Balkenende en Irak: waar gaat het over!?

·

Vlag van Irak

Je kan voor of tegen het deelnemen aan de oorlog in Irak zijn. Dat is een politieke afweging en geen juridische. Bij die afweging kan men mee laten spelen of Saddam Hoessein kon beschikken over zogenaamde massa-vernietings wapens, maar je kunt ook zonder die afweging of kennis tot de conclusie komen dat het oude regiem van Irak een kopje kleiner gemaakt zou moeten worden. De weerzinwekkende daden van dat regiem waren er ernstig genoeg voor en bij de legitimiteit van het instappen van de ge-allieerden van de tweede wereld oorlog hebben ook nooit vraagtekens gezet.

Het is voor mij onbegrijpelijk waarom die vraag van wel of niet doen of meedoen aan de oorlog (in de media) is beperkt tot de vraag van het al dan niet aanwezig zijn van de massa-vernietigenswapens. Immers er waren heel veel argumenten om uit humanitaire overwegingen saddam Hoessein te lijf te gaan. En voor diegene die die argumenten nog eens op een rijtje willen hebben verwijs ik naar een magistrale toespraak van Tony Blair voor het amerikaanse congress in July 2003.

Hoe men er ook verder over denk, in 2003 heeft onze regering daar een afweging over gemaakt en een beslissing genomen. De kamer heeft ingestemt en ik begrijp werkelijk niet waar alle commotie nadien van met name de PvdA over de legitimiteit en de verkeerde voorlichting over gaat. Immers ook zonder informatie van geheime diensten en interne rapporten was het ieder – ook in de kamer – wel duidelijk waar we het over hadden en waarom we een rol bij de omverwerping van het regime in Irak zouden moeten of kunnen spelen. Ook hier maken we van een politike inhoudelijke beslissing opeens een procedurele steekspel. Onzin dus.

Landkaart Irak

Zelfs kan je volhouden dat wanneer je in 2002/2003 nog van mening was dat we moesten ingrijpen, we nu 2009/2010 achteraf zeggen, was het wel zo verstandig geweest. Dat kan gebeuren en dat kan leiden tot ieders bijstelling van het oordeelover de politieke leiders van toen en nu. Maar het is onzin om die achteraf-weten-we-het beter opvatting te projecteren op een soort van oneerlijkheid van de toemalige leiders, respectievelijk het manupulatieve karakter van de argumentatie rond die besluitvorming.

Wat dat betreft kan ik de reactie van balkenende gisteren op het we-weten-het-nu allemaal-beter rapport van de commissie Davids. Het gaat om de integriteit van de besluitvormers (en dat is wat anders dan de integriteit van de besluitvorming!)  en die kan de hoofdpersonen niet achetraf in de schoenen worden  geschoven vooral omdat de meerderheid van de Tweede Kamer daar toen (met de argumentatie) mee akkoord is gegaan.

Tenslotte het gezeur over de juridische legitimiteit van de inval. Het is aandoenlijk om te zien hoe dit soort (wederom procedurele en niet-inhoudelijke redenen) argumentatie door onze politiek correcte politieke elite en bureaucraten wordt gebruikt. Want laten we reeel zijn:

Hoe jammer we het ook vinden, er betaat geen consensus in deze wereld over wat goed en slecht is, en we hebben geen onafhankelijke wereld-rechters die met gezag en op basis van algemeen aanvaarde rechtsprincipes een oordeel over de legitititeit van wereld-burgers, wereld-leiders of regeringen kan vellen. De wereld rechtsoorde is vooral de orde van de machtigsten, overheersers, overwinnars en brutaalste. En iedere regering zal welke uitspraak van welk wereld-orgaan aan zijn laars-lappen als hem dat beter lijkt of beter uitkomt, of juist als argumentatie voor de legitimiteit gebruiken als het in zijn straatje te pas komt. Als wij het op enig moment zeer nodig vinden om als Nederland ergens tegen wie dan ook een oorlog te beginnen, zullen wij ons echt niet door VN-resoluties, internationale-verdragen of moeilijk-lezende analyse van zich belangrijk-vindende juristen overtuigen. We gaan die oorlog voeren en met dit soort gedrag zullen wij ons op geen enkele wijze afsteken tegen welke onafhankelijke regering op deze wereld dan ook.

Het argument van de commissie Davids dat er geen legitimiteit voor de oorlog van 2003 tegen Irak was is dan ook van een zeer hoog studeerkamer-gehalte. Los van het feit dat de juistheid van de interpretaties zich niet laat meten aan een democratisch principe (“er is vrijwel geen jurist te vinden die vindt dat de oorlog tegen Iran legitiem was“) – de interpretatie is toch juist-of niet juist? of toch afhankelijk van de politieke of juridische opvattingen? en zo ja wie maakt dan uit wat de juiste opvatting is?  – Politiek is het alleen relevant dat de toenmalige regering een redenatie had, en deze redenatie is door de meerderheid van Tweede Kamer leden gevolgt. Einde discussie.

Want je mag aannemen dat de oordeelsvorming van de tweede kamer over de legitimiteit, zowel in juridische als in humanitaire zin, niet heeft afgehangen en niet kan hebben afgehangen van als al dan niet verkeerde of onvolledige informatie die de Tweede Kamer Leden van hun regering heeft gehad. De juridische legitimiteit had ieder voor zich kunnen beoordelen, alle bronnen en opvattingen waren openbaar, en de gruwelijkheid van het regime stond niet ter discussie.

Dus waar gaat dit allemaal nu na al die jaren eigenlijk over?

Louis Couperus: Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer (1914)

In augustus 1914 bevond onze schrijver Louis Couperus zich in München toen de eerste wereld oorlog uitbarstte: de meest nutteloze van alle nutteloze oorlogen. Couperus ging toen brieven schrijven over wat hij voelde en meldde dat hij slechts een nutteloze toeschouwer was. Zoals wij allemaal als het gaat om grote gebeurtenissen waar wij als burgers geen invloed op hebben gehad of mogen hebben. De hoge heren beslissen wel wat goed voor ons is; en ze bedoelen wat goed voor hen is. Dat is de stemming waarin ik mijn tegendraadse artikelen over politieke onderwerpen steeds schrijf.


Andere berichten