Google heeft deze week Google+ gelanceerd. Lang verwacht en niet de eerste poging want Google heeft al orkut.com, een soort Hyves die in sommige (latijns Amerikaanse) landen zelf nog redelijk populair is. En Google heeft natuurlijk Buzz. De vraag is waarom is Buzz niet een echt succes geworden is en waarom Googl+ dat dan wel zlu moeten worden? Ik denk dat niemand kan voorspellen wat er nu gaat gebeuren want er zijn vele bewegingen gaande. Hier wil ik een poging wagen te schetsen welk scenario zou kunnen gaan werken.
Laten we beginnen met een helicopter view: de zoekmachine van Google is dominant en de de zeker nog steeds de innovator in search; ze is de derde aanbieder van browser-mail; Google heeft een ongekend aantal, meestal gratis applicaties die in de cloud werken. Het belang van Google voor de ontwikkelingen van het Internet kan niet genoeg worden onderschat. Toch zijn er vrij veel mensen die pertinent weigeren om ook maar iets met Google te doen. Geen gmail, geen buzz, geen picasa, geen googleDocs, geen maps en dus ook geen Google+! Google zal nooit een 100% acceptatie krijgen en hoe groter, hoe meer ovreheden ze gaan lastig vallen met zaken over marktdominanitie en valsspelen.Er zijn 700 miljoen gebruikers die een account hebben bij Facebook. Facebook groeit snel en lijkt vele kleine gespecialiseerde en lokale sociale netwerken te gaan nekken. Toch zijn er vrij veel mensen die pertinent weigeren een account bij facebook te nemen. Meestal om redenen van al dan niet verkeerde opvattingen van hoe Facebook mogelijk met hun privacy omgaat.
Twitter heeft 200 miljoen gebruikers en de groei lijkty er iets uit. Twitter heeft adepten, die Twitter ook als alternatief voor telefoneren, email en sms gebruiken. Toch is er een grote groep verklaarde tegenstanders van Twitter.
Nog steeds zijn 95 van alle nieuwe PC’s Microsoft Windows machines. Microsoft “verbindt” bijna iedereen in deze wereld. Toch zijn er verklaarde Microsoft haters en een kleine maar fanatieke groep Apple fundamentalisten.
Noch Google, noch Yahoo, noch Microsoft, noch Facbook, noch Twitter, zullen in staat zijn om de totale wereld bevolking op haar platform en software te krijgen. En dat is misschien wel het probleem van de sociale netwerken in de toekomst, want daar wordt verwacht dat iedereen ook daadwerkelijk beschikbaar is en als “vriend” kan worden toegevoegd.
Maar er is meer om rekening mee te houden. Mensen houden van sociaal. Dat is niet de uitvinding van Internet. We praten, we telefoneren, schrijven elkaar briefjes en het maken van dagbloek aantekeningen. Bijvoorbeeld en vooral naar vrienden, familie, zakenpartners en leveranciers. Wat heeft internet veranderd.
1. Alles is global. Je kunt nu contacten leggen en vrienden worden met gelijkgestemde van over de hele wereld. De sociale impact van dat fenomeen wordt onderschat, en heeft het direkte gevolg dat we snel naar een wereld taal toegaan, als vanzelf en zonder enige druk uit onderwijs, wetgeving of regie. Het wordt onvermijdelijk een soort van simplified bad English. Maar ook de individuele migratie over de wereld en menging van het menselijke DNA zal dan op de duur effecten gaan hebben. Het zal nieuwe groepen van gelijkgezinden gaan opleveren, niet volgens de uitsluitende lijnen van geografie, etnische achtergrond, godsdienst en politieke achtergrond. Niet dat het de wereldvrede dichter bij brengt, maar de conflicten tussen groepen van mensen zullen zich op andere criteria richten en dat zal meer te maken hebben met levensstijl, vaardigheden/gebreken en persoonlijkheidskenmerken. Nationale overheden die traditiegetrouw volgens de lijnen van geografie, etnische achtergrond, godsdienst en politieke achtergrond zijn georganiseerd, zullen daar steeds minder grip op krijgen. Je krijgt dus kleine, hechte global georganiseerde (pressie) groepen, en dat moet allemaal in harmonie met elkaar kunnen blijven werken, wonen en samenleven.
2. en dat tegen minimale (variable) kosten. Als je eenmaal een verbinding met internet hebt zijn de extra kosten van het verzenden van emails, het bellen, twitteren, bloggen, foto’s opslaan en delen, video’s produceren en tonen.
3. de communicatie wordt in rap tempo gedifferentieerd en een einde aan dat proces is nog niet in zicht. Theoretisch is het communicatiemiddel wat je wil toepassen afhankelijk van inhoud van de boodschap, de groep waarin, de ontvangers, doel, aard van het materiaal, en de middelen onder handbereik om sociale contacten te kunnen leggen!
Verder moeten we ons realiseren dat de meeste diensten en middelen op het internet nog amper 15 tot 5 jaar bestaan. Onze gewoonten en gebruiken nu van Twitter, facebook, Google Mail etc zullen zeker nog intensief evalueren. Dus het huidige gedrag, voorkeuren en afkeuren zal niet de definitieve eindsituatie zijn. Gemak en gewoonten zullen nog hun werk gaan doen.
