Oogkleppen Kranten

·

,
Ted Presentatie Prof. Hans Rösling

In een prachtige TED-presentatie van prof Hans Rosling stelt hij tussen neus en lippen door – en m.i. terecht – “dat niet onwetendheid, maar vooroordelen”  het grote probleem zijn bij het overdragen van kennis. Vooroordelen kunnen we ook oogkleppen noemen en dat is een bekend en veel voorkomend probleem. Niet alleen in de wetenschap en het onderwijs, maar zeker ook in het bedrijfsleven.

Ik heb vele banen gehad en het leuke van zo veel wisselingen is dat je je steeds snel moet inwerken in de business case van dat bedrijf en de brache waarin het werkt. Bijna altijd stuit je bij die inwerking op door de betrokkenen als onwrikbaar feit gepresenteerde gebruiken, waarbij je dan toch de vraag stelt: “Maar waarom moet dat eigenlijk zo?”. Van alle branches waar ik in heb gewerkt en dit tegen kwam, heb ik vooral in mijn tijd als directeur/uitgever van dagblad BN/DeStem te maken gehad met heel veel vastgeroeste wetmatigheden: over de rol en de positie van de redactie en de jorunalisten, de wijze waarop de abonnementen marketing wordt gedaan, de manier waarop de advertentiemarkten moeten worden bewerkt en het beeld dat de medewerkers in de uitgeverij hadden over de redenen waarom hun lezers veel geld uitgeven aan een duur abonnement. En daar zijn een paar vooroordelen over de aard en inhoud van het internet aan toe te voegen en deze vooroordelen worden graag door alle opiniemakers in deze brache nagesproken en versterkt. Dat is niet verstandig, want het gaat heel slecht met de kranten en de vooruitzichten zijn niet bemoedigend. Dan is het belangrijk dat er tenminste een correct assesment is van de belangrijkste concurrent: het internet.

Logo Adformatie

Ik moest daar aan denken bij het lezen van het artikel “Kassa voor webcontent” in de Adformatie van 11 Februari 2010, met als subtitel: “Digitale distributie kan de redding zijn voor kranten en tijdschriften. Maar dan is het wel belangrijk dat de lezer gaat betalen voor artikelen”. Wat opvalt in dat artikel is dat de zoektocht om diensten die via internet en iPad worden aangeboden betaald te maken voor de consument, omdat “De belofte van het advertentiemodel een misrekening is gebleken, die de uitgevers duur is komen te staan.” Anders gezegd: het idee dat internetters moeten gaan betalen voor de prachtige kranten berichten is ingegeven door de zoektocht naar meer inkomen en niet door een doordachte product-markt combinatie samen met de ontwikkeling van een doordachte invoeringsstrategie. Want het uitroepen van “de consument gaat betalen”, betekent nog niet dat die consument dat ook maar braaf gaan doen. In de artikel geen aanzet van een scherpe analyse wat de positie van de traditionele krantenuitgevers is op het internet en hoe daar verstandig mee om te gaan.

In de tijd dat internet voor kranten een rol ging spelen was ik directeur van BN/DeStem en mijn eigen waarneming was anders dan in het eerder genoemde artikel in Adformatie werd gesteld. Men bracht de titels niet met enthousiame on-line, het was meer een speeltje voor enkelen en chagerijn voor velen. Lang werd gediscussieerd dat Internet natuurlijk geen concurrentie mag zijn en worden voor het print product. Nooit is gediscussieerd over wat de komst van internet voor de inhoud en vorm van het gedrukte produkt zou kunnen en moeten hebben. Het ging uitsluitend over het beperken van de schade die internet voor het gevestigde product, ‘as it is’, zou kunnen aanrichten. En dat er schade zou kunnen komen was voor iedereen duidelijk.

Om tot een goede analyse te komen op basis waarop een nieuwe uitgeefstrategie voor kranten kan worden ontwikkeld moet men een oogkleppen-loze analyse maken van wat Internet is en doet voor de consumenten. Dat zal duidelijk moeten maken hoe de rol van de kranten is en gaat veranderen. Verder moet men bereid zijn het huidige krantenproduct en de daarbij behorende business-modellen en organisatie onder de loep nemen. Na die analyses komt het moment van hoe gaan we overleven, want laten we er geen doekjes om wikkelen: alle dagbladen komen vroeg of laat in de problemen. Laten we in komende postings deze vragen wat meer gedetailleerd door nemen. Wordt vervolgd.

Louis Couperus: Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer (1914)

In augustus 1914 bevond onze schrijver Louis Couperus zich in München toen de eerste wereld oorlog uitbarstte: de meest nutteloze van alle nutteloze oorlogen. Couperus ging toen brieven schrijven over wat hij voelde en meldde dat hij slechts een nutteloze toeschouwer was. Zoals wij allemaal als het gaat om grote gebeurtenissen waar wij als burgers geen invloed op hebben gehad of mogen hebben. De hoge heren beslissen wel wat goed voor ons is; en ze bedoelen wat goed voor hen is. Dat is de stemming waarin ik mijn tegendraadse artikelen over politieke onderwerpen steeds schrijf.


Andere berichten