In Nederland met de SER, centrale akkoorden, verbindend verklaring van WAO e.d. heeft de politieke elite vooral de vakbonden, maar ook de ondernemers een rol gegeven in de politieke besluitvorming die nergens op slaat. Het zijn de laatste resten van het corporatisme die vanuit met name de kerken, en dus christelijke partijen (KVP én AR: autonoom binnen de eigen groep; en wij bepalen wel wie in welke groep hoort!) lang op de politieke agenda heeft gestaan: niet one-man-one-vote, maar het samenwerken van in de maatschappij grote en belangrijke groepen, met het liefste een staatsrechtelijke status, zoals het landbouwschap, is een soort van standen-democratie die lang populair is geweest. Laten we niet denken dat met de grondwet van Thorbecke iedereen van de oude standen zich aan de nieuwe situatie van volksdemocatie heeft overgegeven. Dat merkwaardige overleg tussen werkgevers en werknemers is daar nog steeds een rechtstreeks gevolg van, en doordat de politici, de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer (de eerste kamer heeft GEEN volksvertegenwoordigers overigens; ook een overblijfsel van de oude standen maatschappij!) gebeurt er iets heel merkwaardigers: je hebt twee soorten Nederlanders: diegene die zich niet hebben aangesloten aan de werkgevers en werknemers groepen, die we als hun vertegenwoordigers hebben erkent, en diegene die dat wel doen. Voor die laatste geldt dat ze een dubbele stem hebben: naast het feit dat ze zoals iedere Nederlander hun stem kunnen geven aan tweede Kamer leden, geeft de politieke elite extra zeggenschap aan die georganiseerde leden. Hoe is het toch mogelijk om te denken dat bijvoorbeeld werknemers apart hun stem moeten laten horen, terwijl die stemmen gewoon in de Tweede kamer vertegenwoordigd zijn.
Even voor de belachelijkheid van het serieus nemen van vakbonden: rond de 20% van de weknemers is lid van een vakbond, en waarschijnlijk zijn ze lid van die vakbond omdat ze daar (ontslag) bescherming uit verwachten en niet omdat ze lid zijn vanwege een politieke of maatschappelijke standpunten van die vakbond. Van de werkgevers is dat veel meer, dat wil zeggen ze zijn op praktische reden lid van een branchevereniging. Ze zijn lid omdat ze dat als ondernemer gelijk ene paar voordelen geeft, maar niet omdat ze instemmen met de politieke opvattingen van de heren die ver weg in dure kantoren met politici praten.
Dus weg met het luisterend oor naar deze politiek getinte actie- en belangengroepen. Als die 150 leden in de Tweede kamer niet weten wat ze met hun wetgeving aanrichten voor werknemers of werkgevers zijn ze sowieso geen knip voor hun neus waard.
Het feit dat die twee groepen zo vriendelijk zijn een enkele keer wat afspraken te maken, betekend overigens niet dat ze daarmee ook goede afspraken maken en nog minder dat die afspraken in het belang van het land zijn. In tegendeel. We spreken er nooit meer over maar die twee niet-democratisch gecontroleerde vergadermachines hebben in de zeventiger en tachtiger jaren wel even onderling de arbeidsongeschiktheid geregeld: het is een ramp geworden waar we tot op de dag sociaal en financieel een hoge rekening voor betalen. Geen land kent zoveel arbeidsongeschikten, betaald door de overheid, en ze komen niet voor in de werkloosheidscijfers.
Een nog grotere schande is de manier waarop die dames en heren meende de VUT te moeten regelen: een onverantwoorde manier om oudere werknemers betaald door jongere werknemers lekker vroeg op pensioen te gaan, er werd niet voor gespaard. Al het geld dat je individueel maandelijks aan de VU moest betalen is op, maar niet alleen dat, als je uit de branche stapje waarje, soms jarenlang VUT voor betaalde was je al je inleg geld kwijt. Voor nop voor je oude dag gespaard. Over die schande word niet gesproken in Nederland, waarschijnlijk een stilzwijgende afspraak binnen de politieke elite. Die diefstal is aanzienlijk misdadiger dan wat de banken doen met u pensioen en lijfrente inleg. En ik weiger mij neer te leggen dat die misdadigers hier in Nederland wel even arrogant kunnen roepen dat zij de AOW hebben opgelost. Laten ze vooral gaan doen wat de leden van hun verwachten: individuele belangbehartiging ge.
En wat betreft de CAO’s: de meeste zijn krankzinnig ingewikkeld, inflexibel voor de arbeidsmarkt (dat kost banen), discriminerend. Een CAO mag alleen bij een bedrijf worden ingevoerd als de werkgever én tenminste 50% van haar medewerkers daar expliciet mee hebben ingestemd. Maar om de zichzelf aangepraatte goede vrede zullen de politici deze voor de hand liggende besluitvorming wel niet gaan invoeren. Zij laten zich liever leiden door emotionele en ongefundeerd gezag voor gevestigde belangengroepen, waar ze vaak zelf hun politieke status aan hebben te danken.