een natuurrecht, een natuurlijk recht, onvervreemdbaar, en is alles wat te maken heeft met democratie en staatsvorming staatsrecht kunstmatig en onderhavig aan de door de juristen die daar over gaan zelf gecreëerde systeem van rechtsfilosofie. Ook mode gevoelig. Gekunsteld dus en heeft daarom de status van een geloof waaraan de uitvoering ondergeschikt is.

    Nu schijnt zich niemand zich te realiseren dat de meeste grondrechten, rechten zijn die de burger moet beschermen tegen de willekeur en macht van zijn overheid. Of om het anders te formuleren, als we geen overheid, hadden we ook geen grondrechten nodig. En het gegeven dat we dus blijkbaar tegen onze eigen overheid – ook de in de westerse democratieën – zou te denken moeten geven. Waarom zijn we zo vanzelfsprekend overtuigd van de noodzaak van een overheid als we ons vervolgens ons daar als burgers uitvoerig tegen moeten beschermen. Met onze leerstellingen van de de democratische rechtstaat is dat eigenlijk een merkwaardige situatie. De democratie die ons als burgers het laatste woord hoort te geven in (staats)zaken, dienen toch tegen de overheid uitvoerig juridisch beschermt moeten worden en we zijn er trots op naar de rest van de wereld dat wij en zij onvoldoende of niet – doen. Dat kan alleen maar tot de conclusie leiden dat blijkbaar nergens op de wereld overheden deugen.

    Met deze stelling doe ik met name de grondvesters van de federale overheid van de Verenigde Saten van Amerika onrecht. Want die hebben zich wel gerealiseerd dat met een machtige gecentraliseerde overheid dat problemen voor de burgers kan opleveren. Vandaar ook de leerstellingen over de opdeling van de staatsmacht in drie groepen: wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht. Ook het recht om burgers het recht op wapens te geven paste in die gedachtengang: de burger moet zich tegen een zijn macht misbruikende overheid zelf kunnen beschermen.

    In Nederland bij de vestiging van de ‘moderne’ democratische koninkrijk rond 1850 heeft Thorbecke daar geen al te principieel oog voor; vertrouwde waarschijnlijk op de fatsoenlijkheid van de (liberale) HEREN die het land bestuurden. Abraham Kuijpers, de gereformeerde voorman, had einde 19de eeuw wel oog voor de gevaren van een almachtige staat, uit andere (gereformeerde) motieven mogelijk, maar zijn overwegingen zijn nog steeds te moeite waard om kennis van te nemen.

    En ik denk dat dat uiteindelijk ook de enige waarheid is. Waarom hebben we eigenlijk zoiets als en overheid, waarom zijn die overheden blijkbaar altijd zo onbetrouwbaar als het gaat om de zorg voor haar burgers. Het is een vraag die in de wetenschap eigenlijk nooit aan de orde komt. De sociologie van elite, staatsvorming en staatsmacht is wetenschappelijk een van de meest onderbelichte onderwerpen. Over totalitaire staten willen we nog wel eens uitpakken en weten we de oorzaken. Maar over de opvallende slechtheid van een gemiddelde (democratische) overheid wordt gezwegen.

    Waarom wij vanzelfsprekend een overheid nodig hebben, die vraag wordt nooit gesteld. En dat brengt ons als burgers in grote problemen.

  • Reactie op artikel VerenofLood: Onderwijs – basis pabo’s moet degelijker

    Reactie op artikel VerenofLood: Onderwijs – basis pabo’s moet degelijker

    https://verenoflood.nu/onderwijs-basis-pabos-moet-degelijker/

    We moeten oppassen voor al te gemakkelijke oordelen over kwaliteit onderwijs en niveau PABO studenten.
    Natuurlijk is door a) de degeneratie van de maatschappelijke positie van (boven)meesters, onderwijzeressen en leraren/ressen de kwaliteit van de instroom van onze docenten afgenomen. In mijn tijd waren op de HBS-B alle docenten afgestudeerd en met een academische titel. Dat verander je in deze tijd echt niet meer. Belangrijk is en blijft dat men een roeping heeft om in het onderwijs te gaan; daar begint de eerste selectie. b) omdat al het kwaliteit naar het bedrijfsleven of hoger onderwijs gaat, lijkt de keuze om in het onderwijs te gaan qua aangeboren kwaliteit een tandje lager dan vroeger. Dat is alleen te veranderen met wijziging van de maatschappelijke status van het onderwijs en dus salarisniveaus. Die visie ontbreekt bij onze politici.