Wat ik denk is dat zowel de devices, als de programma’s de neiging hebben te converteren. Dus in één en dezelfde applicatie willen we kunnen mailen, sms’en, twitteren, vrienden maken, groepen maken, discussiesvoeren, blogposten, TV-kijken (of beter videokijken) foto’s kijken, onderwerpen opzoeken, producten bestellen, bellen, enz. Dus eigenlijk doen we in basis vijf soorten activiteiten achter een computer, laptop, ipad, smartphone, i-Televisie:
- we zoeken informatie
- we consumeren informatie (teksten, video’s/TV, muziek, enz)
- we produceren documenten (= teksten, foto’s, video’s, spreadsheets, presentaties, tekeningen, etc)
- We publiceren en distribueren de documenten en gevonden relevante informatie
- We contacten anderen of nadere contacten ons over hun of onze publicaties, meningen, activiteiten, zoektochten, en andere belangwekkende onderwerpen
Niet noodzakelijk in deze volgorde, vaak multi-tasking en schijnbaar zonder plan, maar duidelijk is dat deze activiteiten gaan integreren., Straks staat er op ons scherm (welk scherm dan ook) een start-scherm open met een search-window, een (gevonden) informatie-window, een werkblad waarbinnen de creatie van documenten plaatsvindt, een contacten/vrienden/groepen window, een window waar we de publicatie/communicatie middelen kunnen kiezen, en een video-beeld-window. Als je aan het werk bent (in één van de schermen), verandert contextueel de inhoud van de andere schermen mee: de contact personen wijzigt al naar gelang wat je zoekt, leest of produceert, de communicatie middelen in dat window wijzigt al naar gelang de productie, alles wat je produceert zal simultaan zoekresultaten geven, en in het informatie scherm suggesties voor gebruik van inhoud. O, ja er komt dan ook een window voor de commerciéle mededelingen, tenzij je dat liever wilt afkopen.
En welk apparaat we daar voor gebruiken hangt af van onze plek waar we ons toevallig bevinden: thuis, op de bank, op het werk, bij de kaper, in de trein of auto, op bezoek..
En alles is realtime en online. Alles zal de neiging hebben een iPad of Chromebook te worden: alle belangrijke applicatioes staan in de cloud. Snelle internet toegang wordt nadrukkelijk een eerste levensbehoefte.
Maar als dat integreert, wie gaat ons dan de programma’s en de inteligentie leveren? Ja juist: Google! Da wil zeggen de kans dat van alle grote spelers Google het wint is het grootste, om de eenvoudige reden dat zij bijna alle hierboven geschreven elementen reeds heeft, van vele internetgebruikers de profielen en de inhoudelijke interesses kent, en in ieder geval de algoritmes heeft om inhoudelijk/contextueel de boven bedoelde Windows voortdurend te laten synchroniseren.
En in dat kader is het gebruikelijk de remoer, discussies en onzekerheid die de introductie van Google+ nu met zich meebrengt. Alle spelers realiseren zich dat Google door al haar applicaties INHOUDELIJK te kunnen verbinden wel eens een beslissende voorsprong zullen gaan nemen. het niet niet waarschijnlijk namelijk dat gebruikers zullen door gaan met zich op een oneindig aantal netwerken, met alle hun eigen profielen, foto’s en video’s willen blijven aansluiten. De grote shake-out gaat beginnen. En dan wint per definitie de integrator. En dan wint ook de consument omdat het sociale en communicatieve leven er dan een stuk overzichtelijker gaat uitzien. Ondank of dank-zij privacy gevoeligheden en openbaarheid.
En wie zou dit feestje kunnen verknallen? De overheid! Omdat deze niet op tijd zal onderkennen wat hier de behoefte is van de consument en met 19de/20ste eeuwse opvattingen en wetgeving een 21ste eeuw ontwikkeling zal gaan frustreren. Onvermijdelijk zal dit alles ook de rol van de overheid doen herijken, maar voordat dat is gerealiseerd zullen zij de schade al hebben aangericht. En bedenk daarbij dat grondwetten zijn bedoeld om de burger te beschermen tegen hun almacht en willekeur/onrecht. Historisch gezien is zelden de overheid in staat geweest de burger te beschermen tegen ellende en on-geluk.
En tenslotte naast deze Google-dominante applicatie zullen er andere aanbieders zijn en komen, en dat is goed, want alleen in een competitieve omgeving komt evolutie op gang. En zelf dannog moeten we willen dat die alternatieve systemen bij elkaar moeten kunnen zoeken en kijken en cross-over vrienden kunnen maken. Wat dat betreft de de keuze van Facebook (en nu ook een beetje Twitter) om hun inhoud van hun aangesloten niet via de Google-zoekmachine (of voor welke zoekmachine dan ook) niet toegankelijk te maken kortzichtig en dus op langere termijn verkeerd. Want integratie en openheid zijn de toverwoorden voor het komende decennium.