Categorie: Consumenten gedrag

  • Muziek Streaming diensten: de marktwaarde van een muzieknummer

    In een artikel op de blog van Follow the money schrijft Jesse Frederik dat hij begrijpt dat de country zangeres Taylor Swift een actie is begonnen tegen Spotify (#boycotspotify) vanwege de lage uitkeringen:

    ‘Piraterij is slecht voor de muziek­industrie, maar het institutionaliseren van een hopeloos verdienmodel is dat ook.’

    In het artikel “POPCOUNTRYMEISJE KNOKT VOOR JUISTE ZAAK #BOYCOTSPOTIFY” betoogt Frederik dat sommige artisten klagen over het feit dat het vrijwel niets opbrengt en hun faillissement boven het hoofd hangt. Verder haalt Frederik een Noors rapport aan van het Noorse ministerie van Cultuur waaruit blijkt:

    dat eind jaren negentig lokale muzikanten nog goed waren voor zo’n veertig à vijftig procent van de Noorse muziekaankopen, inmiddels was dat nog maar tien à vijftien procent.

    Verder komen bij Frederik analisten aan het woord die stellen dat ook de streamingsdiensten zelf nooit geld kunnen verdienen omdat ze door de producenten en eigenaren van de nummers gehouden zijn een vast percentage royalities te betalen, zodat de kosten meegroeien met de opbrengsten.

    Frederik stelt echter niet de vraag, of het voor de Noorse consument of voor het ministerie van Cultuur nu een probleem was dat er minder naar de lokale helden wordt geluisterd. En ook niet of in het oude verdienmodel van de muziekindustrie ook niet heel veel musici aan de bedelstaf hield.

    Probleem is niet streaming en de vergoedingen daarvoor maar dat muziek vrijwel geen waarde heeft: er is gigantisch veel aanbod, en heel veel distributie-kanalen en dat zouden de muzikanten zich eerst eens moeten realiseren. Er is gewoon geen markt om al die muziekanten aan een bestaan te helpen. Dat enige muziekenten veel geld verdienen aan hun albums (en optredens) is alleen te danken aan een (niet-markt-transparante) toegang tot enige mass-media als TV en Radio. Dat zijn de markting kanalen en maar enkele hebben daar toegang toe. Dat zijn niet per definitie de beste muziekanten.

    Soms kan iemand buiten de gecontroleerde kanalen van de muziek-producenten via het internet (Youtube met name) aan wereldwijde bekendheid komen. Maar voor de rest doet via internet distributie de streamingsdiensten hun werk in het bepalen van de marktwaarde. De opbrengsten uit streaming zijn m.i. de juiste prijzen en veel musici zouden daar wat meer over moeten nadenken, voordat ze beginnen te klagen en hun overheden vragen hun bij auteurswet gegeven monopoly verder moeten verstreken ten koste van de belangen van de consument.

  • Ook het Financieel Dagblad is gevallen!

    Groot in het nieuws: ook het Financieel Dagblad is op 26 maart uitgekomen met een kleiner formaat krant. Niet het platvloerse Tabloid maar het chique Zwitserse Berliner formaat, tot voor kort vooral een formaat voorbehouden aan zogenaamde top kwaliteitskranten uit het Duitse taalgebied, die zich vooral kenmerkten door veel tekst, ingetogen koppen en nauwelijks foto’s, en bij ons voor de meeste mensen bekend van het oude formaat van Intermediair toen het nog inhoud had waar je in Nederland rekening mee wilde houden.

    Ongetwijfeld is deze operatie voor het Financiële Dagblad een actie in het kader van de vlucht vooruit: “hoe redden wij het gedrukte dagblad van haar naderende ondergang”. Het antwoord of deze formaat-wijziging gaat helpen kan nu al gegeven worden: niet dus.