    Belangrijker nog is dat door met name de digitale en internet revolutie de eisen die men aan rekenen en taal moet stellen ingrijpend gewijzigd, terwijl de beoordelaren van het kwaliteit van het onderwijs nog in de vijftiger jaren standaarden leven.

    Kinderen en studenten kunnen uitstekend spellen, schrijven, vertalen en rekenen door de computers die ze altijd onder handbereik hebben. Daar hebben ze geen PABO-docent voor nodig. Communicatie gaat allang niet meer via tekst, maar is verschoven naar video en marketing teksten met maximaal de lengte van een A4-tje.

    Dus zolang er niet serieus gesproken worden over de invoering vanaf de basisschool van programmeren, IT en video-editing is al die discussie over de onderwijsverloedering, rekenen, spelling en taal, een achterhoede gevecht.

    En verder moeten we ophouden te denken dat verplicht gestandaardiseerd onderwijs van 4 tot 18 essentieel is voor de toekomst van al onze kinderen; het nut van lang en boring onderwijs wordt schromelijk overschat.

  • De kwaliteit van het onderwijs: waarom meer geld nu niet zal werken

    De kwaliteit van het onderwijs: waarom meer geld nu niet zal werken

    Bij Follow The money nu gratis te lezen een artikel van Marlise Eerkens over de kwaliteit van het (basis) onderwijs. Daarin de verwondering opwekkende stelling dat er steeds meer geld naar het basis onderwijs gaat en de kwaliteit toch steeds meer achteruit gaat.

    Laten we dan hier even veronderstellen dat je de kwaliteit van het onderwijs goed kan meten, want dat hangt uiteraard af van welke doelstellingen je uit gaat en dat je een betrouwbaar meetinstrumentarium hebt. Maar in ieder geval dusdanig meten dat de kwaliteit tussen scholen in Nederland, in de tijd afgezet en in vergelijking met andere landen kan worden vastgesteld. Dan blijkt dat onderwijs steeds meer achteruit gaat in vergelijking met de andere OESO-landen. Daar waar we enkele tientallen jaren geleden nog als vanzelfsprekend in de eredivisie meespeelden.

    D e verwondering van de auteur van het artikel vindt zijn grond in de vooronderstelling dat goed onderwijs een kwestie is van goed organiseren. En, in ambtelijke sferen, is goed organiseren vooral een kwestie van procedures, verslaglegging, kwaliteitscyclussen, transparant communiceren, voortgangsrapporten, consultants, cursussen voor van alles en nog wat, studie dagen, elkaar de maat nemen.

    En, o verrassend en voorspelbaar, dit leidt niet tot kwaliteit. Het leidt tot ambtelijkheid, onderling wantrouwen, afschuiven, zwartepieten, en extra onnutte kosten maken. Dat is precies wat we zien.

    Nu zei de directeur bij het beste bedrijf waar ik ooit drie maanden heb mogen rondkijken, The Berry Company in Dayton Ohio het al treffend tegen mij: “Rules are for the weak and uncompromised standards of execellence are for the strong

    Dat adagium is bij de schrijfster van het artikel – zeer nuttig en informatief overigens – ook niet doorgedrongen want ze schrijft verongelijkt: “Een van de meest in het oog springende kenmerken van het Nederlandse onderwijssysteem is de lumpsumfinanciering die in 2006 in het basisonderwijs is ingevoerd. Dit systeem komt erop neer dat schoolbesturen een zak geld krijgen van de overheid en vervolgens zelf kunnen bepalen hoe zij die willen uitgeven. Binnen de OESO-landen is dit uniek. Er is geen ander land waar de overheidsplicht om alle kinderen kwalitatief hoogstaand onderwijs te bieden bijna volledig is gedelegeerd aan de schoolbesturen.”

    Daarom kijkt ze onder de verkeerde steen van het beter organiseren, andere procedures, vooral meer centraal geregeld en verordineerd, maar helaas pindakaas dat zal niet helpen.

