Het kan niet worden ontkent dat in de wereld van de journalistiek en nieuwsvoorziening in Dagbladen, radio en televisie de persbureaus een belangrijke rol spelen. ANP en de GPD is voor de Nederlandse nieuwsvoorziening van groot belang (geweest?) en dat geld ook voor de buitenlandse persbureaus. Immers onze eigen nieuwsmedia kunnen onmogelijk op alle plekken in Nederland en de rest van de wereld verslaggevers en correspondenten hebben. En daar hoort ook bij dat die persbureaus, meestal in abonnement, worden betaald voor hun diensten of artikelen en foto’s. Immers hun journalisten, verslaggevers en correspondenten moeten ook ergens van leven.
De persbureaus kunnen wat dat betreft hun werk alleen doen als ze kunnen claimen dat zij het monopoly hebben op hun berichten, en daar zorgt de auteurswet natuurlijk voor. Nu leven die afnemers ook van de copyrights dus is er een prachtig evenwicht in de waarden keten van de professionele dienstverlening van de journalistien en nieuwsmedia.
Journalisten als informatie herkauwers
Nu moeten we bedenken dat voor veel nieuwsmedia het vak van journalist voornamelijk bestaat uit het selecteren, herschrijven , redigeren en aanvulen van andersmans teksten. Iedere persbericht-schrijver weet dat en zal proberen de redacteur zo veel mogelijk te plezieren met goede en duidelijke alinea’s. Interviewen is in de kern van de zaak het (liefst correct) neersschrijven wat een ander heeft gezegd.
Nu is het gekke dat in de wereld van de journalisten het gebruikelijk en gewoon is dat men andere mensen en bureaus in de waarde keten betaalt voor hun arbeid, maar dat alle andere bronnen (mensen, artikelen, persberichten, oogverslagen, encyplopediën, tijdscriften, jaarboeken, en sinds kort natuurlijk ook de webpagina’s van het Internet) ongevraagd, ongegeneerd, onbetaald en vaak zonder een volledige bronvermelding wordt gebruikt. In bijna alle gevallen is dat ook niet zo erg en uiteindelijk dient het de publieke zaak, namelijk de lezers en kijkers, welliswaar door de bril van de journalist, deelgenoot maken wat er in de wereld gaande is. Een belangrijke maatschappelijke functie dus.
Internet als ultime nieuws carrousel
Internet veranderde deze gewoonten echter ingrijpend. Naast de gevestigde media, opgeleidde en hoog betaalde journalisten, ontstond er op eens een hele cultuur van Blogs, waar amateurs, maar daardoor nog niet per definitie klungelaars, schrijven over je-kunt-het-zo-gek-niet-bedenken en daarbij – de aard van Internet – van hartelust hyperlinks leggen en knippen en plakken uit andere sites. Dus een ongekende opleving van maatschappelijke discusies. Alleen, de meeste bloggers doen het in hun vrije tijd en krijgen er dus niet voor betaald, en het is vaak in strijd met de letter van de auteurswet. Verder zijn de bloggers geen onderdeel van de oude waarde keten van de journalisten (die ze daarin ook niet zal dulden) en dus is het niet vanzelfsprekend dat men persbureaus opeens gaan betalen of dat vanzelfsprekend vinden.
Daarnaast gaan steeds meer gebruikers van het internet het vanzelfsprekend vinden hun foto’s en hun verhalen op internet aan te bieden en te publiceren. Met de komst van Web 2.0 is de user generated genaratie begonnen en dus is opeens een nieuwsvergaarder niet alleen meer afhankelijk van enkele armzalige correspondenten over de wereld, maar krijgt het hulp van miljoenen mensen die het best leuk vinden hun observaries en foto’s te delen (gratis!) met anderen op het net. Als de ‘oude’ media het internet beter zou weten in de nieuwsgaring gaat dat ten koste van de traditionele persburea’s.
Natuurlijk is er kaf onder het koren, ook bij bloggers, maar lees bijvoorbeeld het verhaal in Friedman’s “De aarde is plat” (3de editie. pag. 54 ev) over de blog van www.inDCjournal.com en de rol die dit soort blogs spelen in onderzoeksjournalistiek (“Rathergate”) waar de meeste gevestigde nieuwsmedia niet mee komen.
Citation Fee
Nu heeft Associated Pers enige dagen geleden Associated Press een voor hun iCopyright een “citation fee” afgekondigd. Opeens ontdekte de persbureaus, die gewent zijn voor het gebruik van hun materiaal betaald te krijgen, dat als je je artikelen op Internet zet er van hartelust in wordt geknipt en geplakt. Dus dachten ze dat is tegen de wet en daarvoor moet je betalen en verzonnen een formulier waarmee de blogger toestemming kan vragen voor het citeren van een deel van hun tekst en dan krijgen ze een rekening per geciteerd woord (Ja, u leest het goed: per woord!) variërend van $12,50 voor de eerste 25 woorden tot $50,- voor de eerste 250 worden.
Inmiddels is AP overgegaan tot het aanklagen van enkele bloggers (blog Drude Retort) en zoals te verwachten valt dus nu de hele wereld van bloggers over AP heen. In bijvoorbeeld Publishing 2.0 en Daily Kos (“More on the AP Idiots”) wordt fijntjes uitgelegd dat ook de gevestigde journalisten graag (zonder bronvermelding) van andere bronnen citeren. Zie de discussie hierover op dutch cowboys: Associated Press’ Citation Fees.
Vanuit de wat hautaine opvatting van de “oude” media zou AP gezegd hebben: “Cutting and pasting a lot of content into a blog is not what we want to see. It is more consistent with the spirit of the Internet to link to content so people can read the whole thing in context”, alsof zij de beheerders van de goede zeden op internet zijn.
Wat te denken geeft is dat de AP, ondanks hun rol als producent van de ruwe grondstof (groothandel), nu zelf nieuwsuitgever op het internet gaat spelen. Men wil waarschijn met de (internet)tijd meegaan. Maar dan moet men wel verdacht zijn op gedrag van bloggers die geen behoeft en geen boodschap hebben aan die halffabrikaten makers. AP heeft zijn ellende het op z’n minst over zichzelf afgeroepen.
Bloggers dwingen uiteindelijk de politiek tot aanpassingen van de auteurswet
Het moge duidelijk zijn dat citeren en plagiaat in het internettijdperk een andere dimensie krijgt. Desondanks zal het voorbeeld van AP zal ongetwijfeld bedrijven uit de “oude” media wereld op een idee brengen en ze zullen ongetwijfeld door de overheid en openbare ministeries worden gesteund. Nog steeds procederen kranten tegen Google over het dieplinken naar hun websites en krijgen met een beetje geluk van een rechter gelijk, wat weet zo’n icoon uit de “oude”wereld ook van het internet.
Ik pleit al enige tijd dat gezien deze ontwikkelingen het goed zou het zijn als auteurswet geleerden zich eens met hun studenten zouden verdiepen in hoe het auteurswet er voor een internettijdperk uit zou moeten zien. Immers vroeg of laat, komen politici voor de vraag te staan hoe lang ze de huidige bepalingen uit de auteurswet voorrang moeten hebben op het maatschappelijke belang van de vrije discussies op het internet. OP Youtube circuleert al enige tijd een video die dat proces beeldend verslaat: Prometeus – The Media Revolution: