Wat is er eigenlijk mis met zwart geld?

·

, ,

Zwart geld is fout, witwassen is misdadig… toch? Maar wat als dat oordeel vooral een uitvinding van de overheid is? Een prikkelende heroverweging van wat geld ‘zwart’ maakt — en waarom dat misschien helemaal geen moreel probleem is.

In een recent artikel op Naked Capitalism wordt de strijd tegen zwart geld omschreven als een morele kruistocht: zwart geld is misdadig, witwassen een zonde, belastingontwijking een vorm van nationale verraad. Landen die hieraan ‘meewerken’, zouden net zo fout zijn als de criminelen zelf. Zo wordt Argentinië ervan beschuldigd moreel te ontsporen wanneer het overweegt zwart geld te ‘regulariseren’. Maar klopt dat wel?

Een moreel probleem of een fiscaal construct?

Het hele idee van ‘zwart geld’ bestaat bij de gratie van overheidsdefinities. Geld wordt ‘zwart’ genoemd zodra het buiten het zicht van de fiscus circuleert. Niet omdat het per definitie uit illegale activiteiten of misdaad voortkomt, maar omdat er geen belasting over wordt betaald. Zwart geld is dus vooral geld waar de overheid géén grip op heeft, en daar houdt ze niet van.

Maar laten we dat eens omdraaien: waarom zou belasting op transacties en inkomens moreel verplicht zijn, in plaats van gewoon belastingen zien als een prijs die burgers voor geleverde overheidsdiensten betaald? In een normale economie sturen bedrijven rekeningen voor hun diensten. Waarom zou de overheid daar principieel van afwijken?

Belastingen als dienstverlening

Als de overheid haar burgers en bedrijven behandelt als klanten’ – van zeer gewaardeerde diensten, want mensen profiteren van de infrastructuur, veiligheid, onderwijs en rechtspraak – dan ligt het veel meer voor de hand om daar een gespecificeerde factuur voor die diensten te sturen. Wie niet betaalt, krijgt een herinnering, een aanmaning en eventueel een deurwaarder. Zoals dat in elk ander maatschappelijk verkeer ook gebeurt.

Dan maakt het ineens niet uit of iemand contant betaalt, via crypto of met edelstenen: de overheid wil gewoon betaald worden voor geleverde diensten. Het hele circus van anti-witwas-maatregelen, meldplichten en fiscale opsporingsdiensten wordt dan overbodig. Bespaart ook nog eens veel kosten bureaucratie en wordt die factuur dus lager.

Misdaad is iets anders

Belangrijk is wel het onderscheid met geld dat wél voortkomt uit misdrijven zoals afpersing, fraude of corruptie. Dat moet natuurlijk worden aangepakt, niet omdat het ‘zwart’ is, maar omdat het anderen schaadt. Dat is de taak van het strafrecht, niet van de belastingdienst. En ook hier geldt: de overheid mag best de kosten aan de burger in rekening brengen voor het handhaven van die rechtsorde.

Een alternatief voor fiscale moraliteit

In plaats van morele oordelen over geld dat ‘wit’ of ‘zwart’ is, kunnen we dus beter kijken naar de relatie tussen burgers en overheid als een zakelijke overeenkomst. Je neemt diensten af, je betaalt ervoor. Niet meer, niet minder.

Zodra die gedachte gemeengoed wordt, verdwijnt het hele concept van zwart geld als morele categorie. En daarmee ook de drang om voortdurend geld te ‘wassen’ om het systeem tevreden te stellen. Wat overblijft is een veel helderder onderscheid tussen echte criminaliteit – die schade veroorzaakt aan burgers – en gewone economische activiteiten – uit welke opbrengst de burger zijn belastingen gewoon kan en wil betalen.

Louis Couperus: Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer (1914)

In augustus 1914 bevond onze schrijver Louis Couperus zich in München toen de eerste wereld oorlog uitbarstte: de meest nutteloze van alle nutteloze oorlogen. Couperus ging toen brieven schrijven over wat hij voelde en meldde dat hij slechts een nutteloze toeschouwer was. Zoals wij allemaal als het gaat om grote gebeurtenissen waar wij als burgers geen invloed op hebben gehad of mogen hebben. De hoge heren beslissen wel wat goed voor ons is; en ze bedoelen wat goed voor hen is. Dat is de stemming waarin ik mijn tegendraadse artikelen over politieke onderwerpen steeds schrijf.


Andere berichten