Gaat de Euro ten onder?

·

Afbeelding van een 500 euro bankbiljet

Waarom geven de ontwikkelingen van de afgelopen maanden rond eerst de budget crisis van Griekenland en daarna de malaise van de gehele euro mij voortdurend het gevoel dat we binnenkort de ondergang van de euro gaan meemaken? Enkele weken geleden zei iemand, als een van de weinige, dat er niets anders opzit dan Griekenland failliet te laten gaan (en dus uit de euro-zone te zetten!), hij werd door andere deskundigen en politici weggehoond. Vorige week zei de PVV en Verdonk nog dat we maar uit de Euro moesten stappen, terug naar de Gulden; ze werden en worden door deskundige weggehoond. De meest gênante en tevens de reactie waarover we even diep verder over moeten nadenken is: “dat kan niet want het vedrag van Maastricht staat dat niet toe’.  Daarmee zeg je impliciet dat Nederland (een deel van) haar souvereiniteit inmiddels heeft afgestaan (aan wie? de bureaucraten in Brussel; aan Frankrijk?) en dat we dan die soevereiniteit niet meer kunnen terug nemen. Even afgezien van het feit of het wel of niet verstandig is dat Nederland uit de Euro-zone stap, maar het zal toch wel zo zijn dat zolang we niet plechtig en met instemming van tenminsten 75% van de Nederlandse bevolking en onder dankzegging aan de tweede en andere kamers en onze koningin, onze souvereiniteit niet heben opgegeven en dus dat we een internationaal verdrag wat we zijn aangegaan ook niet zouden kunnen doen beëindigen? Dat geloven neem ik aan alleen studeerkamer geleerden die werkelijk denken dat het welzijn van de bevolking afhangt van ongerijpelijke juridische verdragsartikel?). Je mag hopen dat tenminste op dit punt onze volks- e partijvertegenwoordigers toch wel wat moediger zijn.

Maar wat we gisteren ook van het probleem rond de euro vinden, de ontwikkelingen lijken nu zo snel te gaan dat we mogelijk wel gedongen worden die euro maar gauw te gaan begraven. Want – zoals nu de geluiden uit de ondemocratische gewelven van Europa komen, lijkt dan de redding van de euro alleen maar te kunnen als de bureaucratie nu direct een autocratische structuur van door niemand gekozen en gecontroleerden heren de dienst gaan uitmaken in Europa.

De hoge prijs die we nu gaan betalen heeft maar met één ding te maken: de politieke elite die in de afgelopen 20-30 jaar aan een Groot-Europa hebben gebouwd, zonder deugdelijke doorzichtige, aan de mensen uit te leggen, democratische staatsstructuur.  Het grootste misbaksel in natuurlijk het verdrag van Lissabon, door geen gewone sterveling gelezen en/of begrepen, doorgedrukt door derde ranks ego’s die daarvoor de bevolking met tranentrekkende teksten heeft misleid in het aangeven de consequenties (voor de soevereiniteit), over het gebrek aan democratische gehalte van die oplossing ( en heeft ontkent door zelfs maar de discussie daarover niet te willen voeren, want wie tegen was was Anti-Europa en een vermaledijde nationalist!). Nu zitten we met een operette figuur die zich president mag noemen (in achterkamertjes benoemd en op de troon gehesen), een voorzitter van de commissie die doet alsof hij gebeld moet worden en een voorzittend land, dat miljoenen moet uitgeven om die rol voor een half jaar te mogen vervullen, en vervolgens de regeringsleiders die nachten moeten vergaderen over het uitgeven van wollige verklaringen en verder prachtig op de trap weer op de foto gaat.  Dit verzin je toch niet. Je denkt toch niet dat je zo daadkrachtig de economie kan stimuleren en de munt kan laten floreren?

En je kunt geen monetaire unie hebben, zonder staatkundige unie! Dat dat niet kan zullen we in het komende jaar hardhandig uitgelegd krijgen.

En als u het nog niet eerder van mij gehoord heb: ik ben geen euro-sceptici, ik ben er van overtuigd dat onze (nederlandse toekomst uiteindelijk in een verenigd Europ ligt inclusief de daarbij behorende sterke centrale overheid.  Ik ben alleen maar sceptisch over het bureaucratische gedrocht dat we in de afgelopen 20 jaar hebben gecreëerd. Dat werk moet over en anders.

Wat er in europ had moeten gebeuren is m.i. het volgende geweest.

1. onderscheid maken tussen (a) het bouwen aan economsiche samenwering in Europ, met een soort van gemeenschappelijke markt om ons buiten Europa sterker te maken. (b) het werken aan een staatkundige eenheid Europa. Dat eerste moet met zo weinig mogelijk regelgeving en subsidies, en een euro die meer een verrekeningsinstrument is voor de wereld handel dan een inflexibele starre fysieke munt. En wat betreft dat tweede  een model voor in eerste instantie een klein aantal Europese landen die elkaar vertrouwen en bereid zijn te zoeken naar de juiste structuur en democratische verankering.

2. Als dat staatkundige model op kleine schaal lijkt te gaan werken, en dat kan jaren duren, want dat eindigt uiteindelijk in het expliciet opgegeven van landen soevereiniteit waar Europese soevereiniteit voor in de plaats komt, inclusief één taal, wetgeving en besluitvormingsprocedure. Dan kan men pas gaan denken aan uitbreiding van de Verenigde Staten van Europa, waarbij de nieuwe toetredende landen het uitgeprobeerde model hebben te accepteren.

3. Dan kan in die ex-landen van het Verenigde Europa ook de fysieke Euro munt worden ingevoerd.

Hoe lang gaat dat proces duren: neem daar gewoon nog een vijftig jaar de tijd voor. Deze termijn is zeker nodig om langzamerhand de oude culturele verschillen te overwinnen en de bevolking achter het idee te krijgen.  De politieke leiders wilde te snel en daardoor met heel veel compromissen een verenigd Europa bouwen.  laten we maar zo snel mogelijk afscheid nemen van dat Europa en opnieuw beginnen.

Louis Couperus: Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer (1914)

In augustus 1914 bevond onze schrijver Louis Couperus zich in München toen de eerste wereld oorlog uitbarstte: de meest nutteloze van alle nutteloze oorlogen. Couperus ging toen brieven schrijven over wat hij voelde en meldde dat hij slechts een nutteloze toeschouwer was. Zoals wij allemaal als het gaat om grote gebeurtenissen waar wij als burgers geen invloed op hebben gehad of mogen hebben. De hoge heren beslissen wel wat goed voor ons is; en ze bedoelen wat goed voor hen is. Dat is de stemming waarin ik mijn tegendraadse artikelen over politieke onderwerpen steeds schrijf.


Andere berichten