    In tegendeel, want het grote formaat van de krant is bijna (afgezien van de in dit internet tijdperk nieuwe op de doelgroepen afgestemde wijze van berichtgeving) het enige pluspunt van een gedrukte krant.

    Immers een krant is een zogenaamd browsend medium. Dat wil zeggen: niemand leest de krant van het eerste artikel op pagina 1 tot het laatste artikel op de laatste pagina, en uitsluitend in die volgorde! Iedere kranten lezer pakt uit het totale aanbod een kleine selectie, kriskras, soms van achteren naar vormen (geldt zeker voor ook voor tijdschriften). Als je meer tijd hebt meer artikelen, bij haast en kleine momenten van rust een aanzienlijk minder aantal.

    En wat helpt bij het browsen door de koppen en artikelen, wat doet de sensatie van ik als lezer kies en ben tevreden dat ik ook nu weer wat van mijn gading gevonden heb, ja juist het formaat, hoe groter hoe efficiënter, sneller, accurater ik de beslissing kan nemen een artikel te gaan consumeren. En dat maakt, naast een paar ander zaken, die krant nog steeds superieur aan de zeer beperkende browsend vermogen van een doorsnee beeldschermpje waar de mensheid nu voor een groot deel van zijn informatie behoefte aan is veroordeeld.

    Ik moet zeggen dat onze grootste kranten uitgever van Nederland De Telegraaf dat in ieder geval heeft begrepen, want na wat testjes is het nog steeds en groot formaat krant en zijn recente APP op de iPad is extreem ingesteld op de browsende functie.

    Natuurlijk is het formaat niet doorslaggevend voor de kans om het gedrukte dagblad te laten voortbestaan. Aanpakken van de oude kosten, structuren, CAO’s, wijze en kosten van drukken, wijze en kosten van distributie, inhoud en onderwerpen selectie, positionering en doelgroep beleid zijn zeker even belangrijk. Maar waarom in deze tijd de bestaande kranten een asset zo gemakkelijk opgeeft is mij een raadsel.

  • Oplages van kranten groeien in Azië nog steeds

    Wat lezen we op Dutchcowboys: “Wereldwijd groeien de oplages van kranten nog“.

    Het lijkt een vreemde mededeling in het Internet Tijdperk, maar als je je realiseert dat die groei bijna geheel wordt veroorzaakt door groei in de Azië ook weer goed te begrijpen:

    Kranten zijn een typisch middenklasse product voor gezinnen die zijn gesetteld: huisje, boompje, beestje. En dat een groep die juist wat in veel Aziatische landen nu snel aan het ontstaan is. Verder zal overal waar de krant een plek krijgt in het dagelijkse routine van dat middenklasse gezin zal het een gewenst en uiterst sterk product blijken te zijn. Voor de grote on-line doorbraak in Nederland werd de neergang van de oplages voornamelijk veroorzaakt door het feit dat we het tijdperk van de jeugd hebben verlengd van 20 naar ruim 30 jaar; dan pas komt “huisje, boompje, beestje” en prompt nam men dan ook een kranten abonnement.
    Verder zal men een krant nemen en willen behouden als de inhoud aansluit bij de lezers (differentiëren) en de prijs goed is. Wat hebben we in Nederland sinds de 80-tiger jaren gedaan: (1) onder druk van de bedrijfseconomie (aanschaf van nieuwe dure persen) is er tot fusies en tot minder differentiatie overgegaan, en (2) terwijl de IT juist flexibel edities had moeten kunnen creëren is de krantenwereld opgescheept geworden met de meest beroerde en kostbare ICT die men kan bedenken die niet ten dienste stond van het creëren van een slimme product/marktcombinatie; (3) is de redactie arrogant met de rug naar haar lezers gaan staan, en(4) hebben de RadenvBestuur en directie gedacht dat in de krantenwereld de wetten van de prijselasticiteit niet bestaan en dus de prijzen van advertenties (even dodelijk voor de oplages; advertenties moeten voor de lezers waardevolle aanvulling zijn op de inhoud) en die van de abonnementen excessief verhoogd.
    Ik weet dan ook zeker dat een deel van het succes van de oplagegroei in Azië wordt veroorzaakt door (nog)markt conforme prijzen.
    De niet te ontkennen neergang van de kranten business in de westerse wereld is uiteraard voor een deel het gevolg van het internettijdperk (andere gewoontes in gezinnen), maar voor een groot deel toch gewoon veroorzaakt door de directies en redacties zelf.