    Want dat de kwaliteit van het onderwijs achteruit holt is evident maar is m.i. het gevolg van de grote maatschappelijk trends welke ons vanaf de zestiger jaren in de greep hebben. Van af die periode is de westerse wereld onder invloed gekomen van de romantiek en is het links socialistische gedachte goed van gelijkheid dominant geworden in ons denken. Romantici vinden zielige mensen interessant en zal daarom hun situatie herkenning, begeleiden, adviseren, maar nooit oplossen; en de gelijkheid-narratief maakt dat (behalve in de sport) prestatie-dwang, presteren en excelleren verdacht zijn en dus geworden. Want, zo is de gedachte, het maakt de mensen ongelukkig; want stress.

    Dat heeft direct gevolg gehad op de wijze waarop we naar het onderwijs zijn gaan kijken en de mensen die voor de uitvoering moesten zorgen verkeert selecteren en verkeerd instrueren. Onze verwachtingen van school, haar bestuur en haar onderwijzers, de inspectie, de dus de verantwoordelijke politici maken dat we nooit goed onderwijs zullen kunnen leveren. Want wat hebben we gedaan:

    (1) de kwaliteitseisen die we stelde aan de prestaties van de te onderwijze kinderen hebben we afgezwakt. Iedereen moet naar de universiteit kunnen zo’n beetje in extreme: hét gelijkheidsprincipe! Dan kan natuurlijk niet vanwege de evidente verschillen in cognitieve vaardigheden, dus dan moet je onvermijdelijk de toelatingscriteria afzwakken. En dat hebben we vrolijk gedaan.

    (2) alle situatie van prestatie-dwang, competitie, concurrentie hebben we langzaam maar zeker uit het onderwijs gesloopt. We zijn begonnen met leerlingen met specifieke problemen te pamperen (en vooral aan te praten dat ze heeel zielig zijn; de romantiek!), we zijn gaan inzetten op individueel onderwijs en veel individuele aandacht van de leerling, kleinere klassen. En iedereen vind dat goed en prachtig, zeker als het je eigen kinderen betreft, maar hebben niet door dat daarmee de onderlinge competitie, een hele sterke motor voor prestaties, geheel tot stilstand is gekomen in het onderwijs. In de zeventiger jaren herinner ik mij nog onderzoek te hebben gezien waaruit bleek dat de gemiddelde schoolprestaties van de leerlingen in grotere klassen beter was dan in kleinere klassen. En de onderzoekers meende daarvoor ook een sluitende verklaring te hebben gevonden, namelijk dat in groter klassen de competitie zwaarder is en dus er harder gewerkt moet worden om op te vallen en te onderscheiden.
    Het laatste voorbeeld van het wegnemen van elke competitie-element (want het is zo stressvol) is het afschaffen van het geven van cijfers en dus ook de kwalificatie van ‘Cum Laude’ bij afstuderenden van de medische faculteit van de Vrije Universiteit. En iedereen heeft instemmend geknikt: dit is de weg. Ja dit is de weg naar gegarandeerd minder kwaliteit.

    (3) Dat afzwakken van de competitie en het afzwakken van kwaliteitseisen heeft dan ook onvermijdelijk ook een direct gevolg gehad voor de selectie van vakmensen en kwaliteit van de opleiding van de onderwijzers en docenten. Waardoor we in een niet te stuiten vicieuze cirkel komen van steeds minder kwaliteit in de effecten van ons onderwijs systeem. En dan komen we aan de kern van wat onderwijs goed, professioneel en effectief maakt: de (individuele) kwaliteit van de onderwijzers. Niets zal die factor van een goede professionele onderwijzer die zijn vak verstaat kunnen goedmaken; wat je ook doet, hoeveel geld je er ook in steekt; hoe professioneel de kwaliteitssystemen ook zijn; hoe goed het curriculum ook in elkaar is gestoken. Niets helpt als niet de kwaliteit van de docenten op orde is. En goede, excellente docenten hebben geen procedures nodig om goed werk af te leveren. Dat doen ze dan als vanzelfsprekend en zonder aansturing.

    Daar ligt de kern van het probleem en het probleem is dat we in de westerse wereld nu juist dat niet meer weten aan te pakken; onze romantische linkse gelijkheids-gelovers zitten ons daarvoor definitief in de weg.

