Democratie is niet vanzelfsprekend

Wie mag zich opwerken als verdediger van de democratie?

Vandaag zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Nog een paar uur en we weten globaal de uitslag. Direct na de val van het kabinet en met de stemmenmaker Gert Wilders zal het een leuk avondje politiek kijken worden.

Wat dat betreft zijn verkiezingen natuurlijk altijd het feest van de democratie. Eigenlijk het enige moment waarop de burgers formeel structureel iets voor elkaar kan krijgen, gewoon door op partijen te stemmen. En de grootste wint. Of die partij of zijn partijvertegenwoordigers democraten zijn doet er bij de procedure, die verkiezingen natuurlijk zijn, niet toe. Dus komen we aan de enige cruciale dilemma van de democratie:

als we de burgers in laatste instantie laten bepalen waar het met de maatschappij naar toe gaat, wat moeten we dan als die burgers in meerderheid beslist om die democratie op te heffen of praktisch om zeep te helpen. Respectievelijk, als dat dreigt te gebeuren mogen we dan eigenlijk on-democratische middelen inzetten om dat tij te keren?

Nu gaat het hier niet zozeer of alleen over de democratische procedures (verkiezingen, wetgeving bij meerderheid e.d.) maar ook om (mentale) instellingen als: blijven discussiëren met politieke tegenstanders, de minderheid respecteren en een stem geven, geen geweld bij besluitvorming, respecteren van een paar grondrechten: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging (inclusief het recht om zich te verenigen in religieuze stromingen), elkaar niet monddood maken (letterlijk , zoals met Pim Fortuyn en Theo van Gogh, maar ook figuurlijk), elkaars levensstijl respecteren, tenminste als die stijl niet andere burgers dwars zit. Kortom voor mij is democratie vooral ook een kwestie van verdraagzaamheid, mentaliteit en instelling. En als je dan naar de laatste decennia kijkt dan staat dat allemaal in Nederland wel degelijk op de tocht. 

Wat we graag vergeten is natuurlijk dat een maatschappij alleen kan functioneren als de deelnemers een zekere (stilzwijgende) overeenstemming hebben van hoe de zaak moet worden bestuurd. Nederland heeft natuurlijk een lange en gewaardeerde democratische traditie. In de gouden eeuw vrijplaats voor anders denkenden. Ook toen was het vooral een kwestie van elkaar “verdragen” en terugtrekken in eigen kring en de onderlinge confrontatie uit de weg gaan. Toen geen integratie, maar acceptatie.

Karl Popper: The open society and its Enemies

Een belangrijke methode om democratie te handhaven is het creeeren en in stand houden van een “Open maatschappij” Of met het beroemde boek van Karl Popper te spreken “Open Society and its Enemy“.  Karl Popper schreef dit boek als reactie op de wijze waarop de nazi’s (in eerste instantie gebruikmakend van de ter beschikking staande democratische middelen) de macht naar zich toe heeft getrokken. En wie zijn in de ogen van Karl Popper de vijanden: al die filosofen, maatschappelijke en politieke stromingen die vinden dat niet de (optelsom van de) meningen van alle burgers, maar vinden dat een elite gehouden is leiding te geven aan de richting van de inrichting van de maatschappij. Dat was Hegel en daarmee natuurlijk Marx, maar ook Plato en – per definitie – alle religieuze stromingen, want die “houden niet van vrijzinnigheid!

Nu zijn de op religie gebaseerde partijen (ik vind dat het socialisme zeer sterke kenmerken van een religie vertoont!) heel lang de politiek gedomineerd. En in termen van “vijanden” waren en zijn die partijen heel gematigd en zeer verdraagbaar wat betreft het accepterenvan de “Nederlandse” democratische bestel. Maar de tijden veranderen snel.

Ten eerste omdat door de internet en ver-assertieven van de burgers komt de traditionele politieke elite het moeilijk. Die slaan terug met het negeren, zwart maken en uitsluiten van politiek anders denkenden nieuwkomers, zelf tot de door er op volgt, want het vermoorden van Pim Fortuyn was een logische uitkomst van de minderwaardige manier waarop de politieke elite effectief gesteund door de gevestigde media hem ten onrechte zwart heeft gemaakt. Er is dan echt wel ergens een fundamentalist te vinden die de uiterste consequenties wil uitvoeren: neerschieten uit naam van de reding van de mensheid. Pim Fortuyn was op geen enkele wijze een bedreiging voor de democratie en haar open karakter. Het enige wat hij consequent en intelligent deed was ons er op te wijzen dat ons immigratie en vluchtelingen beleid leidde tot het creëren van een groep in de maatschappij die op geen enkele wijze onze fundamenten van een democratische maatschappij accepteert en ook niet – zoals in de Gouden Eeuw – de politieke anders dekenden wil accepteren als gesprekpartner. De slogan is: “Dood aan de ongelovigen“.

Het probleem van de huidige politieke elite is dat zij niet begrijpen dat er niets, ik benadruk niets, in de politieke, religieuze en maatschappelijke opvattingen van de fundamentalistische moslims, die helaas wereldwijd de opinie-leiders zijn voor de moslim-gemeeenschap, die mentale of inhoudelijke steun verdienen. In tegendeel ter bescherming van onze open society dienen zij zeer bestreden worden. Daar komt het gevaar vandaan, niet van de PVV en natuurlijk doen die hoofddoekjes er niet toe (iedereen moet zelf maar uit maken hoe zij in kleding hun trots, bekrompenheid, afkomst en traditie wil laten uitstralen), maar in de politieke discussies met de PVV moet de waarschuwing over de intentie van een hele grote groep met name moslims niet onderschat worden: zij geven niet aan dat ze bereid zijn hun geloof en levenswijze in harmonie naast anderen te willen praktiseren.

In de verkiezingsstrijd is door veel partijen richting PVV opgeroepen voor verdraagzaamheid. Dat is een verkeerde insteek van deze discussie in de huidige situatie. Verdraagzaamheid en tonen van respect zal alleen werken in een Open Society en indien alle betrokkenen die verdraagzaamheid en respect naar de ander groepen wil tonen, en de (politieke en religieuze) leiders van de moslims tonen dat gedrag niet. Er is dus geen enkele reden om in protest tegen de PVV  hoofddoekjes te gaan dragen omdat men daarmee aangeeft dat die respectloosheid en onverdraagzaamheid van die immigranten niet wordt aangesproken, maar (waarschijnlijk ongewild) wordt vergoeilijkt. Er zijn voor alle partijen genoeg andere punten waarop de partij van Gert Wilders zou kunnen worden aangesproken.

Wanneer staan de nieuwe politieke leiders in Nederland op?