  • Democratisering van het uitgeven

    Als we het er al over eens zijn dat we in een tijdperk van revolutionaire maatschappelijke en sociale ontwikkelingen leven – laten we het de Internet Revolutie noemen – dan kunnen we nog een hele discussie opzetten wat de aard van de revolutie is, wat de motor is en welke gevolgen de revolutie zal hebben.

    Voor mij is het duidelijk dat de revolutie met name ingrijpt op de media, dat wil zeggen de toegang tot de middelen waarmee meningen, nieuws, wetenschappelijke resultaten, politieke uitgangspunten naar de consumenten, burgers of volgelingen wordt gebracht. Daarbij gaat het niet alleen over de inhoud, maar ook over de verpakking en de benodigde distributiekanalen.

    In de oude wereld was de toegang tot de massa-communicatie middelen gemonopoliseerd. Ofwel door schaarste (TV, radio, datalijnen), of wel door hoge toegangskosten van bijvoorbeeld drukpersen of datacommunicatie-netwerken. Dat nog eens in combinatie van pogingen van veel regeringen om toegang te reguleren of verder te frustreren.
    Daarenboven was het geaccepteerd, of een gevolg van de complexiteit – niet iedereen kan een drukpers bedienen – van het gebruik van de middelen, dat de gebruikers van de productiemiddelen geschoolde vakmensen zijn, en dat de gewone burgers het vanzelfsprekend vinden dat de poorten tot de media bedient worden door – vaak in gesloten vakgroepen georganiseerde – expert. Voor de democratisering van de meningen is de belangrijkste professional natuurlijk de journalist en redacteur, en die hebben hun uiterste best gedaan om die belangrijke maatschappelijke rol vooral te monopoliseren. Maar ook de grafici en door hun geheim taal de ICTérs zijn er ook goed in geslaagd de democratisering van de toegang tot de productiemiddelen af te weren. Hier is over de hele linie van deze vakmensen, vaak bewust van hun cruciale rol, een anti-democratische houding te cultiveren. Allemaal vanuit de arrogante houding dat men het voor het gewone wolk allemaal natuurlijk het beste wil. Als je daarbij optelt het dappere acties van de politieke elite om veel van dat monopolistische gedrag keurig in wetgeving te verankeren. De uiteindelijke invulling van de auteurswet en regelingen over thuiskopieren en een Buma is daarvan natuurlijk het sterkste voorbeelden.  (meer…)

  • Social Media op het Internet: Social Media Optimizing (SMO)

    Social Media heeft verrassend veel deelnemers op het net. Als het gaat om bijvoorbeeld LinkedIn kan je je nog voorstellen dat dat allemaal te maken heeft met de wens van mensen in de business om contacten te leggen, netwerken aan te leggen en te onderhouden. Baat het niet dan schaat het niet en door de deelname profileer je je ook naar je klanten en relaties toe. Kijk eens naar mijn profiel op Linkedin.

    Verassender is dat er particulieren zijn, die geen business reden hebben om met elkaar te elektronisch te kletsen, foto’s uit te wisselen, soms alleen maar elektronisch maar wie weet ook voor andere, niet elektronische diengen samen te doen. En natuurlijk vult dit een basis behoefte van de mens in: een sociaal wezen, dus we moeten mensen hebben die we beschouwen tot de kring van onze familie, vriendenkring, waarme men lief en leed deelt. (meer…)