    Mijn opmerkingen onder punt (3) heeft iets onrechtvaardigs, omdat er nog steeds natuurtalenten zijn onder onze docenten die kennis, kwaliteit en kunde hebben en gedreven zijn om goed onderwijs te geven. De leerlingen zullen deze docenten ook direct herkennen en op handen dragen. Een bijkomend effect is dat deze docenten door hun eigen standaard van excellentie in het overgereguleerde, georganiseerde onderwijs systeem gefrustreerd raken en afvallen. Meestal met een burn-out; vaak ook gewoon door te vluchten. Voor deze mensen dienen we een standbeeld op te richten! En we ons te schamen ze zo te frustreren; al was het maar uit eigen belang, want zij kunnen anders niet onze kinderen weer het onderwijs geven waarvan we allemaal weten dat het essentieel kan zijn in hun toekomstige functioneren.

    Niet kunnen presteren en excelleren maakt de mens ongelukkig. Gebrek aan goed onderwijs zet de mens op achterstand, maakt het vrijwel onmogelijk het leven naar eigen hand te zetten en dus waardoor geluk steeds meer een droom wordt voor anderen maar niet voor mij.

    Het begin van elk goed onderwijs begint dan ook met onderwijs uit handen van de regelzucht van iedere overheid te houden. Wij kunnen het prima zelf organiseren. En beter!

  • Sytske Bergsma over Gezond Verstand

    Sytske Bergsma over Gezond Verstand

    Alsof je erin geloofd dat je het christendom kan uitroeien/schaden door met wetenschappelijke bewijsvoering te komen over het niet bestaan van God.
    Alsof je erin geloofd dat je hoofddoekjesplicht bij de moslims kan doen verdwijnen door te wijzen op de zegeningen voor de mensheid door het proces van de verlichting.
    Alsof je erin geloofd de klimaathysterie te kunnen stoppen door het komen met bewijzen dat klimatologen de werkelijkheid rond klimaatcijfers manipuleren.
    Alsof je erin geloofd aan te tonen dat je geen racist bent door in gesprek te gaan met bijvoorbeeld Sylvana Simons
    Alsof je erin geloofd dat je Rutte over de negatieve effecten op rijkdom van de Euro door te wijzen op de gemiddeld zo slechte economische groei in het Euro-gebied.
    Alsof je erin geloofd dat je Linkse mensen überhaupt kan behoeden voor het zich consequent laten leiden door vooroordelen, totalitarisme en machtsmisbruik door een stevige politieke discussie aan te gaan.

    Nee, we begrijpen te weinig dat heersende en voor (de enige) juist doorgaande meningen en overheidshandelen het gevolg is van het winnen een smerige oorlog. De heersende politieke meningen zijn de meningen van de overwinnaars. En je overwint door toepassen van (mentale) machtsmiddelen en het hebben van sterke gehoorzame legers. En als je die niet wilt bestrijden met nog sterkere legers, en denkt dat je met argumenteren en gezond verstand het wel wint, dan verander je niets en beland je in de (mentale) gevangenis van de heersende elite, nu van links.

  • Waarom doen die levens er niet toe? Hypocratie van de Groene farizeeërs.

    Waarom doen die levens er niet toe? Hypocratie van de Groene farizeeërs.

    De hypocratie van de groenen die alles in HUN wereld duurzaam willen hebben (wat dat ook betekenen mag) maar de vervuiling, kinderarbeid, uitputting van hulpbronnen en vooral de kosten van levensonderhoud, waar misschien de rijke elite die dit allemaal bedenkt geen last van heeft, maar de minder bedeelde in hun paradijs zal daarvoor een ondraaglijke prijs voor moeten betalen, gewoon over de schutting gooien.

  • Republikein

    Republikein

    Ik ben republikein. Niet omdat die staatsvorm een garantie is voor welvaart en geluk voor haar burgers, maar – als een president door alle burgers kunnen worden gekozen en afgezet – zo een maatschappij de leider krijgt die ze zelf heeft gewild. Staatsvorm en verkiezingen zijn er niet omdat het per definitie het beste voor die burgers oplevert, maar omdat ieder ander systeem je overgeeft aan willekeurige boven ons gestelden die wel een zullen bepalen wat wel goed is voor die burgers. De risico’s van dat systeem is prachtige gedocumenteerd door Karl Popper.


    Het voorstander zijn van republikein is dat je niet actief anti-monarchist hoeft te worden, omdat de geschiedenis leert dat koningshuizen het ongelooflijke vermogen heeft zich zelf op te heffen. Meestal door hebzucht of erfelijke domheid.
    Spanje bewijst dat weer eens.

    In Nederland zal dat ooit ook gebeuren. Op dat moment gaat bij mij de Nederlandse vlag uit.