Kennedy: “… ask what you can do for your country. “

In de befaamde speech van President Kennedy bij zijn inauguratie in januari 1961 zegt hij:

John F Kennedy Inauguratie januari 1961 - postzegelblok
Inauguratie J.F. Kennedy

And so, my fellow Americans: ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country. “

Deze vraag is ook vandaag nog relevant en zeker in Nederland dat sinds de zestiger jaren is terecht gekomen in een situatie waar de overheid ontelbare, en iedere dag weer meeer, diensten, direct en van top kwaliteit, gratis aan iedere individuele Nederlander moet kunnen aanbieden: “Wij vragen, U, overheid, draait! En O ja, we willen er niet voor betalen”.

Dat gaat dus niet en daar kunnen we geen samenhangende maatschappij op bouwen.

Daarom ook lijkt de overheid voor steeds steeds burgers “onbetrouwbaar“, is in ieder geval niet meer transparant (Weet u precies hoeveel en waarvoor u belasting betaald?), lopen de staatsschulden onvermijdelijk op, en hebben naïeve politici ons doen geloven dat het, zonder enige inhoudelijke politieke discussie, wij de EU en de Euro moesten worden ingerommeld waarbij en passant onze nationale soevereiniteit is opgeofferd. Daar kan je voor of tegen zijn, maar in ieder geval had dat moeten gebeuren op basis van een breed gedragen uitkomst van een politiek debat.Dat gaat dus niet werken; dat leidt op termijn tot grote sociale onrust, en doet de burger denken dat het zonder zonder politiek leiderschap kan. Politiek leiderschap dat ondubbelzinnig dan wel en altijd is onderworpen aan de “volkssoevereiniteit”: in laatste  instantie bepalen wij met zijn alle (in meerderheid) hoe onze staatsvorm wordt ingevuld en wat de macht en beperkingen van de overheid zijn. Ook als de hoog opgeleide elite denkt dat de burgers “te stom zijn” om over belangrijke staatszaken te kunnen meedenken. Dat vond de elite namelijk ook toen begin 20ste eeuw voordat in 1917 alle mannen stemrecht kregen (en niet alleen die mannen die een bepaald inkomen verwierven) en dat vond die elite ook toen er werd gevraagd om algemeen vrouwen kiesrecht ingevoerd in 1919, “immers vrouwen hebben geen verstand van staatszaken!”

Daarbij is staatshervormingen nu een urgentie geworden omdat we midden in één van de grootste technologische revoluties van de mensheid zitten, qua snelheid, diepgang en sociale effecten factoren ingrijpender dan de industriële revolutie, namelijk de internet revolutie.

Ik heb ideen over wat we zouden kunnen en moeten doen.

Daarover wil ik graag schrijven.

Democratisering van het uitgeven

Als we het er al over eens zijn dat we in een tijdperk van revolutionaire maatschappelijke en sociale ontwikkelingen leven – laten we het de Internet Revolutie noemen – dan kunnen we nog een hele discussie opzetten wat de aard van de revolutie is, wat de motor is en welke gevolgen de revolutie zal hebben.

Voor mij is het duidelijk dat de revolutie met name ingrijpt op de media, dat wil zeggen de toegang tot de middelen waarmee meningen, nieuws, wetenschappelijke resultaten, politieke uitgangspunten naar de consumenten, burgers of volgelingen wordt gebracht. Daarbij gaat het niet alleen over de inhoud, maar ook over de verpakking en de benodigde distributiekanalen.

In de oude wereld was de toegang tot de massa-communicatie middelen gemonopoliseerd. Ofwel door schaarste (TV, radio, datalijnen), of wel door hoge toegangskosten van bijvoorbeeld drukpersen of datacommunicatie-netwerken. Dat nog eens in combinatie van pogingen van veel regeringen om toegang te reguleren of verder te frustreren.
Daarenboven was het geaccepteerd, of een gevolg van de complexiteit – niet iedereen kan een drukpers bedienen – van het gebruik van de middelen, dat de gebruikers van de productiemiddelen geschoolde vakmensen zijn, en dat de gewone burgers het vanzelfsprekend vinden dat de poorten tot de media bedient worden door – vaak in gesloten vakgroepen georganiseerde – expert. Voor de democratisering van de meningen is de belangrijkste professional natuurlijk de journalist en redacteur, en die hebben hun uiterste best gedaan om die belangrijke maatschappelijke rol vooral te monopoliseren. Maar ook de grafici en door hun geheim taal de ICTérs zijn er ook goed in geslaagd de democratisering van de toegang tot de productiemiddelen af te weren. Hier is over de hele linie van deze vakmensen, vaak bewust van hun cruciale rol, een anti-democratische houding te cultiveren. Allemaal vanuit de arrogante houding dat men het voor het gewone wolk allemaal natuurlijk het beste wil. Als je daarbij optelt het dappere acties van de politieke elite om veel van dat monopolistische gedrag keurig in wetgeving te verankeren. De uiteindelijke invulling van de auteurswet en regelingen over thuiskopieren en een Buma is daarvan natuurlijk het sterkste voorbeelden.  Lees verder “Democratisering van het uitgeven”

Ga rustig slapen, oude print wereld, het internet zal zo’n vaart niet lopen ..

We moeten ons realiseren dat de internetrevolutie nog maar zo’n 25 jaar geleden technisch gestart is. In de loop van de negentiger jaren werden we vertrouwd met het principe dat we in het World Wide Web andermans informatie eenvoudig konden raadplegen en inzien. De doorbraak ging vooraf aan de ontwikkeling van het digitaliseren van informatie en liep gelijk op met de democratisering van de PC eind jaren negentig. Internet werd revolutionair 10 jaar geleden toen Google zijn diensten als zoekmachines ging aanbieden. Ik beschouw de internet revolutie als even ingrijpend als de “uitvinding” van spraak, de opkomst van de landbouw, de uitvinding van de boekdrukkunst en tenslotte de industriële revolutie. Waarin de Internet Revolutie van al die andere ingrijpende wijzigingen van de sociale context van de mensheid verschilt is zijn snelheid. De huidige (westerse) maatschappij kan nauwelijks nog functioneren zonder internet. Dat is ongelofelijk.

De internet revolutie heeft – dat ontkent niemand – ingrijpende effecten op wat we in de wereld van de media “print” noemen. De discussie over de uiteindelijke (desastreuze?) effecten is in volle gang en daarbij kunnen de vertegenwoordigers van de “oude”media zich nog wel degelijk verschuilen achter het argument: “Het zal zo’n vaart niet lopen!”, immers mensen lezen nog steeds massaal boeken, kopen nog steeds kranten of lezen het gratis in de trein, en sommige informatie geraadpleegd in sommige situaties is lezen vanaf papoier nogh steeds de beste optie. Rustig blijven ademhalen dus. Lees verder “Ga rustig slapen, oude print wereld, het internet zal zo’n vaart niet lopen ..”